Voor Sebastian Langeveld begon de Tirreno-Adriatico met een domper. Woensdag gingen er tijdens de ploegentijdrit in Lido di Camaiore vier renners van zijn ploeg Cannondale onderuit. Langeveld was één van de renners die tegen het asfalt smakte, maar komt er vanaf met relatief kleine verwondingen.

“Een paar plekken voor me ging iemand onderuit door een put in de weg. Met vier man lagen we ineens op de grond”, vertelt hij aan De Telegraaf. Langeveld was bang dat de val gevolgen zou hebben voor de voorjaarsklassiekers. “Vanaf half november ben ik al bezig om goed te zijn voor de klassiekers. De angst dat door één val alles voorbij is, spookt zeker door je hoofd”, geeft hij toe.

De 31-jarige oud-Nederlands kampioen heeft wonden aan zijn elleboog, knie en een geschaafde rug. Na de rit kon hij een kwartiertje uitrijden op de rollen. “Het is een goed teken dat ik kan fietsen. Maar als de zwellingen komen, gaan de wonden energie vreten. Het lijkt mee te vallen, al weet ik niet hoe ik de komende dagen hier zal overleven.”

Cannondale kwam gisteren als laatste over de finish met een achterstand van meer dan twee minuten op winnaar BMC. De kansen voor kopman Rigoberto Uran op een topklassering lijken hiermee zo goed als voorbij.