Rui Costa heeft de koninginnenrit in de Abu Dhabi Tour op zijn naam geschreven. De vele klimtoppers aan de start maakten er vandaag een spannende strijd van op Jebel Hafeet. De Nederlanders hadden hier een groot aandeel in.

Harde wind
De etappe werd vandaag gekleurd door een kopgroep van vier man. Simone Andreetta  (Bardiani-CSF), Pavel Brutt (Gazprom-RusVelo), Stephen Clancy (Novo Nordisk) en Alan Marangoni (Nippo-Vini Fantini) probeerden op het vlakke en vooral winderige stuk richting de 10,8 kilometer lange slotklim naar Jebel Hafeet het peloton voor te blijven, maar dat bleek een onmogelijke opdracht. Op veertien kilometer van het einde was het gedaan voor de vier leiders.

De harde wind zorgde halverwege de etappe overigens voor een korte neutralisatie. Er was veel zand op de weg gewaaid, waarna de organisatie besloot om de koers even stil te leggen.

Speldenprikken Quintana
De weersomstandigheden hielden Nairo Quintana niet tegen om al snel de knuppel in het hoenderhok te gooien op de slotklim. Nadat hij zijn ploeg het peloton liet ontploffen, plaatste Quintana op 9,5 kilometer van de top zijn eerste speldenprik, maar Alberto Contador volgde direct. Ook bij een tweede poging van Quintana zat de Spanjaard meteen op zijn wiel. De twee bleven elkaar in de gaten houden, waardoor de helft van het sterk uitgedunde favorietengroepje zelfs even bij ze wegreed.

Rui Costa maakte gebruik van de situatie door samen met Ruben Fernandez en Manuel Senni weg te rijden. Daarachter probeerden Ilnur Zakarin en Laurens ten Dam naar hen toe te springen. Zakarin slaagde in die missie, maar voor Ten Dam ging de Rus te hard. Dat gold overigens ook voor Senni en Fernandez, waardoor Rui Costa en Zakarin vooraan alleen overbleven.

Kruijswijk maakt indruk
Ondertussen ging Quintana op zes kilometer van het einde voor een derde keer in de aanval. Wederom volgde Contador direct, net als Vincenzo Nibali. Steven Kruijswijk moest even een gaatje laten, maar hij sloot als vierde aan bij de drie toppers, om vervolgens direct bij ze weg te rijden.

Rafal Majka gaf vervolgens een ploegmaat de opdracht om Kruijswijk terug te halen, maar de Nederlander wist desondanks voor het peloton uit te blijven. Hij zag even later wél zijn landgenoot Tom Dumoulin voorbij rijden. De Sunweb-renner was weggesprongen uit het peloton en probeerde naar de twee koplopers toe te springen. Kruijswijk kon hem niet volgen.

Dumoulin en Mollema in de achtervolging
Op 3,5 kilometer van het einde reden ook Bauke Mollema en Romain Bardet weg uit de groep met favorieten, waar Contador en Quintana elkaar in een greep leken te houden. Mollema bleek de betere van de twee. Hij liet al snel Bardet achter en ging ook over Kruijswijk heen, maar Zakarin, Rui Costa en Dumoulin zou hij nooit bijhalen. Mollema eindigde de etappe uiteindelijk als vierde.

Zakarin en Costa gingen als eersten de slotkilometer in, met tien seconden voorsprong op Dumoulin. De Nederlander leek op het einde steeds dichterbij te komen, maar Zakarin – die veel meer kopwerk deed dan Rui Costa – voorkwam dat Dumoulin kon aansluiten door het tempo hoog te blijven houden. Daar profiteerde Rui Costa van in de slotmeters. De Portugees sprintte relatief eenvoudig naar de etappezege. Zakarin werd tweede, Dumoulin derde.

Quintana raakt niet weg
Daarachter hadden de toppers de handdoek al in de ring gegooid. Quintana probeerde op drie kilometer van het einde weliswaar om nog eens weg te rijden, maar hij bleek niet in staat om Contador van zich af te schudden. Bij dat moment maakte George Bennett van LottoNL-Jumbo overigens veel indruk door als een van de weinigen die twee toppers te volgen. Hij ging daarna zelfs in de aanval en eindigde uiteindelijk als achtste.