Rotterdam en Den Haag samen kandidaat voor Tourstart 2024 of 2025
Rotterdam en Den Haag stellen zich samen kandidaat voor de start van de Tour de France in 2024 of 2025. Dat hebben beide steden vandaag bekendgemaakt. Rotterdam wil daarnaast ook nog de finish van de laatste etappe van de Tour Féminin 2023 voor zijn rekening nemen.
Het idee is om in 2024 of 2025 te beginnen met een proloog in de straten van Rotterdam, gevolgd door een rit-in-lijn met start in Rotterdam en finish in Den Haag. “Wij slaan de handen ineen om de Grand Départ naar Nederland te halen”, is de gezamenlijke boodschap van burgemeesters Ahmed Aboutaleb (Rotterdam) en Jan van Zanen van Den Haag.
Met het bid is ongeveer 30 miljoen euro gemoeid en in mei komt organisator ASO naar Nederland om het bidbook in ontvangst te nemen. Zowel Rotterdam als Den Haag mochten al eens de Grand Départ organiseren. In de Tour van 1973 begonnen de renners met een proloog op de boulevard van Scheveningen, gewonnen door Joop Zoetemelk.
In 2010, 37 jaar na de Tourstart in Den Haag, was Rotterdam aan de beurt. Ook toen stond er een inleidende (korte) tijdrit op het programma. Fabian Cancellara wist de snelste tijd te klokken en mocht zo de eerste gele leiderstrui ophalen. In totaal is de Tour zes keer in Nederland gestart, met ook nog Amsterdam (1954), Leiden (1978), Den Bosch (1996) en Utrecht in 2015.
Tour Féminin
Rotterdam wil de komende jaren groots uitpakken op wielergebied en dus heeft het ook interesse in de finish van de Tour Féminin in 2023. Het is overigens nog niet zeker of er over twee jaar een meerdaagse Tour de France-wedstrijd voor vrouwen komt. Er zijn plannen om vanaf 2022 weer met een meerdaagse wielerkoers te komen.
Chantal Blaak hoopt vurig op de Tour Féminin in Nederland. “Wij rijden al veel wedstrijden die de mannen ook rijden, maar de Tour missen we nog.” Rotterdam en Den Haag willen vanaf 2022 overigens ook drie andere grote wielerwedstrijden voor vrouwen organiseren in samenwerking met de internationale wielerunie.
Onderzoekje van The Hustle: Town hosting fees (5% of revenue) are no longer a significant income source, but locales still shell out big bucks to be included on the route, which changes year to year. Denmark reportedly spent $3.9m USD to host 3 stages of another major race, the Giro d’Italia.
An sich hartstikke mooie zelfpromotie om eens in de twintig jaar zo’n start naar Nederland te halen, maar deze projecten zijn inmiddels meer regel dan uitzondering. Het gaat vervelen voor de wielervolgers, terwijl de eigen Nederlandse koersen eraan onderdoor gaan. De Ronde van Midden-Nederland, Olympia’s Tour, de ZLM Tour, ze moeten op een houtje bijten, zeker vanwege corona. Zelfs de BinckBanck Tour kan geen fatsoenlijke start- en finishplaatsen in Nederland meer vinden en wijkt steeds vaker noodgedwongen uit naar België. De gemeenten ondertussen steken hun subsidiepotjes voor deze evenementen in de Ronde van Spanje. Klinkt immers aantrekkelijker. Wielerminnende wethouders, investeer in uw eigen koersen, in plaats van in het paaien van Franse, Italiaanse en Spaanse bobo’s voor prestigeprojectjes.
Aan het einde komen de sport wethouders en burgermeesters aan het woord. Je ziet ze niet zo snel een filmpje maken over de Binck Bank tour.
Neemt niet weg dat ik mij kan vinden in jouw stellingname. Als het daadwerkelijk zo zit dat gemeentes subsidiepotjes krijgen die zij naar eigen inzicht kunnen investeren in 'het wielrennen', dan zit daar het probleem. Een wethouder doet wat het beste is voor de gemeente die hem heeft gekozen. Die kijkt niet naar het wielrennen in zijn geheel. De koersen die jij opnoemt hebben veel minder aantrekkingskracht, waardoor je minder mensen bereikt. Alleen échte wielervolgers gaan dat kijken, en daar reken in mijzelf in dat geval dan niet toe. Niet omdat ik het niet leuk vind, maar omdat ik de schaarse tijd die ik heb anders besteed. Als wethouder voor je gemeente wil je per euro zoveel mogelijk mensen bereiken. Dan kan ik mij voorstellen dat de Tour, Vuelta of Giro veel aantrekkelijker is dan de koersen die jij opnoemt.
Daarom moeten deze beslissingen in hogere bestuurslaag genomen worden. Ook niet op provinciaal niveau, maar op nationaal niveau. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het NOC*NSF en de KNWB zouden gezamenlijk een plan moeten maken die duidelijke doelen stelt voor het Nederlandse wielrennen. Ik zou dan ook wegblijven van de potjes van subsidies, maar kijken wat er praktisch gezien nodig is om je doel te bereiken.
Daarnaast vraag ik mij af het niet beter is dat de door jouw genoemde koersen zich richten op het nationale of continentale circuit, waarbij er een nieuwe koers wordt opgericht voor het Pro-Conti en World-Tour circuit. Dat zou onderdeel kunnen zijn van bovenstaande plan. Maar of dat werkt, moet het eerst goed geanalyseerd en besproken worden met mensen die er meer verstand van hebben.
Daarbij denk ik dat Nederland te klein en niet te divers genoeg is, waardoor een samenwerking met België voor de hand liggende is. Noem het de Ronde van de Lage Landen of de Lowland's Classics. In de Lage Landen zijn voldoende mooie steden voor een tijdrit, is er voldoende laagland voor een waaieretappe of een aantal sprints, is er met de Limburge heuvels en de Ardennen ook voldoende reliëf om mooie heuveletappes te maken en hebben we natuurlijk de prachtige kasseien in België (en Noord-Frankrijk, als het even mag). Maar in Nederland (ik ben zelf minder bekend in België) kan je ook denken aan Drenthe, de Twentse en Sallandse heuvels, het Rijk van Nijmegen, de Posbank en de Utrechtse Heuvelrug. Als je er maar vaak genoeg over heen gaat, wordt het vanzelf zwaar of mooi als scherprechter of finish in een etappe.
Ik vind het bovenal wonderbaarlijk dat een wielerland als Nederland, geen fatsoenlijke wielercultuur heeft met daarbij horende wielerkalender. Want de fiets is zo vanzelfsprekend in Nederland. Niet alleen recreatief, de tweewieler is in iedere Nederlandse stad te vinden, maar als je kijkt naar het aantal medailles de KNWU ieder jaar mee terug neemt van BMX, veld, baan en de wegkampioenschappen maar ook op het vlak van Olympische medailles neemt de wielersport een belangrijke plek in.
Deels is natuurlijk terug te voeren op het feit dat er tot WO2 een verbod was op wegwedstrijden (en we dus in tegenstelling tot de Belgen en Frankrijk geen klassiekers kennen), maar het kan toch niet zo zijn dat er in Nederland naast de AGR niet plaats is voor grotere koersen. Net zoals de Coupe de France is er toch ook wel een Nederlandse reeks te maken van diverse wedstrijden waarbij WT-ploegen geïnteresseerd zijn in deelname. We hebben dan geen hoogteverschil, maar koersen op de flinten van Drenthe is toch heel wat anders dan in de kop van Noord-Holland tegen de wind beuken of op en neer gaan in het Mergelland.
Wellicht dat we in Nederland de omgekeerde weg moeten bewandelen en maar eens een competitie met eendagskoersen voor vrouwen uit de grond stampen en daar de mannelijke Topcompetitie aan koppelen. Ik denk dat de kijkcijfers op Sporza, en ook de groeiend aantal reacties op vrouwenkoersen op deze site laten zien, dat hier zeker potentie voor is. Daar kan die 30 (dertig!) miljoen beter aan besteed worden.
Wie dan? Noem eens een Nederlands toptalent voor de grote rondes? Of voor de klassiekers?
Hopelijk is tegen die tijd Corona weg en kunnen we er lekker van genieten.
Maar de starts in Rotterdam en vooral Utrecht hebben geleerd wat zo'n Tourstart waard is voor een stad. De Tourstart in 2015 is in mijn ogen het mooiste evenement dat Utrecht ooit heeft gekend en ik woon er nu toch al 20 jaar. De stad en haast alle inwoners hebben dagen, weken, jaren nagenoten. En ikzelf doet dat nog steeds.