Voorbeschouwing: Visit Friesland Elfsteden Race 2022
foto: Cor Vos
zondag 6 maart 2022 om 08:00

Voorbeschouwing: Visit Friesland Elfsteden Race 2022

It giet oan! Door het wegvallen van de Ster van Zwolle, opent het Nederlandse wegseizoen zondag 6 maart met de gloednieuwe Visit Friesland Elfsteden Race. Niet per schaats, maar op de fiets zullen een kleine tweehonderd mannen Friesland doorkruisen en in tien steden hun virtuele stempels ophalen. Vervolgens wacht in Leeuwarden de finish. Wie toont zich – parallel aan de Bonkevaart – de Jeen van den Berg van de koers? WielerFlits blikt vooruit!

Historie

De Visit Friesland Elfsteden Race is een paradox: hoewel er nog geen eerdere edities zijn geweest, zit de koers vol historie. Dat komt natuurlijk door de welbekende schaatstocht. De eerste officiële Elfstedentocht over ijs vond plaats in 1909 – in een periode waarin trouwens ook veel van de grote wielerklassiekers het levenslicht zagen – en sindsdien is de Tocht der Tochten nog veertien keer georganiseerd. Elke uitgave leverde weer tal van nieuwe verhalen op, die bijdroegen aan de legendarische status van het evenement.

Laten we het echter over wielrennen hebben. Hoewel de Visit Friesland Elfsteden Race nieuw is, is een profkoers langs de elf Friese steden geen noviteit. Omdat de schaatstocht maar op zich liet wachten na 1963, werd in 1984 bedacht dat er dan maar een wielerwedstrijd moest komen. Uiteindelijk vond deze plaats in april van 1985, enkele maanden nadat – u raadt het al – de Tocht der Tochten toch weer eens was doorgegaan. Misschien dat mede daarom de Elfstedentocht voor beroepsrenners geen succes werd. Na vier edities (gewonnen door Jacques Hanegraaf, Frank Verleyen, Hans Daams en Peter Pieters) kwam er in 1989 geen vierde beurt.

Het bruggetje bij Bartlehiem is een iconische plek in de Elfstedentocht – foto: Cor Vos

Toch is er doorheen de geschiedenis genoeg gekoerst op Friese bodem. Sterker nog, de allereerste officieuze ‘wielerwedstrijd’ van Nederland vond plaats in Friesland, aldus Martinus Jongsma en Bernard Pijper. In hun boek Wielrennen in Friesland door de eeuwen heen. Fan tsjiltsjeriden oant hurdfytsen (1999) schrijven de twee historici over een “krachtmeting op drie-wielige vélocipèdes” tussen twee wagenmakers uit Workum.

Workum-Bolsward-Workum
Op 12 februari 1863, meer dan veertig jaar voordat de eerste Tour de France plaatsvond, gingen Andries Deinum en Durk Driebergen de strijd met elkaar aan. De twee smeden hadden beiden een fiets geconstrueerd en wilden weleens kijken wie daar het hardst mee kon rijden. Zoals dat hoort bij een wielerwedstrijd uit de oertijd, werd er niet alleen van A naar B gereden, maar ook weer terug. Hoe kwam je anders immers weer thuis? Aldus werden koersen als Parijs-Brest-Parijs (1891) en Luik-Bastenaken-Luik (1892) voorafgegaan door Workum-Bolsward-Workum.

Wat de afstand betrof, kon de in twee etappes opgedeelde Workum-Bolsward-Workum niet tippen aan zijn bekendere en officiëlere opvolgers: de totale afstand bedroeg nog geen dertig kilometer. Het smakelijkste wieleringrediënt – tragiek – was echter wel gelijk rijkelijk aanwezig. De tocht kende namelijk meerdere dramatische momenten. Zo kreeg Driebergen reeds in de eerste rit van de koers, richting Bolsward, te maken met pech: zijn vélocipède bezweek. Het vehikel bleek niet bestand tegen het net gestorte grind, dat het parcours loodzwaar maakte. “Het was vele malen erger dan wat tegenwoordig in de klassieke profwedstrijd ‘Hel van het Noorden’, Parijs-Roubaix, moet worden doorstaan”, aldus Jongsma en Pijper.

Bolsward is een koersstad gebleven: de Benelux Tour komt er regelmatig op bezoek – foto: Cor Vos

Nadat Driebergen met materiaalproblemen af moest haken, reed Deinum als triomfator en “begeleid door een menigte nieuwsgierigen” Bolsward binnen. Ook in 1863 wachtte ‘de Tour’ al op niemand. Dat bleek even later opnieuw, toen er op de terugweg weer malheur gemeld werd. Ditmaal was Deinum het slachtoffer. Op een moment dat de snelheden hoog opliepen – “zelfs een trekschuit, voorzien van paard en zeil, haalden ze in” – en de renners opnieuw de meest gevreesde puinstrook nabij Parrega aandeden, ging Deinums fiets stuk. Driebergen nam vervolgens revanche voor zijn verlies eerder die dag: met zijn gerepareerde driewieler reed hij als eerste door de straten van thuisplaats Workum.

Het huidige Friese wielrennen
Het duel der smeden ligt alweer bijna honderdzestig jaar achter ons. Sindsdien hebben er nog tal van pelotons over de Friese wegen gejaagd, maar de laatste jaren is het aantal amateurwedstrijden in het land van Grutte Pier tanende. Rondjes om de kerk verdwijnen en klassiekers zijn er steeds minder. In het vorige decennium gingen koersen als de Woudenomloop, de Ronde van Zuid-West Friesland en de Ronde van Zuid-Oost Friesland – ooit prestigieuze eendaagsen – ter ziele. Profs zijn ook zelden te zien in provincie. Hoewel de Benelux Tour nog weleens op bezoek komt en in Surhuisterveen jaarlijks een natourcriterium plaatsvindt, is er al meer dan tien jaar geen op zichzelf staande UCI-koers voor mannen meer verreden. Na de Batavus Pro Race (UCI 1.1), die in 2010 zijn laatste editie kende, bleef het stil.

Het podium van de laatste Batavus Pro Race – foto: Cor Vos

Taeke Oppewal: “Het wielrennen ligt een klein beetje op zijn gat hier”
“Het wielrennen ligt een klein beetje op zijn gat hier”, erkent Taeke Oppewal, teammanager van het Friese clubteam Houttec. Oppewal is een van de personen die WielerFlits in aanloop naar de Visit Friesland Elfsteden Race sprak over de betekenis van de nieuwe wedstrijd voor het Friese wielrennen. Ook Hartthijs de Vries, Rick Ottema (beiden renners bij Metec-SOLARWATT p/b Mantel) en Jelmer Koning (teammanager bij clubteam Wieler Combinatie Friesland) werden naar hun mening gevraagd.

Oppewal wijst verschillende oorzaken aan voor de achteruitgang van het Friese wielrennen en gaat daarbij specifiek in op de geringe belangstelling van de lokale jeugd voor de sport. “We missen natuurlijk een aantal idolen. Pieter (Weening, red.) is gestopt, Lieuwe (Westra, red.) is gestopt – dat heeft zijn terugslag op de jongere generatie. Daarnaast had je vroeger in iedere stad en elk dorp een koers, maar dat is niet meer. Kinderen komen tegenwoordig niet snel meer in aanraking met wielrennen. En aangezien wedstrijden altijd ver rijden zijn, moet je wel echt een liefhebber zijn om überhaupt met deze sport te beginnen, laat staan het vol te houden”, aldus de voormalig Nederlands kampioen bij de masters 40+.

De komst van de Visit Friesland Elfsteden Race juicht Oppewal dan ook toe. “Dingen zoals dit, het organiseren van zo’n wedstrijd, zijn gewoon noodzakelijk als we het Friese wielrennen uit het slop willen halen”, meent de oud-renner. Hij hoopt dat de Visit Elfsteden Classic een opmaat naar meer is. “Eigenlijk zou in elk van de Friese Elfsteden weer een koers moeten zijn. Ik heb daar al eens vaker met een paar mensen mee om tafel gezeten, maar daar zou deze organisatie misschien ook wat mee kunnen doen. Stel deze wedstrijd wordt een succes, dan is er wellicht de mogelijkheid dat de sponsoren samen gaan zitten om in alle steden een criterium te organiseren. Die kant moeten we denk ik weer wat op: dan heb je de kans dat het allemaal weer wat aanslaat bij de jeugd.”

Weening (links) en Westra waren de vaandeldragers van het Friese welrennen – foto: Cor Vos

Hartthijs de Vries: “Vroeger vond ik het ook geweldig als er een koers in de buurt was”
Ook Hartthijs de Vries vindt het “heel goed dat deze Elfsteden Race op de kalender staat”. De 25-jarige coureur, die zijn fietscarrière ooit begon bij WV Otto Ebbens en al jaren tot de beste Continental-renners van Nederland behoort, wijst net als Oppewal op de inspirerende werking van een wedstrijd als deze op de jeugd. “Vroeger vond ik het ook geweldig als er een koers in de buurt was. Als klein jongetje kijk je toch op tegen die mannen. Maar de laatste jaren was er niks in Friesland. Sinds ik bij de opleidingsploeg van Rabobank kwam, als eerstejaars belofte (in 2015, red.), heb ik nog nooit een klassieker in Friesland gereden.”

De Vries kan zijn laatste eendaagse in eigen provincie nauwelijks meer herinneren. “Ik vermoed dat het de Woudenomloop was, bij de junioren. Dat is acht, negen jaar geleden. En op een heel ander niveau. Het is toch wel bijzonder om nu gelijk weer een UCI-wedstrijd te rijden in eigen regio”, aldus de Kollumer, die uitkijkt naar de seizoensopener. Hij wil na een goede winter nog eenmaal alles uit de kast halen om zich in de kijker te rijden bij een profploeg.

Het parcours, dat uit één grote ronde bestaat en waaiermogelijkheden biedt, bevalt De Vries alvast. Hij verwacht een zware koers, en hoopt daar ook op. Afgelopen maandag verkende hij het zuidelijke deel van de route nog eens. “De noordelijke lus was niet nodig, daar heb ik al zo vaak gefietst: die ken ik uit mijn hoofd. Maar ook het onderste deel rijd ik regelmatig. In feite is het de hele dag over bekend terrein. Dat is toch speciaal.”

De Vries (rechts) op het eindpodium van Olympia’s Tour 2016 met Pavel Sivakov en Cees Bol – foto: Cor Vos

Rick Ottema: “Een Elfstedentocht als wielerwedstrijd, dat zal kippenvel opleveren”
De Vries was maandag niet alleen op verkenning: hij werd vergezeld door enkele van zijn Metec-ploeggenoten. Onder hen ook Rick Ottema. Ottema werd geboren Groningen, maar de liefde bracht hem naar Friesland. De 29-jarige renner en zijn vriendin Manon wonen al enkele jaren samen in Leeuwarden. “Het is een droom om het seizoen zo te beginnen, op deze plek. Ik ken alle wegen hier, ik zal niet voor verrassingen komen te staan. Die kennis maakt het extra leuk.”

Ottema kijkt er naar uit om weer een ouderwetse waaierkoers te rijden, nadat dit type wedstrijden door de coronacrisis de afgelopen twee jaar dun gezaaid was. Dat dit in de eigen achtertuin gebeurt, maakt het extra mooi, geeft hij aan. “De meeste mensen die ik ken uit de buurt, zullen langs de kant staan. Mijn schoonfamilie woont misschien honderd meter van de route en komt zeker naar de finish. En Manon zegt ook al wekenlang dat ze meer uitkijkt naar mijn wedstrijd dan naar haar eigen koersen, omdat ik eindelijk een kans krijg in eigen provincie. Het is dus wel een ding.”

Waarom heeft het zolang geduurd voordat hij in Friesland een klassieker kan rijden? “Ik begrijp het niet zo goed. We hebben hier in Friesland zoveel mooie wegen, maar geen wedstrijden. De gemeenten zijn erg bezig met de fietsveiligheid, bijvoorbeeld door de fietspaden te verbreden. Terwijl ze in bijvoorbeeld Drenthe echt inzetten op evenementen, ligt hier de focus op een goede fietscultuur. Hoewel dat uiteraard belangrijk is, denk ik dat je ook koersen moet organiseren. Er zullen zondag heel veel mensen langs de kant staan die denken: de Elfstedentocht ging dan misschien niet door, maar de Elfsteden Race wel. Dat zal kippenvel opleveren.”

“Ik hoop dan ook dat dit veel jongeren aanspreekt, die denken: dat lijkt me ook gaaf om aan mee te doen. En misschien kan dat al gauw, als er in de toekomst ook nog een jeugdwedstrijd in het voorprogramma wordt opgenomen. Het is voor nu al geweldig dat ze dit op poten hebben kunnen zetten, in een tijd waarin veel wedstrijden juist wegvallen vanwege een tekort aan politiebegeleiding, maar het zou mooi zijn als de breedtesport er uiteindelijk ook van profiteert”, hoopt Ottema, die als jeugdtrainer bij LWV de Friesche Leeuw ook zelf zijn steentje bijdraagt aan de ontwikkeling van de wielersport in de regio.

Rick Ottema komt sinds 2019 uit voor Metec – foto: Léon van Bon/Topcompetitie

Jelmer Koning: “Hopen dat de organisatie dit initiatief doorzet”
Iemand die dat ook doet, zijn steentje bijdragen, is Jelmer Koning. Koning is teammanager bij de Wieler Combinatie Friesland (WCF), een samenwerkingsverband tussen vijf Friese clubs: LWV de Friesche Leeuw (Leeuwarden), WV Snits (Sneek), WV Kapenga Home Center (Drachten), WV Otto Ebbens (De Westereen) en WSVO (Ooststellingwerf). De WCF heeft zich ten doel gesteld om talent binnen de regio via de Elite/Beloften-ploeg door te laten groeien naar het continentale niveau – of hoger. De hoofdmacht heeft ook een voorbeeldfunctie. “Via dit team willen wij jeugd inspireren en mensen laten zien dat je het ook hier, in de eigen regio, ver kan schoppen”, aldus Koning.

Een evenement als de Visit Friesland Elfsteden Race is daar een uitgelezen mogelijkheid voor. “Juist zulke evenementen maken het mogelijk om de jeugd te enthousiasmeren voor de wielersport”, stelt Koning. “Onze junioren zullen op zondag bijvoorbeeld op veel punten van de route naar hun voorbeelden gaan kijken, in de hoop daar over enkele jaren ook tussen te rijden. Wij doen er met de WCF alles aan om die dromen te verwezenlijken. Daarom hopen we ook dat de organisatie dit initiatief de komende jaren doorzet.”

Koning beseft dat het voor zijn renners – overwegend beloften zonder al te veel ervaring – lastig wordt om zich te meten met de (semi-)profs die aan het vertrek staan. “We denken nog niet aan winst, dat is niet realistisch, maar jong talent de kans geven om hier starten, zorgt ervoor dat we ze naar een nieuw niveau kunnen tillen”, klinkt het. Oppewal, van Houttec Cycling Team, is ook voorzichtig met grote uitspraken, maar denkt wel dat zijn selectie er klaar voor is. “Er is veel in het buitenland getraind – Mallorca, Gran Canaria, Nice -, dus ik verwacht wel dat het niveau van de renners goed is. Sommige jongens hebben zich de afgelopen jaren vanwege de corona weinig kunnen tonen, maar ik denk dat ze er conditioneel over het algemeen heel goed voor staan.”

Beiden, zowel Koning als Oppewal, benadrukken dat iedereen enorm gemotiveerd is voor de thuiskoers. “Het niveau is waarschijnlijk het hoogste van het hele seizoen. Er rijden een aantal profploegen mee, zoals Sport Vlaanderen-Baloise, maar dat schrikt ze niet af. Ze krijgen er juist moraal van”, zegt Oppewal over zijn renners. “Natuurlijk moeten ze niet gedemotiveerd worden als die profs vanaf het begin gas geven en direct alles uit elkaar gereden wordt. Dit gaat niet hun enige kans zijn. Ik heb goede hoop dat ze nog talloze keren in hun carrière kunnen schitteren in Friesland.”


Vorig jaar

Vorig jaar was er geen Elfstedentocht. Niet als wielerwedstrijd, noch als schaatskoers. Maar de beelden van 1997, toen Henk Angenent de voorlopig laatste editie op het ijs wist te winnen, willen we u niet onthouden – hoe vaak u ze waarschijnlijk ook al heeft gezien. Wie van wielrennen houdt, moet ook hier van kunnen genieten.

Vanaf 04:26:00 ziet u de zinderende slotfase, waarin Angenent en Erik Hulzebosch zij-aan-zij naar de finish sprinten, alsof ze de laatste meters afleggen van een loeisteile Vueltacol. Uiteindelijk trekt de Spruitjeskweker uit Woubrugge aan het langste eind. Na 199,8 loodzware kilometers wacht er voor hem eeuwige roem op de Bonkevaart.


Parcours

De officiële start is bij het WTC Expo, waar op termijn ook het nieuwe stadion van voetbalclub SC Cambuur moet herrijzen. Vanuit de naastgelegen Elfstedenhal starten normaliter – al rennend richting de Zwettehaven, met de schaatsen in de hand – ook de deelnemers van de schaatstocht. Het peloton rijdt tijdens de Visit Friesland Elfsteden Race de route van de laatste Elfstedentocht, maar dan tegen de klok in. Nieuw is dat niet. De eerste vier edities én de zevende uitgave van het schaatsevenement gingen ook in omgekeerde volgorde: Dokkum, Franeker, Harlingen, Bolsward, Workum, Hindelopen, Stavoren, Sloten, IJlst, Sneek en weer terug naar Leeuwarden.

Onderweg hoeven de renners niet te vrezen voor verraderlijke beklimmingen. Het aantal hoogtemeters is nihil. Kort na Stavoren, in het voor toeristen zeer fraaie Gaasterland, komen de coureurs over de officieuze Cima Coppi: het Roode Kliff, 10 (!) meter boven N.A.P. Bovenop deze ‘helling’ staat een monument met daarop de tekst leaver dea as slaef. Oftewel: liever dood dan slaaf. Het gedenkteken, een zwerfkei van flink formaat, herinnert aan de Slag bij Warns in 1345. Tijdens deze slag, die een onderdeel was van de Fries-Hollandse oorlogen, wisten de Friezen hun Hollandse tegenstanders te verslaan.

Waaiers in Friesland tijdens de eerste etappe van de Benelux Tour 2021 – foto: Cor Vos

In de koers zal het ongetwijfeld ook oorlog worden, maar dan door toedoen van de wind. In de allereerste kilometers, als het peloton vanuit Leeuwarden weggeschoten is en door de Wâlden naar Dokkum trekt, vind je nog enige beschutting. Maar eenmaal voorbij Dokkum, is het helemaal open. Het geringste briesje zal hier al voor nervositeit zorgen. Waait het harder, dan is het onvermijdelijk dat het in groepen uiteenslaat. En het waait nogal eens vrij stevig in Friesland.

De finish is na 199,2 kilometer op de Groningerstraatweg, ter hoogte van Elfstedenfinishboog. Deze weg aan de oostzijde van Leeuwarden ligt parallel aan de Bonkevaart, waar de schaatsers sinds 1985 finishen. Het betreft een rechttoe-rechtaan aankomst met genoeg ruimte voor een eventuele sprint.

Zondag 6 maart, Visit Friesland Elfsteden Race: Leeuwarden – Leeuwarden (199,2 km)
Start: 11.00 uur
Finish: tussen 15.35 en 16.00 uur


Favorieten

Het deelnemersveld van de eerste editie van de Visit Friesland Elfsteden Race bestaat uit een mix van één profploeg (Sport Vlaanderen-Baloise), een hele rits continentale ploegen uit binnen- en buitenland (waaronder de opleidingsploegen van Jumbo-Visma en Team DSM), een Oostenrijkse nationale ploeg en een aantal Nederlandse clubteams.

Laten we beginnen bij de profploegen, die op papier een streepje voor zouden moeten hebben op de concurrentie. Al was het alleen al maar omdat ze over het algemeen met meer koerskilometers in de benen naar het hoge noorden komen. Een deel van de selectie van Sport Vlaanderen-Baloise reed afgelopen weekend bijvoorbeeld in de Omloop Het Nieuwsblad, dan wel Kuurne-Brussel-Kuurne. In KBK zat Jules Hesters nog mee in de vroege vlucht, maar de 23-jarige Belg zou de wedstrijd uiteindelijk niet uitrijden. Enkele weken eerder werd hij wel achtste in de Clasica de Almeria, waarmee de oud-BEAT-renner maar weer eens bewees over snelle benen te beschikken.

Bas Tietema en Jules Hesters in de kopgroep tijdens KBK – foto: Cor Vos

In de kopgroep van Kuurne-Brussel-Kuurne kwam Hesters een renner tegen die in Friesland ook weer aan het vertrek staat: Youtuber Bas Tietema. Alhoewel, misschien wordt het tijd om die aanduiding niet meer te pas en te onpas te gebruiken: Tietema heeft de afgelopen weken bewezen zijn mannetje te staan als renner. Bovendien rijdt de 27-jarige Zwollenaar deze zondag voor het opleidingsteam van Bingoal Pauwels Sauces WB, waardoor hij waarschijnlijk mee vrijheid zal krijgen dan gewoonlijk. Geen van zijn piepjonge ploeggenoten behoort tot de favorieten.

Bij de opleidingsploeg van Jumbo-Visma rijden dan wel weer een stel jonge honden rond die qua prestaties niets hoeven onder hoeven te doen voor de beroepsrenners van Sport Vlaanderen-Baloise. Eén van hen is zelfs al prof: Mick van Dijke. Van Dijke werd in september 2021 overgeheveld naar het WorldTeam van Jumbo-Visma, maar zal komend seizoen nog geregeld uitkomen voor het Development Team. Zo ook zondag. De 21-jarige alleskunner mag als kopman gezien worden, maar hij is zeker niet de enige kanshebber van de geel-zwarte troepen.

Neem Johannes Staune-Mittet. De Noor reed twee weken terug nog naar een knappe top-20-klassering in de tijdrit van de Volta ao Algarve. Daarnaast mag er ook op Rick Pluimers gelet worden. De 21-jarige renner uit Enter, die aan zijn laatste jaar als belofte begint, maakt elk jaar progressie en lijkt ook deze winter weer een stap te hebben gezet. Bij zijn seizoensdebuut eindigde hij – na een zware koers en in een sterk deelnemersveld – namelijk alweer knap in de top-30 van de GP Le Samyn.

Rick Pluimers is het seizoen goed begonnen – foto: Cor Vos

De opleidingsploeg van Team DSM heeft geen uitsproken favorieten in huis. Enzo Leijnse, de nummer vier van het WK junioren in Harrogate, lijkt de voornaamste kandidaat binnen deze ploeg. De Australische tijdrijdspecialist Patrick Eddy heeft duidelijk ook de motor om mee te spelen, maar het is nog afwachten hoe hij voor de dag komt in Europese waaierwedstrijden.

Een soortgelijke voorbehoud geldt ook voor Matthijs Büchli van BEAT. De oud-baanwielrenner is op pure power wellicht onklopbaar in dit veld, maar zijn transitie tot wegwielrenner verloopt nog niet vlekkeloos. In de eerste drie koersen die hij reed in 2022, wist hij geen enkele keer te finishen. BEAT zou daarom ook weleens vol voor de aanval kunnen gaan met bijvoorbeeld Stijn Daemen of Jente Boons, die beiden ook al het offensief kozen in de GP Le Samyn. Zij zijn duidelijk in orde aan het begin van het seizoen.

Iemand die er altijd staat in het vroege voorjaar is Elmar Reinders. De Drent reed vier jaar (van 2017 tot en met 2020) bij ProContinentale ploegen, maar deed vorig jaar – samen met zijn team Riwal – een stapje terug naar het continentale niveau. Zodoende staat hij na een lange afwezigheid weer eens aan de start van de eerste Nederlandse koers van het jaar. In 2022 is dat de Visit Friesland Elfsteden Race, doorgaans betreft het de Ster van Zwolle. Die laatste, traditionele openingskoers wist Reinders in 2015 te winnen, nadat hij in 2013 al derde was geworden. Eind vorig jaar (de Ster was verplaatst naar oktober) herhaalde hij die laatste prestatie. Wees dus niet verrast als de hardrijder juichend over de streep komt op de Groningerstraatweg – solo of als snelste van een klein groepje.

Reinders reed drie seizoenen voor Roompot – foto: Cor Vos

Wie weet slaat Reinders de handen ook wel ineen met zijn trainingsmakker Bert-Jan Lindeman. Lindeman verliet afgelopen winter de WorldTour, nadat Qhubeka NextHash opgedoekt werd, maar had nog genoeg ambitie om zijn carrière voort te zetten als continental-renner: hij tekende een contract bij VolkerWessels. Hier hoopt de Assenaar, die voor het grote publiek vooral bekend is vanwege zijn etappezege in de Vuelta van 2015, zijn oude successen in het Nederlandse circuit te herhalen. Net als Reinders, heeft Lindeman de Ster van Zwolle al eens gewonnen. Sterker nog, hij deed dat al twee keer: in 2010 en 2014. Kan hij nu ook de gelegenheidsopeningskoers op zijn naam schrijven?

Het kan echter zo zijn dat Lindeman zich in de finale ten dienst moet stellen – van Coen Vermeltfoort. Als er een (massa)sprint in de maak is, dan zal VolkerWessels naar alle waarschijnlijkheid namelijk diens kaart trekken. Mits de oud-renner van onder andere Rabobank en Roompot nog van voren zit natuurlijk, maar gezien zijn kwaliteiten is die kans reëel. Vermeltfoort is veel meer dan alleen een sprinter. Hij kan waaierkoersen perfect aan en laat dat keer op keer zien. Zijn palmares puilt uit met zeges en ereplaatsen, en er lijkt nog lang geen sleet op de 33-jarige renner te zitten. In de laatste vijf wegkoersen die Vermeltfoort vorig najaar reed, was een achtste plaats zijn ‘slechtste’ notering.

Kan Coen Vermeltfoort zonder koersritme direct scoren? – foto: Cor Vos

Bij ABLOC CT, een van de andere continentale teams uit Nederland, hebben ze ook meerdere opties. Wordt het een groepssprint, dan zijn Martins Pluto en Jesper Rasch de aangewezen mannen. Rasch, die deze winter overkwam van SEG Racing Academy, spurtte onlangs nog naar een zesde plaats in de slotrit van de Tour of Antalya. Bodi Del Grosso was er die dag bij om Rasch te piloteren.

De 20-jarige renner – twee jaar geleden als eerstejaarsbelofte al derde op het NK Beloften – is misschien niet de allersnelste van het pak, maar in een kleiner groepje kan hij wel degelijk rap aankomen. Meezitten met zo’n groepje zal gezien zijn kracht ook geen probleem zijn. Overigens maakt Del Grosso’s twee jaar jongere broertje, Tibor Del Grosso (Metec-SOLORWATT p/b Mantel), zondag zijn debuut tussen de grote mannen. De jongste van de twee broers werd vorig jaar nationaal weg- en tijdritkampioen bij de junioren.

Een van de sterkste buitenlandse ploegen aan het vertrek is het Tsjechische Elkov-Kasper, dat de veteraan Jan Bárta, Jakub Otruba en de gebroeders Ťoupalík (Jakub en Adam) in de gelederen heeft. De inmiddels 37-jarige Bárta kwam in verleden onder meer uit voor BORA-hansgrohe, terwijl Adam Ťoupalík jarenlang ploeggenoot was van Mathieu van der Poel bij Corendon-Circus. Vanwege zijn achtergrond in het veldrijden, heeft laatstgenoemde ook op de weg de nodige explosiviteit, die langs de Bonkevaart wellicht van pas kan komen.

Adam Ťoupalík tijdens het WK op de weg in Imola, 2020 – foto: Cor Vos

Justin Wolf is dan weer in staat om een solootje te rijden. De Duitser, die na vorig seizoen de overstap maakte van Bike Aid naar het Luxemburgse Leopard, kan bovendien behoorlijk aankomen. Hij is dus in alle opzichten een gevaarlijke klant. Dat is ook Wolfs landgenoot Joshua Huppertz (Lotto-Kern Haus), de winnaar van de Arno Wallaard Memorial 2018. Hij was destijds nipt sneller dan Cees Bol. Dit jaar heeft Huppertz echter nog geen koers gereden, in tegenstelling tot Elias Van Breussegem (Tarteletto-Isorex). De Belg was met de taartjesploeg aanwezig in de Tour du Rwanda, waar hij overigens geen potten wist te breken. Vorig najaar kon de voormalig winnaar van de Omloop Het Nieuwsblad voor beloften dat wel: hij won eind september de Dorpenomloop Rucphen (1.2).

Dan de Friezen. Van hen lijkt Hartthijs de Vries, die na een goede winter nog eenmaal alles uit de kast wil halen om zich in de kijker te rijden bij een profploeg, de grootste kans te maken om in eigen provincie te zegevieren. De renner van Metec kan met zijn klimmerspostuur goed uit de voeten in de heuvels, maar is ook niet vies van een potje waaierrijden. Bovendien heeft hij de tijdrijderskwaliteiten om alleen aan te komen. En – misschien nog wel het belangrijkste – hij zal uitermate gemotiveerd zijn om voor het thuispubliek de overwinning binnen te halen. Dat geldt ook voor zijn ploeggenoot Rick Ottema, bleek uit het gesprek dat we met de Leeuwarder hadden. Hij ongetwijfeld van voren te zien zijn op zijn eigen trainingswegen.

Joshua Huppertz won in 2018 de Arno Wallaard Memorial – foto: Holland Cup

Houttec Cycling Team en Wieler Combinatie Friesland, de twee Friese clubteams, hebben geen uitgesproken favorieten, maar de teammanagers tipten nog wel enkele namen. Voormalig shorttracker Mark Prinsen, ervaren rot Henk Bos (beiden Houttec), de jonge Werner van der Meer en Bas Luca de Vries (beiden WCF), die een achtergrond in het mountainbiken heeft, zouden weleens voor een verrassing kunnen zorgen.

Daarnaast rijden er ook nog enkele sterke Friesen bij de buren van de Noordelijke Wielervereniging Groningen (NWVG). Stef Krul, Harry Sweering en Björn Bakker mogen geen van allen onderschat worden: zij hebben stuk voor stuk ervaring op continentaal niveau. Ook sprinter Gerrie van Lingen (Jegg/DJR Academy) heeft dat.

Namen die nog niet voorbij zijn gekomen, maar niet ongenoemd mogen blijven, zijn Martijn Budding, Alexander Salby (Riwal), Valentin Götzinger (Oostenrijkse selectie), Madis Mihkels (Ampler-Tartu2024), Colin Heiderscheid, Jarno Mobach (beiden Leopard), Jarno Gmelich Meijling (Monda Vakantieparken-IJsselstreek), Loe van Belle (Jumbo-Visma), Adne Koster (Allinq), Victor Broex, Axel van der Tuuk (beiden Metec-SOLARWATT p/b Mantel), Daan van Sintmaartensdijk, Tijmen Eising en Timo de Jong (allen VolkerWessels). Zij mogen allemaal tot de outsiders gerekend worden.


Favorieten volgens WielerFlits
**** Coen Vermeltfoort
*** Mick van Dijke, Bert-Jan Lindeman
** Elmar Reinders, Hartthijs de Vries, Adam Ťoupalík
*  Jan Bárta, Bodi Del Grosso, Joshua Huppertz, Justin Wolf

Website organisatie
Deelnemerslijst
Deelnemerslijst (Organisatie, donderdag 3 maart)


Weer en TV

Droog, maar koud weer – dat kunnen de renners zondag verwachten. Zon en wolkenvelden zullen elkaar afwisselen, terwijl de wind – de belangrijkste factor in een koers als deze – vrij stevig zal waaien. Vanuit het noorden. Grote kans dus dat het na de openingsfase, waarin de wind voornamelijk tegen zal staan, vol op de kant gaat vanaf Dokkum.

Het laatste uur van de wedstrijd wordt live uitgezonden op Omrop Fryslân. Terwijl de finish gepland staat tussen 15.35 en 16.00 uur, zijn er namelijk beelden vanaf 14.45 uur. Om 17.00 uur, ongeveer een uur nadat de winnaar over de streep is gekomen, zal er op Eurosport 1 een samenvatting van de wedstrijd te zien zijn.


3 Reacties
04-03-2022 22:37
Uit eerste hand gehoord dat sprinttalent De Heij van Sensa ook in orde is. Ben benieuwd hoe de clubrenners zich handhaven tussen de grote mannen. Niek heeft de stempelkaart al klaar liggen. Oat moan
    05-03-2022 19:37
    Johannink gaat het doen
05-03-2022 01:53
Nou Tettemoa, let moar zain.

Reacties zijn gesloten.