Voorbeschouwing: NK op de weg voor beloften 2023 – Wie klopt Jumbo-Visma Development?
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zondag 25 juni 2023 om 08:00

Voorbeschouwing: NK op de weg voor beloften 2023 – Wie klopt Jumbo-Visma Development?

Jarenlang was het beloftenkampioenschap van Nederland een feestje van de Rabobank-opleidingsploeg. Dat stokje werd na 2015 overgenomen door het inmiddels ook opgeheven SEG Racing Academy en intussen is die rol toebedeeld aan Jumbo-Visma Development. Toch wisten ze ‘slechts’ een keer te winnen in de drie jaar dat de ploeg nu bestaat. In Sittard-Geleen zoeken we zondag 25 juni naar een opvolger van Max Kroonen. WielerFlits blikt vooruit.

Historie

Het eerste Nederlands kampioenschap voor beloften werd georganiseerd in het Zuid-Limburgse Meerssen. In 1995, een jaar voordat de UCI voor deze categorie ook een wereldkampioenschap organiseerde, was het Steven de Jongh die zich kroonde tot de eerste Nederlands kampioen bij de beloften ooit. Na het oprichten van de Rabobank Wielerploegen in 1996 had de blauw-oranje ploeg een patent op de titel. De opleidingsformatie zou vanaf 1997 negentien jaar lang de dienst uitmaken en wist slechts zes keer de rood-wit-blauwe trui niet mee naar huis te nemen.

Van 1997 tot en met 2016 verstierden alleen Bram Tankink (2000), Arno Wallaard (2001) Sebastian Langeveld (2005), Ronan van Zandbeek (2008), Tim Kerkhof (2014) en Fabio Jakobsen (2016) de jaarlijkse festiviteiten. Bekende renners die wél namens Rabobank wisten te winnen, waren Addy Engels (1998), Pieter Weening (2002), Thomas Dekker (2003), Kai Reus (2006), Tom Leezer (2007), Steven Kruijswijk (2009), Tom-Jelte Slagter (2010),  Ramon Sinkeldam (2011), Moreno Hofland (2012) en daarna de mannen in het rijtje hieronder. Een speciaal geval was er in 1999. Toen won Australiër Mathew Hayman omdat hij op een Nederlandse licentie reed. 

Op dat moment kon dat nog, later is de KNWU van die regel afgestapt en doen er alleen nog maar Nederlanders mee. Het mag in ieder geval duidelijk zijn dat Rabobank haar stempel stevig op deze wedstrijd heeft gedrukt. Nadat die ploeg stopt in 2015 en SEG Racing Academy in datzelfde jaar haar oorsprong kende, veranderde dat. Tijdens SEG’s eerste jaar in 2015 pakten Fabio Jakobsen en Davy Gunst respectievelijk zilver en brons. Daarna was er goud voor Jakobsen en zilver voor Tim Ariesen, gevolgd door opnieuw goud voor Jakobsen en brons voor Hartthijs de Vries. In 2018 volgde SEG-renner Julius van den Berg zijn ex-ploegmaat op en pakte Marten Kooistra zilver.

De laatste vier jaar wisten vier verschillende ploegen een renner op het hoogste schavot te helpen. David Dekker doorbrak in 2018 de SEG-hegemonie namens Metec-TKH. Daarna volgden Stijn Daemen (ABLOC), Tim van Dijke (Jumbo-Visma Development) en vorig jaar Max Kroonen (VolkerWessels). 

Laatste tien winnaars flag-nl NK op de weg U23
2022: flag-nl Max Kroonen
2021: flag-nl Tim van Dijke
2020: flag-nl Stijn Daemen
2019: flag-nl David Dekker
2018: flag-nl Julius van den Berg
2017: flag-nl Fabio Jakobsen
2016: flag-nl Fabio Jakobsen
2015: flag-nl Stan Godrie
2014: flag-nl Tim Kerkhof
2013: flag-nl Dylan van Baarle


Vorige editie

Vorig jaar werd het Nederlands kampioenschap op de weg een waterballet. Terwijl de regen op het peloton bleef neerdalen, wisten aanvallers als Axel van der Tuuk en Finn Roumen niet uit handen te blijven van het peloton. Het was met nog twee rondes te gaan dat een kopgroep van vijf man zich wist lost te weken. Gedurende de voorlaatste ronde wisten zij de voorsprong uit te bouwen, waardoor zij bij het horen van de bel meer dan een minuut bij elkaar hadden gefietst.

Van de vijf man vooraan bleken Loe van Belle (Jumbo-Visma Development) en Max Kroonen (VolkerWessels) de sterksten te zijn. In de slotfase wisten de heren weg te rijden van hun vluchtmakkers om zo in een sprint-à-deux uit te maken wie zich tot Nederlands kampioen mocht kronen. De naam zegt het al, het was Max Kroonen die op de VAM-berg Van Belle wist te kloppen. De 21-jarige voorkwam zo een back-to-back winst voor Jumbo-Visma Development in het NK wielrennen voor beloften.

NK op de weg U23 2022, VAM-berg (126,2 km)
flag-nr1 flag-nl  Max Kroonen (VolkerWessels) in 2u50m38s
flag-nr2 flag-nl  Loe van Belle (Jumbo-Visma Development) z.t.
flag-nr3 flag-nl  Mees Hendrikx (Alpecin-Fenix Development) +9s
4. flag-nl  Jordan Habets (Metec-Solarwatt) +15s
5. flag-nl  Wessel Mouris (WPGA) z.t.


Parcours

De beloften rijden hun kampioenschap uitsluitend op de lokale rondes in Sittard-Geleen. In totaal rijden ze zeven stuks van 19 kilometer. Elke ronde telt ongeveer 180 hoogtemeters en heeft drie beklimmingen: de Kollenberg (0,5 km aan 6,8%), de Stockselseweg (0,4 km aan 5,3 procent) en de klim op het Watersley Sports & Talent Park (600 meter aan 5,3%). Daar ligt ook de finish.

In totaal rijden de beloften 130,2 kilometer. Het rondje is vooral uitdagend vanwege het vele draaien en keren. Daarnaast gaat het steeds op en af, waardoor je als aanvaller snel uit het zicht bent. Omdat de ronde niet meteen loodzwaar is, kunnen we een open koers verwachten.

Zondag 25 juni, Valkenburg – Sittard-Geleen (130,2 km)
Start: 08.30 uur
Finish: 12.30 uur


Favorieten

In Sittard-Geleen is een mooie omloop uitgetekend. Technisch, op en af. Maar ook niet dermate slopend, dat de sprinters op voorhand kansloos zijn. Dit zorgt voor een open en onvoorspelbaar koersverloop, eens te meer omdat de beloften de eerste lus vanuit Valkenburg niet rijden en uitsluitend koersen op het lokale circuit. De laatste drie seizoenen probeerde Jumbo-Visma Development in de eerste rondes op de VAM-berg het NK meteen naar hun hand te zetten. Dat bleek uiteindelijk alleen in 2021 het winnende recept. Wie zijn dit jaar de voornaamste kanshebbers?

Tijmen Graat – foto: Cor Vos

Dan komen we in de eerste plaats toch weer uit bij Jumbo-Visma Development, dat hier in de breedte met de sterkste ploeg aan het vertrek staat. Op basis van het huidige seizoen is Tijmen Graat de topfavoriet. De 20-jarige Noord-Brabander maakt namelijk al heel het jaar indruk. Zo won hij meteen een rit en het eindklassement in de Istrian Spring Trophy, werd hij tussen de profs elfde in Coppi & Bartali, werd hij vierde in de Giro del Belvedere, zegevierde Graat in de GP Palio del Recioto en eindigde hij afgelopen week nog als negende in de Giro Next Gen. De 20-jarige ronderenner is niet de snelste aan de meet en had liever een zwaarder parcours gezien. Maar gezien het verwachte overtal van Jumbo-Visma, is hij wel degene die moet gaan aanvallen.

Dat geldt ook voor Roel van Sintmaartensdijk. De laatstejaars belofte van Circus-RuEz-Technord (de opleidingsploeg van Intermarché-Circus-Wanty) maakt dit seizoen een sterke ontwikkeling door. Hij won met Brussel-Opwijk meteen een van zijn eerste koersen, waarna de Zuid-Hollander ook de beste was in de slotrit van de altijd lastige Tour de Bretagne. Daarnaast werd de lange klassiekerspecialist (22) – die tevens een sterk eindschot heeft – twaalfde in Parijs-Roubaix U23 en zesde in Omloop Het Nieuwsblad voor beloften. Afgelopen woensdag was hij nog onderweg met de beste tijd tijdens het NK tijdrijden, maar vergalde een klapband zijn kansen. Zondag revanche?

Roel van Sintmaartensdijk met Mike Teunissen – foto: Cor Vos

Vorig jaar zorgde crosser Mees Hendrikx voor een verrassing door het brons te grijpen, terwijl Stan Godrie namens Rabobank in 2015 zelfs de titel pakte. Nu is dat scenario opnieuw mogelijk. Pim Ronhaar (21) laat dit jaar op de weg namelijk ook heel sterke prestaties zien. Hij won half mei zelfs de lastige Flèche du Sud in Luxemburg, een vijfdaagse rittenkoers door het heuvelachtige groothertogdom. Ook in Dwars door het Hageland en de lastige Durbuy-etappe in de Ronde van België, kon Ronhaar lang mee. Hij wil zich meer op het wegwielrennen te concentreren á la Thibau Nys. De Baloise Trek Lions-renner heeft de explosiviteit die nodig is om in Sittard te winnen.

Bij de ploeg van Robbert de Groot hebben ze meerdere ijzers in het vuur, net zoals de laatste jaren het geval was. Op een rondje zoals deze, zou normaal gesproken Loe van Belle binnen Jumbo-Visma Development het beste tot zijn recht moeten komen. Vorig seizoen maakte hij indruk door onder andere als negende te eindigen in de Ronde van de Toekomst. Maar ook op het NK liet hij zich zien. Sterker nog, samen met Kroonen sprintte hij voor de zege. Die bleek toen alleen net iets sterker. Dit seizoen zijn Van Belle’s (21) voornaamste resultaten derde plaatsen in de Ster van Zwolle en de Giro del Belvedere. Volgend jaar is hij prof en dus is dit zijn laatste kans.

Del Grosso werd half januari Nederlands kampioen veldrijden U23 – foto: Cor Vos

Een ploeg die qua kwantiteit weerwerk zou moeten kunnen bieden tegen de geelzwarten, is Metec-Solarwatt. De formatie uit Tiel start met elf man en kan daardoor een numeriek overtal creëren. Anderzijds is het zo dat de troepen van Michel Megens niet het meest geweldige seizoen afwerken. Ploegleider Adri van Houwelingen stelde woensdag na de tijdrit nog dat niemand een leidersrol heeft, maar dat er wel een paar in een beschermde rol rijden. Met Tibor del Grosso (19) hebben ze in ieder geval een renner die in Sittard-Geleen een parcours op zijn maat vindt. Hij kwakkelt weliswaar al heel het seizoen met ziekte, maar heeft de klasse om er ineens te staan.

Een renner die dit seizoen wel echt van zich laat horen, is Wessel Mouris. De 20-jarige renner van Scorpions is al heel het jaar zeer constant. De renner uit het Utrechtse Baambrugge werd achtereenvolgens zestiende in Olympia’s Tour, elfde in de Omloop van de Braakman, twintigste in de Rutland-Melton Cicle Classic, vijfde in de Carpathian Couriers Race (waar hij wel een ritzege boekte), dertiende in de Ronde van Overijssel, veertigste in Veenendaal-Veenendaal en achttiende in de GP Orlen. Afgelopen woensdag toonde hij zijn sterke benen met een vierde plek op het NK tijdrijden. Vorig jaar was Mouris op het NK al vijfde, dus de concurrentie is gewaarschuwd.

Mouris (midden) won onlangs een rit in Polen – foto: Scorpions Racing Team

Bij Jumbo-Visma hebben ze echter meer renners die aanspraak maken op de titel. Zo ook Lars Boven. De zoon van ploegleider Jan is bezig aan zijn laatste jaar als belofte en heeft nog geen contract voor volgend jaar, althans niet dat dit bekend is. Hij ontwikkelt zich wel gestaag en zou de stap naar de profs zeker verdienen. Met name vorig seizoen maakte hij een grote sprong. Een Nederlandse titel zou hem enorm helpen. Boven rijdt dit jaar een enigszins wisselvallig seizoen. Toch werd hij vierde in Parijs-Roubaix U23, zesde in Luik-Bastenaken-Luik U23 en zevende in Olympia’s Tour. Zijn tijdrit van afgelopen woensdag was echter zeer teleurstellend.

Zijn provinciegenoot uit Overijssel Pepijn Reinderink kan niet terugvallen op een sterk collectief. De renner van de opleidingsploeg van Soudal-Quick-Step is hier immers maar alleen. De 21-jarige Almeloër is een klassiekerspecialist in wording en verteert heuvelachtige wedstrijden goed. Daarnaast beschikt hij over een vinnig eindschot, waarmee hij koersen kan winnen. Voor hem is het zaak om zijn moment af te wachten en te hopen om mee te zitten in een groepje die op goedkeuring kan rekenen van Jumbo-Visma. In dat geval is Reinderink een gevaarlijke klant om mee te nemen in de finale en vooral op de laatste oplopende honderden meters naar Watersley.

Reinderink met het WorldTeam van Quick-Step in de Heistse Pijl – foto: Cor Vos

Sommige insiders stellen weleens dat de UCI de beloftencategorie moet afschaffen, omdat renners steeds sneller de stap naar de profs maken. Maar niet iedereen kent zo’n vlekkeloze aanloop. Neem nu Bodi del Grosso van ABLOC. Hij begon als eerstejaars voortvarend in het coronaseizoen, met een bronzen medaille op nota bene dit NK. Daarna had de jongeling het een aantal seizoen heel erg lastig. Maar na het voorjaar lijkt het kwartje eindelijk de goede kant te zijn opgevallen. Hij won het Internationale Beloftenweekend in Zeeland, won een week later een nationale Spaanse klassieker op Mallorca en die week daarna werd hij tiende in de Omloop der Kempen. Woensdag bevestigde hij zijn vorm door knap naar zilver te rijden op het NK tijdrijden.

Voor onze laatste ster kwamen meerdere renners in aanmerking, maar hebben we leeftijd en vorm de voorkeur gegeven. Hoewel Jardi van der Lee nog clubrenner is bij de succesvolle formatie van Willebrord Wil Vooruit, ontwikkelt de 22-jarige Schiedammer zich razendsnel de laatste maanden. De laatste jaren werd hij een van Nederlands beste eRacers en sinds een maand of twee weet Van der Lee die vermogens plots ook om te zetten op de weg. Begin mei won hij de Bergomloop Simpelveld, misschien wel de zwaarste Nederlandse klassieker op de nationale kalender. Nadien mocht hij met de nationale selectie mee naar de GP Orlen en de Vredeskoers, waar hij respectievelijk vierde en twaalfde werd. Op dit parcours is hij absoluut kanshebber.

Jardi van der Lee – foto: Willebrord Wil Vooruit

Maar er zijn ook genoeg andere outsiders. De twee voornaamsten zijn allebei eerstejaars. We hebben het over talenten Menno Huising en Max van der Meulen, die vorig jaar allebei tot de beste junioren ter wereld behoorden. Eerstgenoemde zette al een knappe reeks resultaten neer in eendagskoersen en won de Ardense Pijl (UCI 1.2), door in een sprint met twee af te rekenen met Luik-Bastenaken-Luik U23-winnaar Francesco Busatto. Winnen lukte Van der Meulen nog niet, maar indruk maken deed ook hij. Zo werd hij – op een atypisch parcours voor hem – zesde in Parijs-Roubaix U23. Maar vooral de vijftiende plek in zware weersomstandigheden en tussen de profs in de Volta Limburg Classic spreekt boekdelen. In Limburg komt hij goed tot z’n recht.

Dat geldt ook voor Jesse Kramer, tevens van Jumbo-Visma. Hij won nog de Limburg-rit in Olympia’s Tour. Ook in koersen als Circuit des Ardennes (tiende), Tour de Bretagne (negende) en Orlen GP (veertiende) liet de 19-jarige Kramer zich goed opmerken. Ook Metec-Solarwatt beschikt op papier over meerdere kanshebbers. Renners als Hidde van Veenendaal, Axel van der Tuuk, Jaap Roelen (vorig jaar nog winnaar van de Ronde van Limburg), Lars Hohmann, Huub Artz en local Jordan Habets (die nog de openingsrit won in de Alpes Isère Tour) zouden op een goede dag allemaal kunnen winnen. Maar als gezegd draaien de mannen uit Tiel niet het allerbeste seizoen ooit.

Menno Huising – foto: Cor Vos

Ook de andere Continental-ploegen mogen we niet vergeten. Zo kan Scorpions ook nog rekenen op Niek Voogt, die de laatste weken een goede indruk maakt. ABLOC heeft naast Del Grosso ook nog Mike Schuch achter de hand, terwijl Allinq best op de verrassing kan spelen met Mike Bronswijk en Elmar Abma. Net als Willebrord Wil Vooruit, mogen nog drie wielerverenigingen dromen van een stunt. Zo brengt Sensa-Kanjers voor Kanjers man in vorm Eskil Huiting aan het vertrek, is snelle man Johan Dorussen een renner om naar uit te kijken bij Dutch Food Valley CT en ook JEGG-De Jonge Renner heeft met Jelte Krijnsen iemand die indruk maakt de laatste tijd.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Tijmen Graat
*** Roel van Sintmaartensdijk, Pim Ronhaar
** Loe van Belle, Wessel Mouris, Tibor del Grosso
* Lars Boven, Pepijn Reinderink, Bodi del Grosso, Jardi van der Lee

Deelnemerslijst (KNWU)
Website organisatie


Weer & tv

Het wordt bijzonder warm in Limburg aanstaande zondag. De temperatuur ligt grond de 30 graden Celsius en de wind zal met windkracht 2 uit het noordoosten meer dan waarschijnlijk geen rol van betekenis spelen op het NK. Het blijft verder droog. De wedstrijd voor de beloften is niet live op televisie te zien, maar je kunt het koersverloop wel volgen via het Wielercafé van WielerFlits.


1 Reacties
23-06-2023 17:43
Interessante voorbeschouwing. Krijg meteen zin om de wedstrijd te zien. Helaas laten de NOS en de regionale omroepen het afweten.

Reacties zijn gesloten.