Jan-Willem van Schip heeft op het WK baan in Berlijn zilver gepakt op het omnium. De Nederlander moest in de strijd om de wereldtitel zijn meerdere erkennen in Benjamin Thomas, die een klasse apart was.

Het omnium is net als de Madison en de ploegenachtervolging een van de duuronderdelen die we later in het jaar terugzien op de Olympische Spelen. Daarom werd dit WK ook beschouwd als het finale meetpunt in aanloop naar Tokio. Jan-Willem van Schip was twee jaar geleden tweede op dit onderdeel en was een van de grote kanshebbers. Winnen deed hij dit seizoen al op de Europese Spelen en in de Wereldbeker van Milton.

Maar het lijstje kanshebbers was lang: met Benjamin Thomas, Campbell Stewart, Cameron Meyer, Lasse Norman Hansen, thuisrijder Roger Kluge en Elia Viviani schoven meer toplanden hun sterke renners naar voren. Namens België verscheen de jonge Fabio Van den Bossche aan het vertrek. Hij verving Lindsay De Vylder, die na een valpartij gisteren tijdens een training het omnium aan zich voorbij moest laten gaan.

Benjamin Thomas begon het omnium meteen goed – foto: Cor Vos

Thomas trok het eerste onderdeel, de scratch, meteen naar zich toe, nadat hij samen met de Brit Matthew Walls (tweede) de rest op een ronde had gezet. Van Schip eindigde als zevende en deed daarmee meteen mee in de top. De Nederlander won vervolgens de temporace door een ronde te pakken en liefst elf sprints te winnen. Zo klom hij op naar de leiding in het tussenklassement maar er waren wel nog twee onderdelen te gaan.

Eerst was er de afvalkoers, waarin Van Schip bij de laatste drie renners overbleef. Hij moest het dan afleggen tegen Roger Kluge en titelverdediger Campbell Stewart, die in de eindsprint zijn Duitse tegenstrever zich gewonnen zag geven. Zo kon de Nieuw-Zeelander opklimmen naar de leiding in het klassement. Met 112 punten begon hij aan de afsluitende puntenkoers. Van Schip (104 punten) volgde op de tweede plaats, Kluge (94 punten) was derde.

In de puntenkoers over honderd rondes met tien sprints drukte Thomas meteen zijn stempel. Uit de eerste vijf sprints haalde hij liefst negentien punten, waarmee het voor de tegenstand almaar moeilijker werd om hem nog in te halen. Er werd wel aangevallen in de jacht op rondewinst én de bijbehorende twintig punten, maar de Franse leider leek over een onuitputtelijk krachtenarsenaal te kunnen putten.

Elia Viviani met Lasse Norman Hansen in het wiel – foto: Cor Vos

Na halfkoers gingen Matthew Walls (op dat moment de nummer vijf in de wedstrijd) en Cameron Meyer (elfde) in de aanval. Op het moment dat de Brit en de Australiër bijna aansloten achteraan, versnelde Thomas. In de laatste 25 ronden ontplofte de koers dan helemaal. Thomas ging samen met Kluge, Van Schip en Stewart in de tegenreactie en ook Viviani en Norman Hansen roerden zich. Walls en Meyer bleven ondertussen maar zoeken naar rondewinst.

Op dertien ronden van het einde vond het duo dan eindelijk de staart van het peloton, waardoor Walls oprukte naar de tweede plaats in de stand. Van Schip wilde, zoals we hem kennen, zich geenszins neerleggen bij de situatie en draaide in de laatste acht ronden de gashendel vol open. Thomas kon volgen maar verrichtte geen meter kopwerk. De Nederlander deed al het werk in zijn eentje, maar zag zijn inspanningen wel beloond worden met rondewinst.

Op vier ronden van het einde sloten de Nederlander en de Fransman aan achter in het peloton en daarmee waren de wereldkampioen én vice-wereldkampioen bekend. Walls pakte dankzij zijn rondewinst de bronzen medaille. Kluge werd vierde, vóór de uittredende wereldkampioen Stewart en Meyer.

Omnium – mannen
Benjamin Thomas
Jan-Willem van Schip
Matthew Walls

Het podium: Van Schip, wereldkampioen Thomas en Walls – foto: Cor Vos