Piotr Havik: “Voel dat ik goed genoeg ben om mee te doen in finales”
foto: Dirk Wolf
vrijdag 5 april 2019 om 08:00

Piotr Havik: “Voel dat ik goed genoeg ben om mee te doen in finales”

Interview De Volta Limburg Classic van zaterdag is het eerste hoofddoel in het seizoen van Piotr Havik. De 24-jarige medekopman van BEAT Cycling Club hoopt dit jaar een profzege aan zijn erelijst toe te kunnen voegen. Om in de Limburgse klassieker in topvorm aan de start te staan, heeft hij veel veranderd in de winter. Goede prestaties dit seizoen zouden hem wel eens naar WorldTour-niveau kunnen brengen, een stap waar hij al dicht bij was. Dat vertelt hij in een interview met WielerFlits.

Door sterke prestaties in 2017 verzekerde Havik zich via de Wattmeister Challenge van de Topcompetitie van een stagecontract bij Katusha-Alpecin. De hardrijder reed dat najaar zes eendagskoersen namens de WorldTour-ploeg, maar voor eigen kansen mocht hij er niet gaan. Tot een volwaardig contract bij Katusha-Alpecin kwam het dan ook niet, mede door de nieuwe UCI-regel die inhield dat ploegen in elke koers met één renner minder gingen rijden.

Havik reed in 2018 opnieuw een jaar als kopman bij BEAT. Een zege in de Ronde van Overijssel en ereplaatsen in de Ronde van Estland (vierde), het NK op de weg (tiende) en de Antwerp Port Classic (zevende) gaven Havik hoop op een kans bij de profs. Maar ook dit keer lukte het niet.

‘Stap hoger was niet onrealistisch’
“Rond het NK had ik nog de hoop op die stap hoger. Toen liepen er nog wel wat gesprekken, maar op een gegeven moment zag je dat er een spelletje rond Roompot (fusie met Veranda’s Willems-Crélan, red.), Aqua Blue Sport (gestopt, red.) en andere teams begon. Je zag ook nog dat een WorldTour-team als BMC ging fuseren. Dan weet je dat het wéér lastig wordt”, blikt Havik terug op de transfercarrousel van het afgelopen seizoen.

Havik voerde via zijn management Zeloo diverse gesprekken met ploegen van een hoger niveau. Ook ging hij zelf op pad.”We hebben aardig wat teams gesproken die opvulling zochten voor klassieke type renners, vooral in dienst van een kopman. In die rol zie ik mijzelf ook heel graag, zeker binnen de WorldTour. De interesse was er wel, maar de plekjes uiteindelijk niet. Het is te veel een stoelendans geweest.”

Havik wint de Ronde van Overijssel 2018 – foto: Léon van Bon

Geen herkansing bij Katusha-Alpecin
Toen Havik wist dat een profcontract er niet in zat, kon hij snel de knop omzetten.”Ik denk dat de klap na Katusha wel harder was”, aldus Havik over de periode dat hij na zijn stageperiode weer terug moest naar zijn eigen ploeg.”Ik ben in de Tour de France bij Katusha-Alpecin nog wel op gesprek geweest. Ze gaven aan dat ik nog in de running was, maar uiteindelijk is voor Harry Tanfield gekozen in plaats van voor mij. Op basis van zijn uitslagen is dat ook niet onrealistisch.”

Opvallend genoeg was het juist Havik die in Overijssel in een onderling duel Tanfield wist te kloppen. De Brit, die vorig jaar nog uitkwam voor het kleine Canyon Eisberg, wist daarna wel de openingsrit van de Tour of Britain te winnen. Ook pakte Tanfield zilver op het Brits kampioenschap tijdrijden en behaalde hij een podiumplek in de Midden-Brabant Poort Omloop. En dat terwijl bij Havik de groei pas later in het jaar kwam.

‘Ik had er gelijk moeten staan in 2018’
“Vorig jaar viel het bij mij net iets te laat op zijn plek”, erkent Havik.”Overijssel was mijn eerste overwinning, maar ik denk dat ik als klassiek type er gelijk had moeten staan. Alleen mijn winter was te slecht daarvoor. Ik had te veel tegenslagen, zowel sportief als privé. Uiteindelijk heb ik er wel een mooi seizoen van gemaakt en ik ben er helemaal niet rouwig om dat ik nu niet in dat ProContinentale of WorldTour-shirtje rijd.”

Na de mindere winter in aanloop naar 2018 gooide Havik het roer om voor 2019.”Ik heb zeker een goede winter gehad”, kijkt hij terug op de koersloze maanden.”Waar ik nu voor heb gekozen is om in november naar Panama te gaan. Ik heb mijn rustperiode in twee stukken gedeeld. Veel renners kiezen ervoor om twee weken aan een stuk door te rusten. Ik ben sowieso iemand die niet van stilzitten houd, dus ik heb met mijn coach overlegd: ‘Laat mij één week rusten, laat mij dan naar Panama gaan en dan neem ik in december nog een keer een goede week rust.’ Daardoor kon ik al wat frisser het seizoen in kon gaan.”

‘Goed genoeg om mee te doen in finales’
In de trainingsblokken van januari en februari had Havik al profijt van die verandering in zijn schema.”Ik kon daarin goed opbouwen, in plaats van dat ik in december, januari én februari bezig ben. Dan neem je een risico in je opbouw dat je of de grens voorbij gaat, of te vroeg goed bent. Nu voel ik dat ik er sta en voel ik dat ik goed genoeg ben om mee te doen in de finales, maar nog steeds met die frisheid. Ik heb niet het gevoel dat ik over twee weekenden al wil rusten, totaal niet.”

Het seizoen voor de continentale ploegen bestaat in grote lijnen uit twee delen. Het voorjaar begint vroeg en duurt tot aan de kampioenschappen in juni. Vanaf de Tour de France valt het een periode een beetje stil en daarna volgt het belangrijke naseizoen met diverse koersen waarin BEAT wil scoren.”De planning is daar zeker op ingericht. Eigenlijk deel ik mijn seizoen in drie stukken. Vorig jaar heb ik voor het NK ook nog iets getemperd en dat ben ik van plan om dit jaar ook te doen. Wat ik heel erg merk is dat zeker frisheid rond de Nederlandse kampioenschappen en de weken daarvoor toch wel een sleutel kan zijn voor succes. Je moet het aandurven om eerst wat rust te nemen en daarna weer extra te investeren. Dat ben ik dit jaar weer van plan.”

Een carrière lang bij BEAT: “Eén van mijn dromen”
“Ik ben nu heel blij bij BEAT en ben ook wel iemand die in de toekomst durft te kijken. Ik wil dan ook nog steeds profwielrenner worden, in de WorldTour zeker. Dat lijkt mij gewoon heel mooi, maar als BEAT zulke stappen blijft maken zoals ze nu doen, dan zit ik nog steeds op mijn plek”, zegt Havik.

Havik na de Ronde van Drenthe 2019 – foto: BEAT Cycling Club / Nick Kidman

Bij voetbalclubs sterven de clubvoetballers uit. Diverse spelers veranderen om de één of twee jaar van club. De uitzonderingen zijn er ook, die blijven hun carrière lang in dienst van dezelfde club. Ziet Havik het voor zich om zijn hele actieve loopbaan bij BEAT door te brengen?”Als de stappen zo door blijven gaan, dan zie ik mij echt wel in die rol. Het is ook wel een van mijn dromen. Ik ben dit traject als één van de eersten ingegaan, samen met Theo Bos (die de aanstichter was van de baanploeg, red.). Dat is al drie en een half jaar geleden. Ik zat toen met Geert Broekhuizen aan tafel en BEAT stond alleen nog op papier als een los idee. Ik mocht brainstormen over de uitwerking van het project en durfde het risico aan om als individuele renner voor de ploeg te gaan rijden. Je hoopt dan dat BEAT gaat realiseren waar je zelf van droomt.”

Op jacht naar die eerste zege tussen de profs
Waar Havik vorig jaar nog met Aksel Nõmmela (vertrokken naar Wallonie Bruxelles) de steunpilaar van de ploeg was, moet hij het kopmanschap dit jaar delen met Martijn Budding en Luuc Bugter. De ploegleiding van BEAT gaf al aan blij te zijn in de breedte sterker te zijn geworden. Budding en Bugter kwamen over van respectievelijk Roompot-Nederlandse Loterij en Delta Cycling Rotterdam. Samen met die twee begon Havik het seizoen op Rhodos en dat was gelijk succesvol.

Bugter werd derde in de International Rhodos Grand Prix, een eendagskoers, en Budding sloeg zijn slag in de Tour of Rhodes. Hij won de koninginnenrit en verzekerde zich van de eindzege. Havik stak in beide wedstrijden de helpende hand uit. De afgelopen periode kreeg de Zuid-Hollander zijn kans in Nederlandse koersen. In de zware Ronde van Drenthe (UCI 1.HC) werd hij negentiende en een week later pakte hij in de Dorpenomloop Drenthe (nationaal) een tweede plaats. Dat allemaal in opmaat naar het eerstvolgende doel, de Volta Limburg Classic.

“We hebben een trainingskamp gedaan voor de Volta en daarna komen de meerdaagses, ook in Frankrijk. Voor nu is dat de eerste periode waarvoor ik goed wil zijn”, blikt Havik vooruit. Ook is dit jaar voor een andere strategie gekozen bij de kopmannen: in beeld rijden is er niet meer bij.”Niet voor Martijn, Luuc en mij. Mijn hoofddoelen zijn om in 1.1-wedstrijden podium te rijden en eigenlijk wil ik dit jaar ook mijn eerste 1.1-overwinning behalen. Dat staat heel hoog op de agenda.”

3 Reacties
05-04-2019 08:55
Zoek een BEAN man.
05-04-2019 13:05
Toffe vent, tof interview en lijkt me niks onder te doen voor de helft van de pct coureurs. WT lijkt me echter nog wel een stapje te ver momenteel.
06-04-2019 13:52
Wordt het niet eens tijd dat met de Nederlandse successen bij de profs er ruimte komt voor een tweede Nederlandse Procontinentaal team? Als al die grote ronde starts hier kunnen komen, dan moet daar toch ook wel geld voor zijn?

Dan vind ik BEAT en SEG wel de twee ploegen met de meeste uitstraling.

Reacties zijn gesloten.