Roy van den Berg leeft met een goed gevoel toe naar het WK-teamsprint
Roy van den Berg met Matthijs Büchli en Theo Bos in zijn wiel - foto: Cor Vos
maandag 25 februari 2019 om 19:30

Roy van den Berg leeft met een goed gevoel toe naar het WK-teamsprint

Interview Drie strakke blikken naast elkaar, verstopt onder aerodynamische helmen. Twee ervan stabiel gehouden door officials, één door een startmachine. Naast de wielerpiste kun je een speld horen vallen als de zoemer aftelt tot het vertreksein. Op dertig seconden voor de start een toon, op tien seconden één en één voor de vijf laatste seconden. Dan verandert de zoemer van toonhoogte en weg zijn ze, om de drie volgende ronden zo snel mogelijk af te leggen.

Dit script moet Roy van den Berg intussen kunnen dromen. De baansprinter is aangewezen als starter van de nationale teamsprinters voor het WK in Pruszków, dat woensdag begint. Samen met Harrie Lavreysen, Jeffrey Hoogland en Matthijs Büchli wil hij Nederland de tweede WK-titel op rij bezorgen op dit onderdeel. “Eigenlijk komen alle aspecten van kracht, explosiviteit en snelheid samen in mijn rol als starter.”

Drive
Ook vorig jaar in Apeldoorn maakte Van den Berg deel uit van de nationale WK-selectie, maar kwam hij niet in actie en kreeg hij na afloop dan ook geen regenboogtrui omgehangen. “Ik reed inderdaad niet, dat was extra zuur. Dus dat was een extra drive voor mezelf om me nog meer te verbeteren.” Daarvoor ging hij aan de slag met bondscoach Hugo Haak en BEAT Cycling Club, waarvan hij deel uitmaakt net als Theo Bos en Matthijs Büchli.

“Vervolgens verbeterde ik met krachttraining mijn persoonlijke records, op de weg gingen de wattages omhoog en mijn hartslag werd lager. Ook op de baan werden mijn trainingstijden sneller en ik werd zelf stabieler.” Moest hij daarvoor specifieker trainen? “Wat ik zelf erg belangrijk heb gevonden is consistency is key. Dat was mijn belangrijkste leerregel afgelopen jaar en dat leidde ertoe dat mijn niveau nu nog hoger is.”

(van links naar rechts) Roy van den Berg, Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland – foto: Cor Vos

Aan zijn WK-selectie ging wel een zogenoemde sprint-off vooraf, waarin de baansprinters de gelegenheid kregen zich te kwalificeren voor het WK-teamsprint. De nationale baanploeg telt immers zeven renners, die allen niet misstaan op een kampioenschap – zo wees afgelopen seizoen wel uit. “We hebben zó’n brede selectie en daardoor kwamen die sprint-offs in beeld. Ik was de snelste man op die testdag, dus dat geeft wel een goed gevoel.”

Verwachtingen
Na de wereldtitel in Apeldoorn werd de nationale ploeg vervolgens ook Europees kampioen in Glasgow. In de Wereldbeker bleef de ploeg ongeslagen, waardoor de verwachtingen hooggespannen zijn. Hoe wordt daarmee omgegaan? “Niet anders dan bij een andere wedstrijd. Het is hetzelfde rondje, 250 meter. Als iedereen zich focust op zichzelf en het maximale eruit haalt, dan kunnen we de titel verdedigen. En met die doelstelling gaan we er ook heen.”

Voor de teamsprinters, die zondag al afreisden naar Polen, staat hun titelstrijd al meteen op de eerste dag op het programma. Op deze laatste dagen in aanloop ernaartoe begint vast de voorbereiding. “Echt het korte werk, zeg maar. Alles een beetje finetunen en de hele kleine puntjes op de i zetten. Een startje, een acceleratie, wat snelheid, wat prikkels op de roller om de omwentelingen te prikkelen; zo ziet dat er eigenlijk uit. Om straks zo scherp mogelijk te zijn.”


Lees ook onze uitgebreide voorbeschouwing op het WK Baanwielrennen 2019 met daarin een vooruitblik op de kansen van de favorieten en via welke kanalen je de koers kan volgen.

Nederlands kampioen op de Kilometer

foto: Cor Vos

Voor Roy van den Berg verliep het vorige NK Baan in Apeldoorn voortreffelijk. Hoewel de pistier zich momenteel vooral toelegt op zijn rol als starter op de teamsprint, pakte hij de titel op de kilometer tijdrit en was er brons op de Keirin.

“Ik wilde zelf nog wat wedstrijdprikkels hebben, helemaal omdat we een periode hadden met wat minder wedstrijden”, geeft hij aan. “Van het NK maakte ik een heel mooi trainingsblok met de Kilometer als mooie uitdaging, want dat is als starter een aardig lange afstand. Maar ook dat ging hartstikke goed en ik werd er Nederlands kampioen. Dus eigenlijk sta ik er goed voor.”

Lijkt het hem een uitdaging om daarmee verder aan de slag te gaan? “Wie weet in de toekomst. Maar ik wil me eerst goed focussen op de start. Ook omdat we nu al zo kort op de Olympische Spelen zitten, ga ik geen rare veranderingen in mijn schema aanbrengen. Dus ik hou me lekker bezig met de start en doe hier en daar er een onderdeel bij, maar niet als prioriteit.”