Vansevenant tweede in Vuelta-rit: “Ik ben toch ook wel teleurgesteld”
Met een tweede plaats in de tiende etappe naar Rincón de la Victoria liet Mauri Vansevenant zich voor het eerst écht zien in de Vuelta a España. De renner van Deceuninck-Quick-Step won de sprint voor de tweede plek, maar er bleek niks te doen aan de sterke Michael Storer, die dinsdag naar zijn tweede etappezege wist te soleren.
De 22-jarige Vansevenant maakte na een doldwaze start deel uit van de goede ontsnapping. Met de Italiaan Andrea Bagioli was er nog een tweede renner vertegenwoordigd in een kopgroep van ongeveer dertig renners. De beslissing moest uiteindelijk vallen op de flanken van de Puerto del Almachar (10,9km aan 4,9%) en op deze beklimming wist Storer, eerder al ritwinnaar op Balcón de Alicante, zijn medevluchters overboord te kieperen.
In de laatste kilometers kwam een achtervolgende groep, met daarin Vansevenant, nog aardig dichtbij, maar Storer hield genoeg over om zijn tweede etappezege binnen te halen. Vansevenant wist na een lastige etappe nog een sterke sprint uit zijn benen te persen en rekende zo vakkundig af met Clément Champoussin, Dylan van Baarle en nieuwe leider Odd Christian Eiking.
“Dit geeft me motivatie om het opnieuw te proberen”
“Het was erg lastig. We reden twee uur volle bak totdat de kopgroep gevormd was. Het was mooi om daar samen met Andrea te zitten. We wisten allemaal dat de laatste klim beslissend ging zijn. Daar kwamen dan ook de aanvallen. Op de top lagen we vijftig seconden achter op de koploper. We werkten hard om dat verschil te verkleinen, maar ondanks onze inspanningen konden we hem niet meer bijhalen”, doet Vansevenant zijn verhaal.
“In de sprint had ik vertrouwen en werd ik tweede. Dat geeft me veel motivatie om het opnieuw te proberen. Ik ben toch ook wel teleurgesteld omdat ik graag had gewonnen”, aldus Vansevenant. Zijn ploegmaat Bagioli kwam uiteindelijk niet verder dan een achttiende plek in de daguitslag, op 3m02s van dagwinnaar Storer.
Anders is hij voor je het weet meesterknecht/tempobeul voor een andere renner uit zijn ploeg.
Vansevenant is best een beetje "gehypet" in Belgie, maar het is zeker een leuke renner. Vaak mee in de aanval, een stijl die altijd uitstraalt dat hij vol overgave fietst, zit regelmatig mee in de goede vlucht, en weet het op zijn leeftijd ook af en toe af te maken.
Ik ben benieuwd welke kant hij uiteindelijk op gaat bewegen. Als hij zou willen zou hij misschien wel een redelijk klassement kunnen rijden, maar klassementstopper zie ik hem niet worden. Dan eerder een soort Belgische Mollema. En die zie ik liever aanvallen om proberen ritten te winnen, dan aanklampen voor een 8e plaats in een eindklassement.
Grootste risico voor deze jongen is uiteindelijk in de verkeerde trein te belanden...
Voor mij blijft het grootste vraagteken wat de ploeg met hem wil. Want in principe zit hij bij DQS perfect voor een Mollema achtige loopbaan, tenzij ze hem in de Evenepoel-keurslijf gaan zetten.
Gruwelen van hem in de trein van Evenepoel zien belanden, welke wellicht nog tot een uistekend rondrenner uitgroeien kan, dan weer nogal voorbarig.
Strikt persoonlijk zie ik er geen Mollema in en eerder een goeie teamgenoot voor kopmannen in klassiekers en rondes, misschien nog eens hoog eindigen in een ronde met flink wat uitval. Getuige de handstanden die hier gemakt worden wanneer Oomens en Bouwmannen hetzelfde bereiken al meer dan genoeg om apetrots op te zijn. Net zoals belangrijk deel uitmaken van een equipe die zijn landgenoot naar geel rijdt dat zou zijn.
- hij kan goed mee in de heuvels en middengebergte
- hij durft aan te vallen (en koerst zo het liefst)
- hij zit met regelmaat in "de goede ontsnapping".
- hij lijkt redelijk rap in een klein groepje soortgenoten
- hij weet het ook al af en toe af te maken.
Ik denk dat het geen toeval is dat hij er in dit soort ritten (die Mollema ook vast omcirkeld zou hebben). En dat hij zijn mooiste overwinning tot nu toe pakt door Mollema te kloppen.
Mijn eigen fietservaring is echter dat het grootste voordeel eerder mentaal is. Als je iemand voor je ziet rijden kun je vaak net wat harder. Het is mentaal veel lastiger om "voor iemand uit te willen blijven rijden" dan om "naar iemand toe te willen rijden". Het is ook niet voor niets dat ze met recordpogingen in atletiek of op de baan virtuele tegenstanders laten meelopen in de vorm van lichtjes. Nul aerodynamisch voordeel, maar allemaal om de mindset goed te houden.
En vwb het knechten: ik denk dat het veel renners ook een bepaalde rust geeft als ze weten dat ze er niet alleen voor staan, en dat er anderen zijn die de ballen uit hun broek rijden voor jou. Ook dat geeft naast het mogelijke aerovoordeel vaak ook extra motivatie.
Eigenlijk zijn er al tig onderzoeken gedaan over het voordeel van slipstream en liggen de theoretische waarden vaak nog ver uit elkaar.
Praktisch ( zie je gewoon aan wattages) en in grote lijnen volgens theorie ligt dit op +-30% bij normale snelheden ( 40-45 km/h). Dit vergroot naarmate de snelheden nog hoger liggen ( en normaal lager bij lagere snelheden).
Naar mijn weten is er bitterweinig onderzoek of resultaten bij aero voordeel bergop bij lage snelheden.
Theorie zegt wel dat vanaf 7-8% bergop, je wattage voor +-90% naar zwaartekracht gaat en de overige 10% naar wrijvingen en luchtweerstand.
Dus maximaal 30% voordeel op 10% vh totaal zou 3% voordeel geven.
Denk realistischer eerder 25% op 7% vh totaal = 1.75% voordeel.
Stel 'n renner weegt 65kg, rijdt bergop 8% op kop (CdA ~ 0,35) met 20km/u dan heeft hij zo'n 37w nodig om de luchtweerstand te overwinnen.
Als dezelfde renner niet op kop rijdt (CdA ~ 0,25) dan heeft hij daarvoor nog maar 26w nodig. Verschil zo'n 10w op 'n totaal van 365w; dat is een kleine 3%.
https://www.gribble.org/cycling/power_v_speed.html?units=metric&rp_wr=65&rp_wb=7.2&rp_a=0.54&rp_cd=0.65&rp_dtl=2&ep_crr=0.005&ep_rho=1.22601&ep_g=8&ep_headwind=0&p2v=200&v2p=20