Voorbeschouwing: NK wielrennen 2019
Oh rood-wit-blauw, kom maar gauw! Dit jaar strijden de profs in het Gelderse Ede voor de nationale titel op de Nederlandse Loterij NK wielrennen. Het lijkt op het eerste gezicht een parcours voor de (sterke) sprinters, maar vlak een solist zeker niet uit. Wie volgt zondag Mathieu van der Poel op als Nederlands kampioen? WielerFlits blikt uitgebreid vooruit!
Historie
H.W. van Raden, T. Baron Van Pallandt, A.J. Korthals Altes, Carel Koning… Wie niet weet dat we over het Nederlands kampioenschap wielrennen hebben, zou denken dat we te maken hebben met een schrijverscollectief. Mulisch, Reve, W.F. Hermans… Niets is echter minder waar: het waren de hoofdrolspelers van de eerste Nederlandse kampioenschappen wielrennen op de weg. We gaan terug naar het einde van de negentiende eeuw, toen de wereld nog nooit had gehoord van de Giro d’Italia, Tour de France of Vuelta a España.
In 1888 werd de eerste nationale titelstrijd georganiseerd in het Groningse Muntendam. Het was uiteindelijk Van Raden die als eerste over de streep kwam, voor wat later bleek zijn enige Nederlandse titel op een tweewieler. Het blijft voor altijd een historische overwinning. De eerste bekende naam op de erelijst is die van Jaap Eden. De wielrenner annex schaatser bleek de allerbeste in 1893 en 1894. Het waren de jaren waarin iedereen die een beetje kon fietsen, het NK mocht rijden. Dat veranderde in 1927, toen werd besloten dat alleen beroepsrenners mochten strijden om het felbegeerde rood-wit-blauw.
Kortom: het wielrennen in Nederland werd steeds groter en daarmee professioneler. De tijden waarin amateurs en semiprofs de titel grepen, waren definitief voorbij. Theo Middelkamp, Gerrit Schulte en Wim van Est: deze kampioenen zullen voor altijd worden herinnerd om hun heldendaden. Maar kent u ook de namen van Thijs Roks, Piet Damen, Jef Lahaye en Bas Maliepaard? Ze werden allemaal één of meerdere keren Nederlands kampioen, in Valkenburg, Beek, Geulle of Meerssen. Het is opvallend om te zien dat het NK tussen 1937 en 2000 bijna jaarlijks plaatsvond in Limburg.
Zo vormde Geulle van 1979 tot 1987 het decor van de nationale kampioenschappen. Wie daar wonnen? Henk Lubberding, Johan van der Velde, Jan Raas, Adrie van der Poel… Het is geen unicum dat het NK jaren achtereen werd georganiseerd in dezelfde plaats. Zo streek het vaderlandse wielerpeloton tussen 1990 en 1998 neer in het nabijgelegen Meerssen. Onder meer Peter Winnen, Steven Rooks, Erik Breukink, Servais Knaven en Michael Boogerd bewaren goede herinneringen aan het Limburgse dorpje. Na de eeuwwisseling koos de organisatie voor meer afwisseling, waardoor het NK vaker andere plaatsen en provincies aandeed.
Zo mochten sinds 2000 Nijmegen, Rotterdam, Emmen, Ootmarsum, Ouddorp en Monferland het NK organiseren. Toch bleef men vaak terugkeren naar de wielergekke provincie Limburg, met tussenstops in Maastricht, Landgraaf, Beek en Kerkrade. Vaak won er een snelle man met Jans Koerts, Stefan van Dijk, Rudie Kemna, Dylan Groenewegen en Ramon Sinkeldam. Maar ook even vaak won er een sterke (klassieker)renner, denk maar aan Erik Dekker, Léon van Bon, Koos Moerenhout, Lars Boom, Niki Terpstra en Sebastian Langeveld. De grote vraag is wat voor type renner dit jaar Nederlands kampioen zal worden. Maar daarover later meer.
Hebben we alles en iedereen behandeld? Nee, want we hebben het nog niet gehad over de recordhouder qua aantal titels. Het zou een uitstekende vraag zijn voor een wielerquiz. Jan Raas? Nee, de Zeeuw werd ‘slechts’ driemaal nationaal kampioen. Joop Zoetemelk dan? Ook niet, aangezien de ronderenner bleef steken op twee overwinningen. Is het dan Michael Boogerd? De Hagenaar wist driemaal als eerste over de streep te komen, maar moet ook één man voor zich dulden. Het was Jorinus van der Wiel die in de jaren tien en twintig van de vorige eeuw maar liefst vijfmaal Nederlands kampioen werd. Niemand van het huidige peloton die in de buurt komt van de geboren Utrechter.
Laatste tien winnaars NK op de weg
2018: Mathieu van der Poel
2017: Ramon Sinkeldam
2016: Dylan Groenewegen
2015: Niki Terpstra
2014: Sebastian Langeveld
2013: Johnny Hoogerland
2012: Niki Terpstra
2011: Pim Ligthart
2010: Niki Terpstra
2009: Koos Moerenhout
Vorig jaar
Mathieu van der Poel is al lang niet meer die verdomd talentvolle crosser/mountainbiker. De 24-jarige Nederlander verbaasde (ja, toch wel) dit voorjaar de wielerwereld met overwinningen in Dwars door Vlaanderen, de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race. Alsof dat nog niet genoeg is werd hij ook nog vierde in zijn eerste Ronde van Vlaanderen, na een indrukwekkende inhaaljacht. Het heeft Van der Poel doen besluiten om in september toch maar naar het Britse Yorkshire af te zakken, om er een gooi te doen naar de wereldtitel.
De renner van Corendon-Circus is kortom een volwaardig wegrenner geworden, maar één jaar geleden was de wegfiets nog vooral een uitstekend middel om die crossloze zomer door te komen. De Boucles de la Mayenne, de Ronde van Limburg, de Elfstedenronde… Natuurlijk wilde Van der Poel altijd en overal winnen, maar de focus bleef uitgaan naar de wintermaanden. Naar het zand van Zonhoven en de blubber van Asper-Gavere. Dit gold echter niet voor het NK wegwielrennen, dat werd verreden in Hoogerheide, daar waar de roots van zijn familie liggen.
Van der Poel wilde maar één ding in Hoogerheide: winnen! De alleskunner ging dan ook vroeg in de aanval, om zodoende de koers hard te maken. De thuisfavoriet kreeg niet veel later het gezelschap van 25 renners, maar op veertig kilometer van de streep versnelde MVDP voor een tweede keer. Ditmaal konden alleen Danny van Poppel, Dennis van Winden en Jan-Willem van Schip hun wagonnetje aanhaken. De vier vluchters hoopten op die manier het peloton, dat werd aangevoerd door LottoNL-Jumbo en Roompot-Nederlandse Loterij, voor te blijven.
Wisten de vier avonturiers vooruit te blijven? Of kregen we toch een sprint van een omvangrijke groep? Het werd het laatste, aangezien Van der Poel en co met nog vier kilometer te gaan werden bijgehaald. De rol van de parttime-wegwielrenner leek uitgespeeld, maar we hebben het hier wel over Mathieu van der Poel. Waar sprinters als Groenewegen en Jakobsen in de slotkilometers moesten lossen, kon Van der Poel in het wiel weer herstellen. Met nog twee kilometer te gaan reed hij weer naar voren…
Van der Poel zag vervolgens dat het peloton net op tijd de in extremis ontsnapte Koen de Kort weer wist in te rekenen, waarna hij titelverdediger Ramon Sinkeldam de sprint zag aangaan. De renner van Groupama-FDJ leek heel even op weg naar een tweede Nederlandse titel, maar hij werd voorbijgesneld door een witte schicht. Van der Poel wist zich door een vrijwel onmogelijk gaatje te wurmen – nog even de rechterhand gebruikend – om de concurrentie uit het wiel te sprinten. “Dit is toch wel een heel speciale zege”, zo sprak de kersverse kampioen na afloop.
“Ik had niet meer verwacht om te kunnen sprinten. Maar toen ik aanging, voelde ik direct dat er nog iets op zat”, aldus Van der Poel, die hiermee in de voetsporen wist te treden van zijn vader Adrie. Die laatste veroverde namelijk in 1987 de nationale driekleur.
Top-5 NK wielrennen op de weg 2018
1. Mathieu van der Poel (Corendon-Circus)
2. Danny van Poppel (LottoNL-Jumbo)
3. Ramon Sinkeldam (Groupama-FDJ)
4. Timo Roosen (LottoNL-Jumbo)
5. Mike Teunissen (Team Sunweb)
Parcours
De Nederlandse kampioenschappen vinden dit jaar niet plaats in Brabant, maar in de provincie Gelderland. Om precies te zijn in Ede, een gemeente gelegen op de westflank van de Veluwe. Om u een idee te geven: Ede ligt zo’n twintig kilometer ten noordwesten van Arnhem. De heren profs zullen op zondag 30 juni strijden voor die felbegeerde rood-wit-blauwe trui. De renners krijgen ditmaal een ietwat lastiger parcours voorgeschoteld.
In Goerree-Overflakkee (Dylan Groenewegen), Montferland (Ramon Sinkeldam) en Hoogerheide (Mathieu Van der Poel) kregen de sprinters een uitgelezen kans op de titel. Nu zijn Fabio Jakobsen, Danny van Poppel en Moreno Hofland in Ede verre van kansloos, maar ze zullen er toch iets harder voor moeten werken. Waarom? Omdat er wat hoogtemeters op het programma staan. Het organiserend comité heeft samen met de ploegen, de betrokken gemeenten, de provincie Gelderland én de KNWU het parcours samengesteld.
De renners zullen aankomende zondag negen rondjes van 25,2 kilometer moeten afwerken, waardoor we na 223,4 kilometer zullen weten wie de nieuwe Nederlandse kampioen is. Het peloton verzamelt zich aan de Arnhemseweg, vlakbij het gemeentehuis van Ede, voor de start van het NK. Het gaat vervolgens via de Bovenbuurtweg naar het aangrenzende dorp Bennekom, zo’n 700 meter van de bebouwde kom van Ede. De deelnemers koersen zondag overigens grotendeels over brede en rechte wegen: van draaien en keren is minder sprake.
Maar we dienen altijd met twee woorden te spreken, helemaal als we ons bevinden op de Veluwe. Het peloton koerst via Bennekom naar universiteitsstad Wageningen. Daar waar de Veluwerand, de Gelderse Vallei en de Rijn aan elkaar grenzen. Niet gek dus dat het hier aardig omhoog loopt. In Wageningen kunnen de renners zich opmaken voor twee korte hellingen, waaronder een klimmetje van 0,8 km aan 3,7%. Hier zullen de niet-sprinters de koers hard moeten maken.
Vervolgens gaat het via de lichtjes oplopende Geertjesweg en de Hartenseweg naar Wageningen-hoog, om weer koers te zetten richting Bennekom. Een solist zal hier toch flink wat voorsprong moeten hebben, aangezien de vijf daaropvolgende kilometers – over de Edesweg en de Klinkenbergweg – rechttoe-rechtaan zijn. De finish ligt niet veel later aan de Arnhemseweg. Na een vrij ruime bocht lopen de laatste driehonderd meter nog lichtjes (maximaal 4%) bergop, wat in de kaart speelt van de machtsspurters.
Start: 12.05 uur
Finish: 17.15 uur
Favorieten
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: titelverdediger Mathieu van der Poel en topsprinter Dylan Groenewegen zijn er komende zondag niet bij. Van der Poel ziet het parcours in Ede niet zitten en richt zich op de Wereldbeker mountainbike in het Franse Les Gets. Groenewegen zit ook met een Franse wedstrijd in zijn hoofd. “Ik ben dan al bezig met de Tour de France”, zo liet de renner van Jumbo-Visma eerder weten.
Op wie we wél moeten letten? Een van de grote favorieten koerst voor het Duitse Team Sunweb. De 23-jarige Cees Bol heeft zijn debuut bij de profs niet gemist. Wat heet: de sterke sprinter is dit jaar een van de lichtpuntjes van de geplaagde WorldTour-ploeg. Zo zegevierde hij in maart al in Nokere Koerse, waar hij topsprinter Pascal Ackermann en toptalent Jasper Philipsen wist af te troeven. En ook in de Tour of California wist hij een klepper van de zege te houden: niemand minder dan drievoudig wereldkampioen Peter Sagan.
Bol deed dit telkens na een echte machtsspurt, dé specialiteit van de Noord-Hollander. De neoprof is bijvoorbeeld niet zo snel als zijn grote rivaal Fabio Jakobsen, maar weinig renners beschikken over zoveel power. Dit liet hij ook weer zien in de Tour of Norway, waar hij bovendien als vijfde eindigde in het eindklassement. Bol krijgt in Ede een ideaal parcours voorgeschoteld: niet te zwaar, maar wel lastig genoeg om de pure sprinters af te matten. De licht oplopende aankomst aan de Arnhemseweg is als het ware voor hem weggelegd.
Wat ook in het voordeel spreekt van Bol: hij kan eveneens meesluipen in een vroegere vlucht en zo de koers hard maken. Zijn grote rivaal – Fabio Jakobsen – hoopt vooral op een wat matte koers, zodat hij aan het einde kan sprinten om de Nederlandse titel. De nationale titelstrijd in Ede staat al een tijdje met rood omcirkeld in zijn agenda. Een probleem: Jakobsen zal het wellicht alleen moeten doen, aangezien hij de enige Deceuninck-Quick-Step-renner aan de start is. Al behoort Jakobsen wel tot de SEG-stal, waardoor hulp misschien uit onverwachte hoek komt.
Daarnaast is het de vraag of het parcours niet iets te zwaar is voor Jakobsen. In de Baloise Belgium Tour bleek hij niet voldoende hersteld van de Ardennenrit naar Seraing, waardoor hij het in de slotetappe moest laten lopen. “Ik had gewoon de benen niet”, zo bekende Jakobsen. Is dit een voorbode voor het NK? Of zien we ditmaal een andere Jakobsen? Vergeet niet dat hij voor ‘eigen volk’ rijdt, aangezien de sprinter uit het Gelderse Heukelem komt, zo’n tachtig kilometer van Ede. Zowel Bol als Jakobsen gaan op voor hun eerste nationale titel.
Wie het NK zegt, zegt Jumbo-Visma. De Nederlandse WorldTour-ploeg levert traditioneel de meeste renners af voor de titelstrijd, waardoor altijd naar de geel-zwarte brigade wordt gekeken. Maar wie de erelijst erbij pakt, ziet dat Jumbo-Visma (en voorlopers Rabobank en Belkin) vaker niet dan wel wint. Dylan Groenewegen wist in 2016 naar de titel te sprinten, maar daarvoor kwamen Ramon Sinkeldam, Niki Terpstra, Sebastian Langeveld en Johnny Hoogerland niet uit voor de Nederlandse formatie. Om er maar een paar te noemen.
De vraag is of na dit NK wel een Jumbo-Visma-renner de rood-wit-blauwe trui mag aantrekken. Groenewegen zal het niet worden, wat kansen biedt voor zijn sprintaantrekker: Mike Teunissen. De Limburger is bezig aan een uitstekend seizoen; zo won hij al de Vierdaagse van Duinkerke en de ZLM Tour. Verder was hij een van de drijvende krachten achter het succes in de Hammer Series Stavanger. Teunissen beschikt bovendien over de kwaliteiten om het af te maken in Ede. De 26-jarige renner heeft een vlijmscherpe sprint, maar beschikt ook over de inhoud om de koers te maken.
Maar het hoeft helemaal niet uit te draaien op een (massa)sprint, aangezien veel renners gebaat zijn bij een zware koers. Zo hebben we ene Niki Terpstra, een kampioenschapsrenner bij uitstek. De 35-jarige Noord-Hollander gaat voor zijn vierde trui, na zeges in Beek, Kerkrade en Emmen. Hij won uiteraard een keer solo, maar in Emmen spurtte hij na een zware koers zelfs sneller dan Sinkeldam en Van Poppel. Houd dus maar rekening met de man van Total Direct Energie, die als buitenstaander gewend is om het op te nemen tegen een sterk collectief.
En wat dan te denken van Sebastian Langeveld? De 34-jarige renner heeft in het verleden aangetoond een lange solo te kunnen afronden. De ervaren klassiekerspecialist werd in 2014 op die manier Nederlands kampioen, na een indrukwekkend nummertje in Ootmarsum. De coureur van EF Education First kan terugkijken op een uitstekend voorseizoen, al vertaalde zich dit niet in overwinningen. Dan moet het maar in Ede gebeuren! In de individuele tijdrit werd Langeveld knap tweede. De vorm is dus opperbest.
Mocht het na ruim tweehonderd kilometer toch een sprint worden, dan is het niet alleen uitkijken naar Bol, Jakobsen en Teunissen. Want we hebben ook nog Ramon Sinkeldam, die twee jaar toch enigszins verrassend Nederlands kampioen werd. In Montferland versloeg hij Wouter Wippert en Groenewegen. Vorig seizoen moest hij dan weer genoegen nemen met brons. Wat gaat het dit jaar worden?
Wie de oplopende finishstraat in Ede bekijkt, moet concluderen dat deze is neergelegd voor een type-Moreno Hofland. Het is al een tijdje stil rondom de renner van EF Education First, maar de 27-jarige Hofland fietst toch stiekem heel aardig in de rondte. Zo snelde hij in de Tour of Norway nog naar twee top 10-noteringen, om in la Route d’Occitanie zelfs een keer derde te worden. De sterke Brabander werd al eens vijfde en zesde op een NK.
En dan hebben we nog Bas van der Kooij. De 23-jarige renner blinkt als werknemer van Monkey Town-à Bloc vooral uit in Topcompetitie-wedstrijden, maar vergeet niet dat hij vorig jaar achtste werd in Hoogerheide. En dat na een zwaar NK. Zorgt Van der Kooij voor de grote verrassing? Let ook op man-in-vorm Piotr Havik, onlangs nog tweede in Halle-Ingooigem.
Maar wellicht zorgen enkele andere rappe mannen wel voor een sensatie. Normaal behoort Danny van Poppel tot de grote kanshebbers, maar de renner van Jumbo-Visma is al enkele weken op de sukkel. Zo moest hij vroegtijdig opgeven in de rondes van Noorwegen, Californië en Zwitserland. Verder noteren we de namen van Coen Vermeltfoort, Wim Stroetinga en man-in-vorm Raymond Kreder. Die laatste kan zomaar Nederlands kampioen, maar hij zal het als renner van het Japanse UKYO wel in z’n eentje moeten doen.
Net als Wouter Wippert, die liever over een biljartvlak parcours fietst. Maar de 28-jarige coureur van Evo Pro Racing liet in Ouddorp en Ootmarsum zien dat hij ook een wat lastigere koers aankan. Beide keren moest hij genoegen nemen met zilver. Is het dit keer wel raak voor Wippert? Normaal kan ook Timo Roosen een sprintje rijden, maar de voor Jumbo-Visma uitkomende renner kent tot nu toe een pechjaar. En wat mogen we verwachten van Boy van Poppel, Joris Nieuwenhuis en Arvid de Kleijn?
Mocht het NK toch niet eindigen in een sprint, dan komt dat wellicht omdat Pieter Weening, Taco van der Hoorn of Jos van Emden uit de greep wisten te blijven van het peloton. Een ding is zeker: deze renners zijn in staat om een dergelijk kunstje te flikken. Het is zeker niet gek om te denken aan een solist als winnaar, aangezien Groenewegen er niet bij is en Jakobsen geïsoleerd aan de start staat. Dat maakt de controle minder groot, maar de wanorde alsmaar groter…
Favorieten volgens WielerFlits
**** Mike Teunissen
*** Fabio Jakobsen, Cees Bol
** Ramon Sinkeldam, Wouter Wippert, Moreno Hofland
* Arvid de Kleijn, Piotr Havik, Niki Terpstra, Sebastian Langeveld
Website organisatie
Deelnemerslijst
Weer en TV
Het belooft behoorlijk warm te worden in Ede en omstreken. De gemiddelde temperatuur zal schommelen rond de 25 graden Celsius. Tot zover de goede mededelingen, want er is toch ook wel een kans op een buitje. De sprinters zullen het niet graag zien, de aanvallers des te meer. De wind waait met een kracht van drie vanuit het westen.
Het Nederlands kampioenschap wielrennen wordt zondag traditioneel live uitgezonden door Studio Sport op NPO1.
Maar dat Groenewegen en Van Baarle niet starten kan er bij mij moeilijk in.
Dit keer tjv niet gebaat bij volledige controle en anderen kunnen niet controleren want niet de ploegmaten ervoor en voor wie zou roompot willen controleren? Een vroege vlucht zou zomaar eens tot succes kunnen leiden, zeker als er meerdere pionnen van roompot en tjv bijzitten.
1) Danny van Poppel
Mulisch, Reve en Hermans zij wel schrijvers, maar ongeveer het tegenovergestelde van een collectief.
Het Schrijverscollectief; Willem Wilmink, Hans Dorrestijn, Karel Eykman en co., De Beweging van sestig, of The Inklings waren wèl voorbeelden van een Schrijverscollectief geweest.
Sunweb heeft maar één renner die echt een winnaar is, maar zijn misschien ook niet de favorieten. Dus ik zou me op de vlakte houden en niet het spelletje spelen maar volledig speculeren op een sprint.
Roompot moet aanvallen en met een groepje wegblijven dus als het goed is maken zij de koers wel hard genoeg dat er niet te veel continentals nog met de volledige ploeg aanhangen...