Robert Gesink stelt vast: “Ik haal een van mijn betere niveaus van de laatste jaren”
Interview Jumbo-Visma stoomt zich in de Franse Alpen klaar voor de Tour de France. Op volle oorlogssterkte trekt de Nederlandse WorldTour-ploeg straks naar de grootste koers van het jaar – mits corona geen roet in het eten strooit, natuurlijk. Daar hoort ook Robert Gesink bij. “De sfeer is goed en we rijden hard omhoog”, vertelt de ervaren klimmer ons goedgemutst vanuit Tignes.
Verkenning
Samen met kopmannen Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk en Primož Roglič bereidt Gesink zich tezamen met bijna de rest van de Tour-ploeg voor middels een hoogtestage. Alleen Tony Martin was er niet bij, maar eerste reserve Mike Teunissen maakte het achttal compleet. “We hebben het aardig getroffen met het weer, al was het vandaag (vrijdag, red.) wat minder. Maar over het algemeen was het goed. De omgeving is ook mooi. Als je in Tignes zit, moet je natuurlijk wel steeds dezelfde klim op, maar dat is inherent aan een hoogtestage. Aan het eind van de dag moet je toch weer naar boven. Maar dat is gelukkig goed te doen.”
De geel-zwarten hebben van de gelegenheid gebruikgemaakt om een aantal Tour-etappes te verkennen. “De rit naar die nieuwe Col de la Loze is super lastig. Het lijkt wel een soort fietspad dat ze aangelegd hebben op de skipiste. Een beetje de stijl die je wel ziet in de Giro of de Vuelta. Echt pittig. Heel steil, dan weer vlak, dan weer heel steil en af en toe zelfs een klein stukje afdaling. Er zit totaal geen ritme in. Het ligt hoog (2304 meter boven zeeniveau, red.), na een heel zware dag met ook de Col de la Madeleine. Etappe achttien hebben we ook verkend, met daarin Cormet de Roselend, de Col des Saisies en Plateau des Glières.”
Terug op oude niveau
Gesink zelf woont in Andorra. Door de coronamaatregelen moest hij lange tijd thuisblijven en dat merkt hij tijdens het trainingskamp. “Goed punt. Ik had geen enkel probleem met de aanpassing, hier. Dat was perfect!”, lacht de geboren Varssevelder. “Ik zat al zo’n veertig dagen op 1800 hoogtemeter. Hier is het 2100 meter hoog. Dan is dat verschil voor je lijf niet meteen shocking, om het zo maar te zeggen. Maar wat ik vooral merk: vorig jaar brak ik mijn bekken in Luik-Bastenaken-Luik. Dat was natuurlijk klote. Dat soort blessures duurt toch net wat langer voordat je weer echt op je hoogste niveau bent, dat je weer écht fit bent.”
“Ik had wel het idee dat ik deze periode van hard trainen en hard werken even nodig had, om echt weer in orde te zijn”, gaat Gesink verder. Vorig jaar miste hij de Tour de France en kwam hij pas tijdens de Ronde van Polen weer terug in competitie. “Om een voorbeeld te schetsen: mijn hoogste twintig minuten-waarde reed ik vorig jaar volgens mij in etappe achttien in de Vuelta a España. Helemaal op het eind, in ieder geval. Die waarde was bijna 430 watt. Diezelfde waarde reed ik een paar dagen geleden op training ook! Dat is niet in de koers. Als je dat zo kunt doen, dat zegt wel wat. Het geeft mij goed vertrouwen.”
Dat terwijl de klimmer ook nog niet in topvorm moet zijn, uiteraard. “In koers kun je ook altijd meer. Je krijgt dan nog net iets meer prikkels. Het móet dan echt. Dit waren drie herhalingen van twintig minuten bergop, steeds iets intensiever. De laatste zou dan ongeveer op de drempel zijn. Maar je weet hoe dat gaat; dan maak je elkaar toch allemaal een beetje gek en uiteindelijk rijd je dik boven je drempel. Er zit in ieder geval heel wat werk in de benen. Over het algemeen ben ik tevreden met hoe het hier gaat. Ook over mezelf. Ik heb een van mijn betere niveaus van de afgelopen jaren, als ik dat zo een beetje bekijk.”
Zoals ie een paar jaar geleden de skyline trein op een hoopje reed was gaaf. Maar Gesink moet natuurlijk wel gevrijwaard blijven van ongevallen, hij heeft daar een patent op.
Natuurlijk is er niet alles uitgekomen wat er in zat, met weinig overwinningen. Echter veel van zijn ereplaatsen herinner ik mij nog erg goed. Voor mij is winnen niet het allerbelangrijkste kennelijk..
20:00 470W
Kan het nog steeds niet geloven.