Een dolenthousiaste Antwan Tolhoek (21) mag zich de komende drie maanden gaan bewijzen als stagiair bij Tinkoff-Saxo. De Russische WorldTour-formatie bood de jonge Zeeuw een stagecontract aan, nadat hij begin juli indruk had gemaakt tijdens een kennismakingsstage in het Italiaanse Livigno. Aan de vooravond van zijn debuut voor Tinkoff-Saxo in de Arctic Race of Norway sprak Tolhoek met WielerFlits.

Het was een complete verrassing voor de 21-jarige Antwan Tolhoek toen hij eind juni van ploegleider Arthur van Dongen vernam dat hij samen met enkele andere beloften was uitgenodigd voor een trainingskamp met de renners van een van de grootste wielerploegen in de wereld: Tinkoff-Saxo. “Hoe komen ze nou precies bij mij terecht?”, was naar eigen zeggen het eerste wat in zijn gedachten opkwam. Tolhoek is pas aan zijn eerste seizoen bezig voor het Rabobank Development Team en wist naast het behalen van de bergtrui in de Tour de Bretagne, een zesde plek in het Nederlands kampioenschap op de weg en een vijftiende plaats in Luik-Bastenaken-Luik voor beloften neer te zetten.

Tolhoek: “Als je dit jaar een tiental grote koersen gewonnen hebt bij de beloften, dan mag je misschien wel stiekem dromen dat je door zo’n ploeg een keertje gevraagd wordt om mee te komen trainen of stage te komen lopen. Maar dat is in mijn geval niet echt geweest, daarom denk ik dat ik de stageplek niet aan specifieke resultaten te danken heb. Ik heb wel tegen de renners van Tinkoff-Saxo gereden in de Tour des Fjords, eind mei. Daar heb ik mij goed kunnen tonen door een paar keer in de aanval te gaan en heb ik volgens mij best wel sterk gereden. Misschien ben ik daar aan de ploegleiders van het team opgevallen. Al kan je dat natuurlijk niet met zekerheid zeggen.”

Een andere mogelijkheid is de aanwezigheid van de twee Nederlandse ploegleiders binnen de ploeg: Tristan Hoffman – op Karsten Kroon na de enige Nederlander die ooit voor dit team heeft gereden – en Steven De Jongh. “Het zou goed kunnen dat zij mij hebben uitgekozen of een goed woordje voor mij hebben gedaan. Maar als dat het geval is, zou me dat in zekere zin wel best verrassen, omdat ik helemaal geen contact met een van hen heb. Ik ken De Jongh en Hoffman natuurlijk wel van naam en ook van op de televisie, maar we hebben elkaar nog nooit in real life gesproken. Best een beetje raar, natuurlijk, maar het nu eenmaal zo. Zelfs tijdens het trainingskamp zelf heb ik hen niet gezien, want toen zaten zij natuurlijk achter het stuur in de Tour de France.”

Ouwehoeren met Breschel en co
Ook de grote renners van de ploeg, zoals Alberto Contador, Peter Sagan en Ivan Basso, waren op het moment van het trainingskamp actief in de Tour de France. Toch kon Tolhoek trainen in een goed gezelschap. “Matti Breschel, die in het verleden nog een paar jaar bij Rabobank heeft gereden, was de grootste naam die met ons meereed. Ook Michael Mørkøv, Maciej Bodnar en Manuele Boaro waren erbij. Dat zijn toch behoorlijke namen in de wielerwereld. Ik had verwacht dat ze heel gefocust zouden zijn op henzelf, maar je zag toch dat ze oprecht in ons waren geïnteresseerd. Dat was heel fijn om te zien. Je kreeg op die manier het gevoel een volwaardig lid van de ploeg te zijn, voor een jonge coureur als ik is dat heel gaaf. Het was genieten om in hun gezelschap te mogen rijden.”

“Vooral de oudere renners gaven af en toe wel eens tips tijdens de trainingstochten. Dat ging dan om kleine dingetjes tussendoor: dat we niet te gek moesten doen op training en dat het vooral belangrijk is om het plezier in het fietsen te behouden tijdens je loopbaan als renner. Het ging er verder eigenlijk heel ontspannen en relaxed aan toe, wat het veel makkelijker maakte om contact te leggen met de renners van de ploeg. Boven op elke helling werd er gewacht op de mindere renners en dan was er tijd om een beetje te ouwehoeren. Het was dus niet zo dat er druk achter zat, daarom was het ook een kennismakingsstage.”

“Of er ook vaak op mij moest gewacht worden? Als ik eerlijk ben, mag ik volgens mij wel zeggen dat mijn niveau best goed was. Dat viel me eigenlijk wel op. Ik moest echt niet zoveel onderdoen voor de meeste renners daar op het trainingskamp, al waren ritten tijdens de eerste dagen toch bijzonder pittig. Mijn lichaam moest ook even wennen aan de hoogte en dat gaf een raar gevoel. Het kan er ook mee te maken hebben dat het pas de eerste keer was dat ik op hoogte ging trainen, iedere renner reageert daar anders op. Maar na de zware eerste dagen ging het bij mij vrij snel opnieuw goed. Ik kon mijn normale trainingsniveau gelukkig weer oppakken en daar was ik bijzonder blij mee. Meer moeite had ik met het Engels spreken. Dat is toch een serieuze aanpassing, maar gelukkig is niet iedereen zijn Engels top, waardoor je elkaar wel een beetje tegemoet komt.”

Wat Tolhoek vlak na afloop van het trainingskamp nog niet wist, was dat hij enkele weken later nog meer heuglijk nieuws uit het Tinkoff-Saxo-kamp zou ontvangen, in de vorm van een stagecontract. “Ze hadden vooraf aan ploegleider Arthur van Dongen gezegd dat het om een kennismakingsstage ging, dan ga je er niet gelijk vanuit dat je daarna ook een stageplek kan krijgen. Je bent dan superverrast en vooral ongelooflijk trots wanneer je hoort dat je die kans krijgt. Om eerlijk te zijn, was ik daar totaal niet mee bezig. Ik was al blij dat ik voor het Rabobank Development Team mag fietsen. Dat Tinkoff-Saxo mij dan een kans wil geven, is supergaaf. Ik wist niet dat het voor mij ooit mogelijk zou zijn om als stagiair te mogen rijden bij een van de grootste ploegen van de wereld, zoals deze. Maar nu dat wel het geval is, kijk ik er enorm naar uit om te tonen dat ik dit niveau aankan.”

Veel lof voor Rabobank Dev Team
Droomt de jonge Zeeuw er nu ook stiekem van om dankzij een succesvolle stage een contract voor volgend seizoen bij de WorldTour-formatie af te dwingen? “Als het klikt met de ploegmaats, zou dat wel mooi zijn natuurlijk. Maar over dat soort dingen hebben we het nog niet gehad. Als je nog geen persoonlijk contact hebt gehad met de belangrijke mensen uit de ploeg, moet je ook niet gaan dromen van een contract. Dat ik in ieder geval de komende drie maanden mijn beste beentje voor ga zetten, dat mag wel duidelijk zijn. Ik ga er alles aan doen om deze stage zo succesvol mogelijk te maken en dan zien we wel wat de toekomst brengt. Maar laat het duidelijk zijn dat een contract afdwingen sowieso niet doel nummer één is, want ik kreeg de voorbije week te horen dat ik nog een jaar langer bij Rabobank mag blijven. Daar was ik al ongelooflijk blij mee.”

Tolhoek heeft dan ook behoorlijk veel aan zijn Nederlandse werkgever te danken. “Rabobank is een heel professioneel team, dat ervoor heeft gezorgd dat ik fysiek grote stappen kan zetten. Ik verteer de etappekoersen een stuk beter en mijn aantal koersdagen gaan ten opzichte van de voorbije jaren enorm de hoogte in. Als je ziet dat ik op dit moment van het seizoen al meer koersen heb gereden, dan vorig jaar op een heel seizoen, dan mag je niet klagen. Aan het einde van het jaar zal ik waarschijnlijk net zoveel koersen gereden hebben als ik in mijn hele leven gedaan heb. Dat bewijst volgens mij dat we op de goede weg zitten. De aanpak van de ploeg is schitterend en wat ook belangrijk is voor mij, is dat met de Nederlandse jonge jongens gewoon heel gezellig en leuk is. Dat ga ik de komende maanden misschien wel missen bij Tinkoff-Saxo.”