Yoeri Havik: “Jan-Willem en ik kunnen zeker naar het podium rijden”
foto: Cor Vos
zondag 1 maart 2020 om 07:30

Yoeri Havik: “Jan-Willem en ik kunnen zeker naar het podium rijden”

Interview Yoeri Havik rijdt zondag in Berlijn op het WK baan de koppelkoers aan de zijde van Jan-Willem van Schip. De één is van de oude school, de ander is van de extreme trainingen. “We vullen elkaar aan op verschillende vlakken, terwijl we ook hetzelfde zijn: het liefst vliegen we er vanaf de eerste sprint in”, vertelt Havik aan WielerFlits.

Beeldmateriaal van Yoeri Havik in de fotobibliotheek is er te over: van het NK tijdrijden bij de nieuwelingen in 2007 tot aan de prijsuitreiking in Rotterdam van de Wooning Zesdaagse, nu bijna twee maanden geleden. Steeds weer keren de beeltenissen terug van handaflossingen in legio koppelkoersen; met Peter Schep, Nick Stöpler, Niki Terpstra, zijn oom Danny Stam, Michael Vingerling, Melvin van Zijl en Dylan van Baarle, meer recent met Wim Stroetinga en Jan-Willem van Schip. Het moge duidelijk zijn dat de piste weinig geheimen meer voor hem heeft.

Havik en Van Schip tijdens de Zesdaagse van Gent – foto: Cor Vos

Zondag gaat Havik aan de zijde van Van Schip van start tijdens het WK baanwielrennen in Berlijn. Vorig jaar behaalden zij op de Europese Spelen in Minsk én tijdens het EK in Apeldoorn de zilveren medaille. Dit jaar wonnen ze tijdens de Wereldbeker van Milton de koppelkoers en drie weken geleden waren ze in Denemarken een klasse apart in de Driedaagse van Kopenhagen. Daar zette het Nederlandse koppel de tegenstand op meerdere ronden achterstand. Dat zijn aanloop naar het WK heel goed is geweest, vertelt Havik aan WielerFlits.

Vrij koersen
“Die aanloop begon in december eigenlijk al met een trainingskamp. Vervolgens won ik samen met Wim (Stroetinga) in Rotterdam de zesdaagse”, blikt hij terug. “Toen ging ik weer op trainingskamp met Jan-Willem samen en deden we in Milton de Wereldbeker. Dat we daar zó overtuigend wonnen, was niet te verwachting. Dat was super. Dat maakte de plaatsing voor de Spelen in Tokio ook een stuk zekerder, waardoor we op het WK gewoon voor het podium kunnen gaan. Vrij koersen zeg maar, en niet dat je met de concurrenten voor de Olympic Ranking bezig hoeft te zijn.”

Tokio, de naam is gevallen. Als alles volgens plan verloopt, gaan ze daarnaartoe: Van Schip voor het omnium en Havik naast hem voor de koppelkoers. Alleen als het koppel valt en laatste wordt op het WK, en Portugal en Ierland rijden naar de top tien, zijn ze niet geplaatst. “Normaal gesproken komt dat wél goed, maar daar zijn we ook het hele jaar al mee bezig geweest. Vooral nog tot voor het EK, toen we tweede werden. Nu we die Wereldbeker gewonnen hebben, zijn we een stuk safer.”

Zilver voor Havik en Van Schip op het EK in Apeldoorn – foto: Cor Vos

Hun optreden in de Driedaagse van Kopenhagen beschouwt hij als een soort laatste training voor Berlijn. “Daar reden we iedereen op vijf ronden, dat sloeg eigenlijk nergens op. Maar dat het zo lekker gaat, motiveert heel erg om naar het WK te gaan”, zegt Havik, die ook lichamelijk helemaal in orde is. “Fysiek voel ik me helemaal top. Er zijn af en toe oefeningen waarin Jan-Willem beter is op de baan, af en toe in een sprintje ben ik weer beter. Maar op zich liggen we allebei heel erg op schema. Dat maakt het ook heel leuk.”

Oldskool versus extreem
Waarom is die wisselwerking met Van Schip zo goed? “Dat zit hem in…hij is – hoe moet je dat goed zeggen? Hij durft te vernieuwen. Dus ik was echt een oldskool wielrenner en hij durft heel extreme trainingen te doen. Soms werkt het, soms ook niet. Maar de dingen die wel werken, pakt hij heel extreem op en dan ben ik dat ook gaan doen. Eigenlijk ben ik harder gaan trainen en dat blijkt te werken. En ik kan hem op tactisch én technisch vlak, zeker in de koppelkoers, weer een heleboel dingen leren. Hij staat er ook extreem open voor om te leren.”

“Hij zegt bijvoorbeeld vaak dat hij het nog niet goed genoeg doet en dan vraagt hij aan mij wat er beter moet. Maar op een gegeven moment gaat het voor negentig procent goed en dan moet je ook tevreden kunnen zijn. Hij blijft erbij dat hij wil leren en mij leert hij dan weer dingen qua training of voeding. En zo vullen we elkaar heel goed aan op verschillende vlakken, terwijl we ook hetzelfde zijn. We zijn ook allebei fanatieke motherfuckers, die wedstrijden willen winnen en het liefst vanaf de eerste sprint erin vliegen.”

Havik in de baan tijdens het EK in Apeldoorn – foto: Cor Vos

Waarin dat gaat resulteren op het WK, vindt Havik moeilijk te zeggen. “Het is natuurlijk een koppelkoers van vijftig kilometer. Binnen een uur is het gedaan. Zelf denk ik dat tussen plek drie en acht alles mogelijk is. Ik geloof zeker dat we naar het podium kunnen rijden, maar ik zie wel de Denen en Duitsers als grote favorieten. Als die hun niveau halen en zo hard rijden, zoals ze op EK’s en WK’s al deden, wordt het moeilijk om die te kloppen. Daarachter zitten vijf, zes koppels, die erg aan elkaar gewaagd zijn. Daar horen wij zeker bij, dus daar moeten wij tussen rijden.”

Vriendenboekje
Na het WK neemt Havik eerst wat gas terug. “Ik rijd nog wel de Six Day in Manchester samen met Wim. Dan vanaf april, mei en juni wordt het één grote opbouw naar de Spelen als het goed is. Ik ken al anderhalf jaar alle rankings uit mijn hoofd en nu is het bijna zeker. Verder ga ik veel op de weg koersen om zo conditie op te doen. Een combinatie, en eigenlijk zoals de laatste drie jaar, met de baan in het achterhoofd. Niet een wedstrijd te belangrijk maken en daar drie dagen voor uitrusten, maar lekker trainen op de weg.”

“Ik ben nu net 29 geworden en toevallig vertelde mijn moeder laatst een verhaal over dat toen ik 9 was, ik in het vriendenboekje van mijn zusje schreef dat mijn favoriete tv-programma de Olympische Spelen in Sydney was. Mijn oom, Danny Stam, deed daar ook mee en dat was dan mijn favoriete programma. Mijn moeder zei dan dat het geen tv-programma was. Toen hebben we een heftige discussie gehad dat het gewoon elke vier jaar mijn favoriete tv-programma is. Dat je dan twintig jaar later zelf waarschijnlijk meedoet, is een droom die uitkomt.”