Een fiks aantal nieuwe regels die de Internationale Wielerunie UCI onlangs heeft ingevoerd zijn bij Jasper Stuyven duidelijk in het verkeerde keelgat geschoten. Dit blijkt uit zijn column in Het Nieuwsblad, waarin hij zijn ongezouten mening geeft over de reglementen: “Dat de UCI zich in eerste instantie maar bezighoudt met veiligheid en goed georganiseerde wedstrijden.”

Het zijn slechts enkele voorbeelden van regels waar de Belg van Trek-Segafredo zich ten zeerste over verwondert. Ook van de regel dat verzorgers 500 meter voor en 500 meter na een tussensprint of een bergprijssprint geen bidon aan de renners mochten geven snapt hij weinig: “In een grote ronde is het vaak de enige veilige plaats, want dan staan er dranghekken”, weet Stuyven. “Gelukkig is het nadien teruggebracht naar vijftig meter.”

“Alsof een renner bezig is toeschouwers opzettelijk te verwonden”
Op het weggooien van bidons in de vrije natuur staan sinds kort ook geldelijke reprimandes. “Als er wel mensen staan mag er niet gevaarlijk worden gegooid. Precies of een ­renner tijdens de koers bezig is met een toeschouwer langs de kant opzettelijk te verwonden. Dat we de drinkbussen niet in de vrije natuur weggooien en wel richting de grijp­grage ­armen van de mensen, is toch goed genoeg? Bovendien, wat is gevaarlijk? Zo’n subjectief begrip”, vindt Stuyven. “Ik ben blij dat de rennersvakbond CPA al een tijdje bezig is om enkele van die onnozele regels teniet te doen.”

Stuyven roept het hoogste wielerorgaan zich eerst en vooral bezig te houden met veiligheid en goed georganiseerde wedstrijden. “In de zaterdagrit van de Tirreno heeft de helft van het peloton twee lokale ronden minder moeten rijden, omdat ze anders in de weg zouden rijden van de koplopers. Plots was er van de strenge naleving van de regels weinig te merken, terwijl een hogere vorm van koersvervalsing eigenlijk niet bestaat.”

“Regels niet alleen op ploegen en renners toepassen”
Er zijn overigens ook maatregelen waar Stuyven wel over te spreken is: “De nieuwe regel dat elke ploeg voor de start in koerskledij en op een vast tijdstip het startblad moet tekenen, is prima”, is de Belg van mening. “Nadat ze er in de UAE Tour duchtig op hebben gecontroleerd, verliep het in de Tirreno perfect.”

Toch brengt de 26-jarige Stuyven ook hier enige nuance aan. “Hoe vaak heb ik al niet aan het startpodium een kwartier moeten koukleumen omdat de organisatie zich niet aan zijn eigen uurschema hield. Die van de Ronde van Vlaanderen zijn er kampioen in. Is dat een ramp? Neen, maar als de UCI dan toch zo graag alles volgens de regels wil, dat ze die dan ook even strikt toepassen op zichzelf en de organisatoren in plaats van enkel op de ploegen en de renners”, besluit Stuyven.