Voorbeschouwing: Milaan-San Remo 2021
Het is vaak wachten op de Poggio, maar Milaan-San Remo is zoveel meer dan deze traditionele scherprechter in de finale van La Primavera. Milaan-San Remo is het eerste wielermonument van het seizoen en de koers van Costante Girardengo, Fausto Coppi en Eddy Merckx. WielerFlits blikt uitgebreid vooruit op de lenteklassieker![bingoal id=”28091″ link=”http://bit.ly/bingoal_msr_widget” title=”Wie wint Milaan-San Remo 2021?”]
Historie
Mark Cavendish wist het zo treffend te verwoorden in gesprek met Wilfried de Jong voor een speciale Holland Sport-documentaire over Milaan-San Remo. “La Primavera kondigt het begin van de lente aan. En het verloop van de wedstrijd past daarbij. Het begint met koud, grijs en somber weer. De race begint en dan is het een soort optocht. Er valt nog niks te winnen, je moet gewoon kilometers malen. Het is pas bij de bevoorrading dat de koers vaart neemt.”
De renners prenten zich bij de bevoorrading in dat de wedstrijd pas écht begint bij het naderen van de Capo Mele, Capo Cervo en de Capo Berta. En als de coureurs in de verte de Cipressa zien liggen, is het pas echt alle hens aan dek in het peloton. “Je daalt af naar de zee en komt bij de kust, de Rivièra. Dan ga je naar rechts en dan begint de wedstrijd pas echt. Deze koers is als een opera, met een aanzwellend crescendo”, aldus Cavendish, die in 2009 de dirigent met dienst was.
In Milaan-San Remo winnen niet alleen maar de bonkige Flandriens of explosieve Ardennenmannen. Ook volhardende ronderenners, opportunistische rasaanvallers, sterke sprinters en lepe eendagscoureurs kwamen wel eens als eerste aan in San Remo. Het is ook meteen de aantrekkingskracht van de lenteklassieker. In Milaan-San Remo mogen heel wat renners dromen van het allerhoogste. Als je maar goede benen en een beetje geluk hebt.
De geschiedenis van Milaan-San Remo loopt ver terug, naar het begin van de twintigste eeuw. Na een valse start in 1906 besloot de invloedrijke journalist Tullo Morgagni om de wedstrijd nieuw leven in te blazen. Morgagni kwam met het idee om de afstand tussen Milaan en San Remo op één dag af te leggen. De Italiaan ging met zijn voorstel naar de Italiaanse sportkrant La Gazzetta dello Sport en de rest is geschiedenis. Italië was een wielerklassieker rijker.
Bij Milaan-San Remo denken we al snel aan zacht lenteweer, maar de eerste edities werden in spookachtige omstandigheden verreden. De pioniers van het wegwielrennen werden in de eerste uitgaves geteisterd door barslecht weer. Als ze niet verkeerd reden door een onoplettende seingever of de invallende schemering, dan moesten ze wel bevroren opgeven op de flanken van de Passo del Turchino. Helletochten, zo mogen we de eerste edities wel omschrijven.
Gelukkig ging het ook vaak genoeg over de epische confrontaties tussen gezworen rivalen. Denk maar aan de jaren tien en twintig van de vorige eeuw, toen Costante Girardengo, Gaetano Belloni en Giovanni Brunero het vaak met elkaar aan de stok kregen. Girardengo kwam als grote overwinnaar uit de strijd, aangezien de eerste echte ‘campionissimo’ van het Italiaanse wielrennen liefst zes keer Milaan-San Remo wist te winnen. In 1928 won hij zijn zesde en laatste MSR voor een zekere Alfredo Binda, nog zo’n grootheid uit de Italiaanse wielersport.
Later kreeg La Primavera te maken met een felle strijd tussen Binda en Learco Guerra en nog wat later tussen Fausto Coppi (winnaar in 1946, 1948 en 1949) en Gino Bartali (1939, 1940, 1947 en 1950). Het Italiaanse wielrennen floreerde in de jaren veertig en vijftig van de twintigste eeuw als nooit tevoren, maar na het afscheid van ‘De Grote Twee’ kwam het Italiaanse wielrennen een beetje in een wak terecht en was het aan de buitenlanders om te zegevieren in het noorden van Italië.
Met Rik van Steenbergen, Germain Derycke en Rik Van Looy waren meerdere Belgen aan het feest en ook Raymond Poulidor, Miguel Poblet en Tom Simpson zegevieren na het tijdperk ‘Coppi-Bartali’. Arie den Hartog was in 1965 de eerste Nederlander die zijn naam op de erelijst wist te zetten. Voor de thuisrijders bleven slechts wat kruimels over, zeker na de entree van Eddy Merckx (recordhouder met zeven overwinningen) en Roger De Vlaeminck (drievoudig laureaat) op het hoogste toneel.
Na de oogstjaren van Merckx en De Vlaeminck zagen we steeds vaker weer een Italiaan op het hoogste schavotje staan, met onder meer Giuseppe Saronni (als wereldkampioen), Francesco Moser, Gianni Bugno, Claudio Chiappucci en Maurizio Fondriest. Vervolgens was het de beurt aan rappe mannen Erik Zabel, een viervoudig winnaar van Milaan-San Remo, en Óscar Freire (2004, 2007 en 2010) om meerdere keren te zegevieren in de Italiaanse klassieker.
Milaan-San Remo werd ook aan het begin van de 21e eeuw zelden gewonnen door een eendagsvlieg, al komen Matthew Goss en Gerald Ciolek wellicht in aanmerking voor een dergelijke kwalificatie. Wat ook opvalt is het brede pallet aan winnaars. Puncheurs en klassiekerspecialisten (denk aan Paolo Bettini, Fabian Cancellara, Simon Gerrans en Michal Kwiatkowski) maar ook pure sprinters (Mario Cipollini, Alessandro Petacchi en Cavendish) zijn in staat om Milaan-San Remo te winnen.
Om nog even terug te komen op Cavendish. De Britse spurtbom, die tegenwoordig uitkomt voor Deceuninck-Quick-Step, vergelijkt Milaan-San Remo met een opera. “Een opera heeft drie delen: een begin, midden en einde. De opening dient ertoe om iedereen erbij te betrekken en om het verhaal op gang te brengen. Dan komt het middelste deel, waar je gewoon geniet van de show. En dat gaat door tot vlak voor het einde. En dat maakt het zo bijzonder.”
Laatste tien winnaars Milaan-San Remo
2020: Wout van Aert
2019: Julian Alaphilippe
2018: Vincenzo Nibali
2017: Michal Kwiatkowski
2016: Arnaud Démare
2015: John Degenkolb
2014: Alexander Kristoff
2013: Gerald Ciolek
2012: Simon Gerrans
2011: Matthew Goss
Milaan-San Remo werd 21 keer gewonnen door een Belg, terwijl Arie den Hartog (1965), Jan Raas (1977) en Hennie Kuiper (1985) een keer wisten te zegevieren namens Nederland.
Vorig jaar
Andrei Tchmil was lange tijd de laatste Belgische winnaar van Milaan-San Remo, maar veel Belgen beschouwen de in Moldavië geboren en in Italië volwassen geworden Tchmil niet als een echte ‘Vlaming’. De sierlijke klassiekerspecialist Fons De Wolf, in de jaren zeventig van de vorige eeuw de gedroomde opvolger van Eddy Merckx en in 1981 winnaar van La Primavera, was tot voor kort voor veel mensen de laatste Belgische triomfator van de lenteklassieker.
In 2020 kreeg De Wolf dan eindelijk een opvolger met Wout van Aert. Die laatste wist in Milaan-San Remo zijn hoogvorm te verzilveren en in Italië zijn eerste monumentale klassieker binnen te halen. En dat na een zeer turbulente periode na zijn zware valpartij in de Tour de France van 2019. Van een rolstoel naar het zegevieren op de Via Roma: voor de renner van Jumbo-Visma kon het niet mooier na een zeer intensieve revalidatieperiode.
Ook in de 111e editie van Milaan-San Remo is het lang wachten op de beslissing. De beginfase heeft iets weg van een processietocht en ook in 2020 valt het koersverloop perfect uit te tekenen. Een traditionele vroege vlucht (renners van Italiaanse ProTeams als Bardiani-CSF-Faizanè en Vini Zabú-KTM mogen natuurlijk niet ontbreken) kleurt in de eerste uren het koersverloop, terwijl het peloton in alle rust langs de Italiaanse Rivièra koerst.
Het is pas na ruim tweehonderd kilometer koers, als de renners de voet van de Cipressa bereiken, dat er iets te beleven valt in het peloton. Op deze beroemde helling schieten de favorieten vaak wakker en stijgt de nervositeit onder de ploegleiders. Julian Alaphilippe, na zijn zege in 2019 de titelverdediger, krijgt voor de voet van de Cipressa af te rekenen met pech, maar weet met hulp van zijn ploegmaten op tijd weer aan te sluiten in het peloton.
Op de Cipressa wordt er voor de eerste keer geschift, maar de beslissing valt ook nu weer op de flanken van de Poggio. Op deze niet al te steile maar wel cruciale helling is het aan Alaphilippe om de boel uiteen te schudden. De Fransman van Deceuninck-Quick-Step weet met een langgerekte demarrage het kaf van het koren te scheiden. Alleen Van Aert is in staat om in de buurt te blijven van Alaphilippe, alle andere favorieten moeten onherroepelijk passen.
Alaphilippe begint met een beperkte voorsprong aan de afdaling van Poggio. Van Aert moet op de klim zelf voor zijn eigen tempo kiezen, maar heeft zichzelf niet opgeblazen en slaagt er al snel in om de Fransman weer bij te benen. Een achtervolgend groepje – met daarbij Mathieu van der Poel en Peter Sagan – volgt al iets verder en lijkt geklopt, al is het in de finale wel een secondenspel tussen koplopers Van Aert-Alaphilippe en de achtervolgers.
In de laatste kilometer kan het pokeren beginnen tussen de twee matadoren. De voorsprong op de groep Van der Poel-Sagan is zeer klein, maar Van Aert blijft zeer koel in het centrum van San Remo en weet Alaphilippe perfect op te vangen in de sprint. Heel even lijkt de Fransman misschien op weg naar zijn tweede zege in Milaan-San Remo, maar het is Van Aert die op de Via Roma naar de zege sprint en het uitschreeuwt van geluk. De comeback is een feit.
Na afloop weet Van Aert even niet wat hij moet zeggen. “Om zo te beginnen aan het tweede deel van het seizoen is echt fantastisch. Ik win gewoon twee grote wedstrijden op rij. Ik heb er geen woorden voor. De overwinning van vorige week (Strade Bianche, red.) zorgde ervoor dat de druk eraf was. Ik kon vrijer koersen, maar ik had gelukkig ook de benen van vorige week.” Het bleek voor de winnaar van Milaan-San Remo het begin van een wonderseizoen.
Uitslag Milaan-San Remo 2020
1. Wout van Aert (Jumbo-Visma) in 7u16m09s
2. Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step) z.t.
3. Michael Matthews (Team Sunweb) op 2s
4. Peter Sagan (BORA-hansgrohe) z.t.
5. Giacomo Nizzolo (NTT Pro Cycling) z.t.
Parcours
Milaan-San Remo start ook dit jaar, hoe kan het ook anders, in Milaan. Vanuit de modestad gaat het traditioneel richting de Ligurische kust, maar in vergelijking met vorig jaar is het parcours op de schop gegaan. De eerste belangrijke wijziging is het schrappen van de iconische Passo del Turchino. Op de flanken van de Turchino begint volgens Mark Cavendish de lente pas écht, als men door de beroemde tunnel is gereden.
Vorig jaar reden de renners ook al niet over de Turchino, aangezien een aantal burgemeesters van de Ligurische kuststeden in coronatijd de doorkomst van Milaan-San Remo afschoten. Dit jaar stonden de burgervaders zeker niet onwelwillend tegenover een passage van La Primavera, maar nu is de Passo del Turchino niet te bereiken vanwege een aardverschuiving in aanloop naar de klim. Als alternatief heeft de organisatie voor de Colle del Giovo gekozen.
De Colle del Giovo ligt zo’n veertig kilometer ten westen van de Turchino, maar voor het koersverloop zal het allemaal weinig uitmaken. Ook de Giovio is niet meer dan een loper van zo’n veertig kilometer, wat voor doorgewinterde profs geen problemen moet opleveren. Zeker niet gezien de positionering van de Colle del Giovio: de top van deze helling ligt op goed 120 kilometer van de streep in San Remo.
Wat ook opvalt is de terugkeer van de Capo Mele, Capo Cervo en Capo Berta in de finale van Milaan-San Remo. Het zal niet meteen leiden tot een waar slagveld, maar de drie Capo’s luiden toch altijd het begin in van de echte finale en we zien hier vaak de vroege vlucht uit elkaar spatten. Bovendien is dit een heikel punt voor de pure sprinters: hoe goed verteren rappe mannen als Caleb Ewan en Fernando Gaviria deze korte klimmetjes?
Na de Capo Berta moeten de renners nog goed 43 kilometer afleggen tot finishplaats San Remo. In het peloton zal de spanning voelbaar zijn, zeker als de renners het dorpje San Lorenzo al Mare bereiken, traditioneel het beginpunt van de Cipressa. Deze voorlaatste beklimming is 5,6 kilometer lang aan 4,1% en doorgaans vallen hier de eerste slachtoffers onder de sprinters. Het is ook een ideaal punt voor de Vincenzo Nibali’s van deze wereld om aan te vallen.
Eenmaal boven op de Cipressa volgt een razendsnelle afdaling richting de voet van de Poggio. Wie met wonderbenen kampt op de Cipressa, kan wellicht iets proberen in de technische afzink, al zien we vaak dat de koers pas echt ontploft op de flanken van de Poggio. Met nog ongeveer tien kilometer te gaan, beginnen de renners aan deze net geen vier kilometer lange helling (aan 3,7%) met een maximale piek van 8% net onder de top.
De Poggio bleek de voorbije jaren doorslaggevend voor winst en verlies. In 2017 ontsnapten Peter Sagan, Julian Alaphilippe en latere winnaar Michal Kwiatkowski op deze klim, het jaar erop bleek de Poggio het vertrekpunt voor de solerende Vincenzo Nibali. En ook in 2019 en 2020 wisten de sprinters niet meer terug te keren na de Poggio. Wat krijgen we dit jaar? Na de technische afdaling van een zestal kilometer is het nog twee kilometer doorrammen richting de Via Roma.
Er was overigens nog wat onduidelijkheid over de finish op de Via Roma, aangezien de lokale prefectuur ook andere opties wilde openhouden. Zo werd een finish aan de Corso Cavalotti, waar Milaan-San Remo in de jaren ’90 regelmatig finishte, voorgesteld. Dit om het centrum van San Remo te ontlasten, aangezien er een verbod is op bijeenkomsten voor inwoners. Dit plan werd uiteindelijk afschoten en dus finishen we ook dit jaar weer op de Via Roma.
Zaterdag 20 maart, Milaan – San Remo (299 kilometer)
Start: 10.00 uur in Milaan
Finish: tussen 16.47 en 17.22 uur San Remo
Afstand: 299 kilometer
Beklimmingen:
Colle del Giovo – na 166 kilometer
Capo Mele – na 241 kilometer
Capo Cervo – na 246 kilometer
Capo Berta – na 255 kilometer
Cipressa (5,6 km aan 4,1%) – na 271,8 kilometer
Poggio (3,7 km aan 4%) – na 289,8 kilometer
Favorieten
Milaan-San Remo heeft dit jaar 25 ploegen aan het vertrek. De negentien WorldTeams zijn verplicht om te starten en ook de ProTeams Alpecin-Fenix, Androni Giocattoli-Sidermec, Arkéa-Samsic, Bardiani-CSF-Faizanè, Novo Nordisk en Total Direct Energie zijn van de partij.
In de weken voorafgaand aan Milaan-San Remo ging het met name over ‘De Grote Drie’. Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Julian Alaphilippe worden het vaakst genoemd als mogelijke winnaars en het zal zaterdag waarschijnlijk afhangen van details. Nu staan er nog wel meer (semi)favorieten en outsiders aan de start in Milaan, al is het maar de vraag of de Belg, Fransman en Nederlander zijn af stoppen op de Cipressa en met name de Poggio.
Als we dan toch een topfavoriet moeten aanwijzen, dan komen we al snel uit bij Mathieu van der Poel. De kopman van Alpecin-Fenix is als een wervelwind aan het seizoen begonnen en dus staat de zegeteller al op vier voor de Nederlandse kampioen. Van der Poel opende zijn rekening in de UAE Tour, won op een indrukwekkende manier Strade Bianche en was ook in Tirreno-Adriatico outstanding met ritzeges naar Gualdo Tadino en Castelfidardo.
Van der Poel wist dit seizoen al enkele straffe stoten uit te halen, met zijn tweede etappewinst in Tirreno-Adriatico nog vers in het geheugen. Een ding is zeker in aanloop naar Milaan-San Remo: de Nederlander is klaar om als eerste over de streep te komen op de Via Roma. Van der Poel is in de vorm van zijn leven, blaakt van het zelfvertrouwen en beschikt over het totaalpakket om zaterdag te zegevieren. Van der Poel is na een zware koers razendsnel en kan als geen ander de Poggio opknallen.
Van der Poel zal het zaterdag wel zwaar te verduren krijgen, want met Wout van Aert staat ook zijn ‘gezworen concurrent’ aan het vertrek. De Belg won vorig jaar in San Remo en lijkt klaar om zijn titel met succes te verdedigen. In Tirreno-Adriatico liet hij namelijk zien dat het met de vorm wel snor zit. Van Aert begon met ritwinst in Lido di Camaiore, wist zich bergop te onderscheiden en finishte na zijn tijdritzege uiteindelijk knap als tweede in de eindstand, achter de ongenaakbare Tadej Pogačar.
Van Aert was zeer tevreden over zijn optreden in Italië, de ploegleiding van Jumbo-Visma was verrast dat de Belg kon wedijveren met de beste klimmers ter wereld. De vraag is alleen of Van Aert al over de explosiviteit beschikt om Van der Poel te volgen op de Poggio. In een sprint hoeft de regerende winnaar niemand te vrezen, maar Van der Poel heeft het voordeel van zijn explosieve(re) aanzet over de eerste meters. Het zijn slechts details, maar die beslissen vaak wel over winst en verlies in een monument als Milaan-San Remo.
Met Julian Alaphilippe staat er nog een kandidaat-winnaar aan de start. De Fransman van Deceuninck-Quick-Step kende ook een goede generale repetitie met het oog op Milaan-San Remo. In de tweede etappe van Tirreno-Adriatico, die naar Chiusdino, slaagde hij erin om zijn twee grootste rivalen – Van der Poel en Van Aert – van de ritzege te houden. Eenzelfde scenario kan zich komende zaterdag zomaar weer voltrekken, gezien de klasse van de wereldkampioen.
Alaphilippe weet, net als Van Aert, hoe het is om als eerste over de streep te komen in Milaan-San Remo. In 2019 wist hij zijn geweldige voorjaar te bekronen in San Remo, door in een sprint van een elitegroepje af te rekenen met mannen als Michal Kwiatkowski, Peter Sagan en Van Aert, die toen als zesde over de streep kwam. Het geeft maar aan dat ook Alaphilippe na een zware koers op zijn sprint kan rekenen. Bovendien kan hij de forcing voeren op de Poggio.
Als Van der Poel, Van Aert en/of Alaphilippe versnellen op de Poggio, zijn de sprinters normaal gesproken gezien. Vroeger waren de rappe mannen nog wel in staat om deze scherprechter te overleven, om vervolgens te profiteren van een samensmelting in de laatste kilometers. Sinds 2017 zien we echter dat de beslissing telkens valt op de Poggio, en de sprinters hooguit nog in aanmerking komen voor het laatste podiumplekje of een verdere ereplaats.
We kijken met andere woorden naar rappe mannen die wél in staat zijn om met de betere renners mee te gaan over de Poggio. Dan denken we al snel aan Davide Ballerini. De oersterke Italiaan is bezig aan een uitmuntend seizoen. In de Tour de La Provence wist hij al twee keer naar de ritzege te sprinten en ook in Omloop Het Nieuwsblad kwam hij als eerste over de streep. Ballerini heeft er inmiddels een specialiteit van gemaakt: winnen na een selectieve wedstrijd.
De Italiaan kan in het spoor van Van der Poel, Van Aert en Alaphilippe de schade beperken op de Poggio en dan wellicht, bij een eventuele hergroepering, voor de zege sprinten. Bovendien kan Ballerini profiteren van de sterkte van Deceuninck-Quick-Step. Alle aandacht zal uitgaan naar Alaphilippe en ook Sam Bennett is een troefkaart om uit te spelen. En Ballerini? Die zal kunnen profiteren van een rol in de luwte, om dan op het juiste moment toe te slaan…
Ook Michael Matthews (de nummer drie van vorig jaar) en Christophe Laporte zijn twee rappe mannen die meer kunnen dan alleen overleven. Sterker, beide renners hebben de punch om zo lang mogelijk mee te gaan op de Poggio. Matthews liet in Parijs-Nice al mooie dingen zien, vooral bergop, en is met zijn sprintsnelheid altijd een gevaarlijke klant. Ook Laporte deed het uitstekend in de Koers naar de Zon, met twee tweede plekken in selectieve etappes.
Als we een sprint krijgen van een uitgedunde groep, mogen we zeker wat verwachten van Matthews en Laporte. Hetzelfde geldt ook voor Magnus Cort, die we ook bij de favorieten scharen voor zaterdag. De sterke Deen is rap aan de meet en komt vaak bovendrijven na een zware wedstrijd. Klimmen kan Cort als de beste, zeker voor een (semi)sprinter, al heeft hij nog nooit een koers van het statuur Milaan-San Remo gewonnen.
Een van onze laatste sterren gaat naar Maximilian Schachmann. Het is misschien een opvallende keuze, maar de Duitser won onlangs nog Parijs-Nice en kan wellicht profiteren van zijn rol als outsider. Schachmann beschikt over de vinnigheid om iets te proberen op de Poggio en kan zomaar met een elitegroepje naar de streep rijden. Als de renner van BORA-hansgrohe dan voor een alles-of-nietsaanval kiest, wie gaat hem dan halen met het risico op een counter?
We zijn er nog lang niet, aangezien veel renners kans maken op een mooie klassering in Milaan-San Remo. Bij een afmattingskoers is het uitkijken naar renners als Davide Formolo, ex-winnaars Vincenzo Nibali en Michal Kwiatkowski, Søren Kragh Andersen, Quinn Simmons, Matej Mohorič, Oliver Naesen, Alexey Lutsenko, Tim Wellens en Philippe Gilbert. Die laatste droomt nog altijd van een zege in La Primavera, aangezien hij dan alle vijf de wielermonumenten op zijn naam heeft geschreven.
Het is ook uitkijken naar explosieve springveren als Alex Aranburu (vorig jaar nog zevende in San Remo) en Sergio Higuita. En wat mogen we verwachten van Alberto Bettiol en Fabio Felline? Die laatste was uitstekend op dreef in Tirreno-Adriatico en is ook zeker niet traag na een zware koers. Dat kunnen we ook zeggen van Iván García, Matteo Trentin en Anthony Turgis. Trentin doet altijd wel mee om een mooie ereplaats, maar kan hij ook die laatste stap zetten?
Over een renner als Greg Van Avermaet hebben we het nog helemaal niet gehad. De ervaren Belg was goed op dreef in Tirreno-Adriatico, maar Milaan-San Remo is zeker niet zijn meest favoriete klassieker. Vanuit Belgisch oogpunt is het ook uitkijken naar Jasper Stuyven. En wat met Tom Pidcock? De Brit is wellicht in staat om de Grote Drie te volgen op de Poggio en is zeker niet traag aan de meet. Mocht het onverhoopt toch een spurt worden van een grote groep, dan zijn de sprinters niet kansloos voor de zege. Aan rappe mannen geen gebrek in deze Milaan-San Remo.
Zo kan UAE Emirates Fernando Gaviria en oud-winnaar Alexander Kristoff uitspelen en rekent Groupama-FDJ op de winnaar van 2016, Frans kampioen Arnaud Démare. BORA-hansgrohe heeft met Pascal Ackermann een rappe man in de gelederen en de naam van Sam Bennett is al voorbijgekomen in deze voorbeschouwing. Europees kampioen Giacomo Nizzolo, vorig jaar nog vijfde, is de vooruitgeschoven sprintpion bij Qhubeka ASSOS.
Ook Elia Viviani (Cofidis), Sonny Colbrelli (Bahrain Victorious), Caleb Ewan (Lotto Soudal), John Degenkolb (Lotto Soudal), Nacer Bouhanni (Arkéa-Samsic), Niccolò Bonifazio (Total Direct Energie), Hugo Hofstetter en Davide Cimolai (Israel Start-Up Nation) en Andrea Pasqualon (Intermarché-Wanty-Gobert) zullen hopen op een groepsspurt. Een laatste renner om te noteren: Peter Sagan. In Tirreno liep het nog van geen kant, hoe gaat het nu met de Slowaak?
Favorieten volgens WielerFlits
**** Mathieu van der Poel
*** Wout van Aert, Julian Alaphilippe
** Davide Ballerini, Michael Matthews, Christophe Laporte
* Magnus Cort, Sam Bennett, Giacomo Nizzolo, Maximilian Schachmann
Website organisatie
Deelnemerslijst (ProCyclingStats)
[bingoal id=”28091″ link=”http://bit.ly/bingoal_msr_widget” title=”Wie wint Milaan-San Remo 2021?”]
Weer en TV
In startplaats Milaan kan er bij de start een buitje vallen en het lijkt ook niet op te klaren gedurende de middag. De gemiddelde temperatuur zal schommelen rond de tien graden Celsius. De wind zal niet echt een rol van betekenis spelen.
De wedstrijd is ook dit jaar weer exclusief te volgen via Eurosport (vanaf 12.45 uur), Eurosport online (van bij de start) en het Belgische VTM (vanaf 13.35 uur). De koers is ook te zien via GCN+. Sporza en de NOS beschikken niet over de uitzendrechten en brengen de klassieker dan ook niet in de huiskamers.
Dan hoop ik dat van Baarle en van Aert zsm verkassen en de ploeg naar de kloten gaat.
Gewoon lekker voor een Nederlandse sponsor met Nederlandse toppers en de rest met nederlanders tegen minimumloon koersen. Iedere dag aanvallen en en strijden en 's-avonds hoeren neuken dat is pas wielrennen zoals het moet zijn!
Zo goed als hetzelfde: Hinault won zijn laatste TdF met overschot in 1982. In 1985 moest Lemond inhouden voor de patron…
Tegen je manager kan je zeggen dat hij moet stoppen met dit gezeur.Maar doe je dit ook tegen je vader?
Als team/renner zelf bepalen wie er goed of fout mag, maar dat vervolgens met een press release naar buiten brengen is van een extreem laag niveau.
Ik heb nog altijd niet kunnen zien wiens schuld het is, maar stel dat het Wrights schuld was dan moet je veel strenger straffen. Een gevaarlijke actie heeft veel consequenties voor een andere renner.
En er wordt met twee maten gemeten.
Groenewegen moest bijna een jaar toekijken (volkomen terecht overigens) maar anderen worden ‘slechts’ teruggezet.
Wat heeft Roglic daar aan in dit geval?
Je krijgt roekeloze acties alleen er uit als je zwaar straft.
Nogmaals, ik zeg niet dat dit Wrights schuld was, maar als het zo is: direct uit de koers nemen en 3 maanden schorsen.
Ik begrijp niet waarom Wright beelden nodig heeft om te "denken" dat hij niets verkeerd heeft gedaan. Laat het geheugen van Wright hem in de steek, of heeft hij er bewust geen actieve herinneringen aan? Die beelden geven sowieso geen uitsluitsel; zijn frontaal en van veel te veraf. Op beelden van een toeschouwer was wel te zien dat Wright naast (tussen de hekken en) Roglic reed, waarna Roglic tegen de grond klapt. Ook daaruit is moeilijk op te maken of Wright zoals Roglic beweert vanachter kwam en zijn stuur raakte.
Er zijn geregeld duidelijke voorbeeld van flagrante roekeloze acties, en voor die gevallen ga ik helemaal met je akkoord.
Er zijn nog veel meer gevallen waar de schuldvraag niet zo duidelijk is. Er gebeuren allerlei bewegingen in een sprint, en een incident is vaak een samenloop van omstandigheden. Zelfs de meeste terugzettingen worden fel bediscussieerd.
Van dit incident zijn intussen heel wat beelden opgedoken, met allerhande interpretaties. Los van mijn persoonlijke interpretatie kan je denk ik wel besluiten dat er niet duidelijk één schuldige is in dit geval. En dan is het bijzonder kwalijk om dit geval als voorbeeld te willen stellen.
bijzonder kwalijk?
Waar slaat dat op?
Ik zeg toch zelf dat ik niet kan zien wiens schuld het is en heb het dan over in het algemeen.
Bijzonder kwalijk, die post van je.
Omloop: van Baarle
Kuurne: Benoot
E3: van Aert
Wevelgem: Laporte
En dan hoop ik vurig op de Ronde of Roubaix nog voor van Aert.
Hij rijd voorlopig gewoon bij JV en belangrijke troef en ploegmaat van Wout.
En die moet niets maar dat snappen fanaten niet.
Verder heeft hij er qua journalisten, podcasters en ex wielrenners het meeste verstand van van allemaal. Als mens kan je van hem vinden wat je wilt, maar dat hij er kijk op heeft kan niet weersproken worden.
En tal van Belgen (bv. op cycling Twitter, en zelfs in de reacties op HLN waar men niet bepaald gekend staat voor veel nuance nochtans) zijn het deze keer niet eens met De Cauwer en Wuyts en vinden het te ver gaan. Daarom dat de bovenstaande reacties van "die Belgen" en "de Belgen" ook bij mij te veralgemenend en nodeloos polariserend overkomen.
Wij zijn toch ook niet allemaal Willem Alexander?
In het Nieuwsblad zegt Van Dongen zelf dat ze het gat wilden toerijden, maar steken ze de schuld op de motoren, faut le faire.
Eén van de redenen waarom Jumbo-Visma met vier renners het gat niet dicht kreeg op de broertjes Yates, zochten ze bij de wedstrijdorganisatie. “Ik hoor van de jongens dat de motoren wel een rol speelden”, zei ploegleider Arthur Van Dongen. “Dat is niet voor het eerst. Het scheelt toch in een finale wanneer je zo’n ding tien meter voor je hebt rijden of niet. Helaas is dat iets te vaak part of the game.”
En nog eens, Belgen mogen niet chauvinistisch zijn als het om een Belg gaat, Nederlanders blijkbaar wel als het om een buitenlander gaat in Nederlandse loondienst...
Ik blijf er dus bij dat TJV het gisteren slecht heeft gespeeld, dit zal meespelen in WVA zijn 'teamgevoel', én vooral dat POG een enorme mentale klap heeft uitgedeeld aan de bleke jongen (die niet meer aan sprinten toekwam).
Wuyts was na Sporza beter helemaal gestopt zich te bemoeien met de wielrennerij.
https://m.youtube.com/watch?v=DpWbppmwMJk&t=060s
Niks sensationeel oid.
Maar wat jij ook zegt en dat lees ik, erg tussen de regels, ook bij Roglic; er zijn echt gevaarlijke manoeuvres, maar dat daar ook echt renners voor gestraft worden is voor mij toch een zeldzaamheid. En dat is wel iets wat moet veranderen.
Dit is het tv-beeld: https://www.youtube.com/watch?v=2mZsaKzq4TM
Je ziet Roglic oversteken, je ziet Roglic vervolgens 1-2 seconden rechtdoor gaan op de gestreepte lijnen en daarna pas gaat Roglic nog verder naar binnen en botst het.
Hier zie je het vanuit het publiek: https://www.youtube.com/watch?v=Sdz-oxGFz9c
Op het moment van crashen (op 3 seconden in het laatste filmpje) zitten Wright en Roglic gewoon naast elkaar (nou ja met een banddikte verschil). Combineer je het eerste beeld met het tweede, dan is de conclusie dat Roglic richting de boarding stuurt terwijl Fred Wright daar al rijdt. Onnodig richting de boarding sturen deed Roglic toch echt zelf.
Duidelijk zijn deze beelden inderdaad niet echt, mij kunnen ze niet meteen uitsluitsel geven over wat er precies gebeurd is. Hier zie ik Wright eigenlijk niets fout doen, maar ik steek er mijn hand niet voor in het vuur.
Maar wat mij verbaast: de dag na de val had Roglic geen idee hoe hij precies gevallen was. Ik vraag me af welke beelden hij dan heeft om nu deze wel hele zware beschuldigingen richting Wright te werpen.
Wright lijkt me gewoon in het wiel van Van Poppel te blijven rijden zonder bruuske bewegingen.
En dat zeg ik als iemand die eerder kritisch staat t.o.v. MvdP zijn gedrag in deze zaak.
fysiek geweld is de meest bekende vorm van geweld, het komt meestal overeen met de feiten die de ordediensten hebben vastgesteld. Fysiek geweld omvat elke slechte fysieke behandeling van iemand met de intentie hem of haar te verwonden en/of angst aan te jagen. De intensiteit van dat geweld varieert aanzienlijk
Een vrouwenstem: “Shut up, het staat op camera!”
Van der Poel: “Laat maar zien dan, no problem.”
Een vrouwenstem: “Jij mag niet in mijn kamer komen!”
Van der Poel: “Jij mag niet drie f*cking uur lang op mijn deur kloppen!”
Een vrouwenstem: “Je hebt ons bedreigd!”
Van der Poel: “Moet je de politie bellen en ze erover vertellen.”
Een vrouwenstem: “Heb ik al gedaan! Ze zijn onderweg.”
Van der Poel: “Prima. Weet je het zeker?”
Indien bovenstaande klopt, dan is elke beschuldiging richting Mathieu, een misplaatste.
Een mens is een mens. Die kunnen hun geduld verliezen.
Alle respect voor Matje
Telegraaf niveau creëren.
Door het irritante en kinderachtige troll-gedrag gecombineerd met anti-supporteren heb ik zelf besloten van me afzijdig te houden in zowel de comments als de live chat.
Als koersfan in hart en nieren en zelfverklaard "kenner" vind ik het heel jammer dat ik me niet meer kan mengen in interessante discussies die hier gevoerd worden.
Maar als dat niet kan in een positieve context waarbij we alle fantastische atleten die ze uiteindelijk zijn, naar waarde weten te schatten, dan houdt het voor mij op.
Als ik wat zou willen schelden dan ga ik wel naar voetbal kijken.
Erg jammer dat jij direct erg persoonlijk wordt als ik zeg dat ik van Aert op dat moment van de koers een wieltjeszuiger vond. Mijn reactie daarop was zeer zeker niet correct en gepast, maar het persoonlijke aspect dat jij direct aanhaalde was dat ook allerminst.
Iedereen kan en mag zijn voorkeuren hebben, maar het mag geenszins persoonlijk van aard worden.
Wat mij betreft zand erover. De koers is voorbij, we hebben een mooie wedstrijd gezien waar klasse, pech en een enorme strijd gezien hebben.
De mensen die het irritant vinden gaat het niet weerhouden om te komen.
En zulke titels worden nu eenmaal vaker aangeklikt.
Ik vermoed ook dat Wielerflits meer leeft van hun artikelen die via social media gedeeld en aangeklikt worden dan het beperkte aantal reageerders dat wielerflits dagelijks bezoekt.
Precies zoals bij Roglic komen ze nu aan met het huilverhaal dat van Aert zooooooo ontzettend veel doet en dat ze eeeiieeiindelijk iets TERUG kunnen doen-blablabla. Het is puur voor de buhne en uit fanmanschap geboren.
Ik ga er 100% van uit dat ze dit niet menen maar voor de toebehoorder doen, kan niet anders.
Gisteren Vingegaard op kop zetten om van Aert zijn halfgare spurtje te kunnen laten doen was een keiharde flater geweest. Dikke kans dat Pogacar dan meteen de rit gewonnen had en zich een soort king kong gevoeld.
Daarnaast is Jumbo en ook Vingegaard veel snuggerder dan dat: het enige moment waarop hij op kop gaat is wanneer het om Pogacar te lossen is. Volledig stoïcijns voor de aanmaningen op volle camera vanuit zijn tegenstrever en simpelweg op zijn ploeg rekenend. Vorig jaar hebben ze de tour gewonnen op die manier namelijk: en ik denk ook dat Pogi weliswaar wat wijzer geworden is maar even goed nog steeds uit de tent te lokken: die heeft zoveel bewijsdrang, je kan hem pakken daar.
Begin een beetje het gevoel te krijgen dat er voorbaat een OMG verhaal per dag moet zijn. Gisteren was een noemenswaardige dag, vandaag zijn we overmorgen vergeten.
Ook: het is de tour én komkommertijd, een dodelijke combinatie wat nieuwswaarde en uitvergroten betreft.
Deze aankomst was in basis niet super gevaarlijk. Ik heb in ieder geval de laatste jaren veel belachelijker aankomsten gezien. Met rotondes, verkeersdrempels, in afdalingen, etc.
Het vergrootglas gaat erop omdat er iemand in een geelzwart pakje in een gat terecht komt wat zich sluit; een beetje bewust, een beetje door het parcours. Was Wout een halve tel eerder aangegaan, dan had hij "de koord" gehad en daarmee de kortste lijn naar de streep. Gaat Philipsen een fractie eerder aan, dan blijft Wout erachter en komt ie ook niet klem omdat hij er aan de andere kant langs moet.
Wat denk ik vooral frustreert is dat er absoluut geen vorderingen lijken te zijn op dit vlak. Niet in het gedrag van sprinters, niet in de standaardisatie van het meubilair, niet in de lengte, breedte en rechtheid van de aankomsten. Het vergrootglas op veiligheid is terecht, maar dan had RK dit met een andere casus moeten doen.
Ik ben benieuwd wat ze morgen te melden hebben nadat het mis is gegaan. Gaan ze er dan gewoon overheen lullen of komen we hier nog even op terug?
Parcours is al een hele lange tijd bekend. Alle renners, journalisten, ploegleiders hebben uitgebreid te tijd gehad deze etappe onder de loep te nemen.Niemand zegt er iets over.
Etappe is voorbij en ineens gaat WF zeuren dat het schandalig is. Zeg dat dan vooraf. Ontzettend luie journalistiek.
Ik ken renners die niet starten als de kans op verlies erin zit.
Die aangifte kan volgende week wel