De Zesdaagse van Rotterdam maakte gisteren bekend dat hoofdsponsor Wooning Keukens en Badkamers het contract als naamsponsor met drie jaar heeft verlengd. Ook gaat de Rotterdamse Six tot en met 2022 door het leven als de Wooning Zesdaagse. Heel goed nieuws, reageert wedstrijdleider Peter Schep tegenover WielerFlits. “Wij zijn sportief natuurlijk al een paar jaartjes verder bezig. Uiteindelijk weet je dat de rust achter de schermen gebaseerd is op een langdurige sponsordeal en op wederzijds vertrouwen.”

“Kijk”, zegt Schep. “Het is sowieso fijn dat je weet waarop je kunt bouwen. Dat je budget voor de renners ook wordt bevestigd, elke keer weer. En niet dat je elk jaar je moet afvragen wat het volgend jaar weer gaat worden. Wij hebben de ambitie uitgesproken om elke keer te groeien – zowel het programma als het rennersveld willen we telkens naar een hoger niveau krijgen. Tot nu toe zijn we daar tevreden over en in die ambitie steunt Wooning ons ook, dus dat is alleen maar mooi.”

‘Terpstra staat voor onze ambitie’
In juli werd al een bijzondere verbintenis aangegaan met Niki Terpstra. De organisatie strikte de drievoudig winnaar van het toernooi namelijk voor eveneens drie jaar. Niet eerder werd een renner voor meerdere jaren vastgelegd. Schep: “Niki is een gozer die staat voor onze ambitie – een aanvallende renner die zes dagen strijd wil leveren en dat willen wij zien. Wij willen de faciliteiten zó creëren dat die jongens daartoe in staat worden gesteld. Maar het is het makkelijkst als je iemand hebt die het niet uitmaakt wat er ligt, die het gewoon gaat doen – en dat is Niki.”

Terpstra won de Rotterdamse Six van 2013-2015 aan de zijde van Iljo Keisse. In de jaren erna reed hij samen met Yoeri Havik (2016), Jens Mouris (2017) en Dylan van Baarle (2018). Komend jaar is hij gekoppeld aan zijn nieuwe ploeggenoot Thomas Boudat, met wie hij in 2019 onder contract staat bij het Franse Direct Energie. “Met Keisse had hij één van de snelste maten. De afgelopen jaren moest hij een andere strategie volgen. Maar alsnog zie je hem nooit opgeven en dat is wat wij heel graag zien. En het publiek met ons, want daar kijken wij natuurlijk ook naar.”

‘Trots op een koppel als de Denen’
De Wooning Zesdaagse maakte de afgelopen weken al meerdere namen bekend, maar gaf gisteren tijdens een sponsorbijeenkomst in Ridderkerk nagenoeg alle namen vrij – alleen het plekje naast Ramon Sinkeldam moet nog worden ingevuld. “Waar ik bijvoorbeeld heel trots op ben, is een koppel als de Denen”, reageert Schep op het startveld. “Lasse Norman Hansen is tweevoudig Olympisch medaillewinnaar op het omnium, daarvan weet iedereen dat hij heel goed is. Maar als je Niklas Larsen ziet… Dat is één van de grootste beloftes die op de piste rondrijdt.”

Ook de Europees kampioenen ploegkoers Kenny De Ketele en Robbe Ghys zijn van de partij, net als de Spanjaarden Albert Torres en Sebastián Mora Vedri – winnaars in 2016 – en Theo Reinhardt, die in Apeldoorn wereldkampioen ploegkoers werd met Roger Kluge. De organisatie had Kluge graag aan de start gehad, maar de boomlange Duitser rijdt vermoedelijk de Tour Down Under namens zijn nieuwe ploeg Lotto Soudal en kan er daardoor niet bij zijn. Daarom rijdt Reinhardt ditmaal aan de zijde van een andere landgenoot, namelijk Christian Grasmann.

‘Strijd van de Polen gaat opvallen’
Ook Wojciech Pszczolarski en Daniel Staniszewski keren weer terug naar de Maasstad. “Een voorbeeld dat wij niet alleen gaan voor de top van de wegwielrenners, maar ook voor de top van de piste. Niet alleen zesdaagsespecialisten, maar daarbij ook de top van wat wij ‘de grote baan’ noemen – de Wereldbeker, het WK en de Spelen. Zo is Pszczolarski de Europees kampioen puntenkoers. Voor mij gevestigde namen inmiddels. Maar die gaan we zeker in de Zesdaagse zó van voren zien qua strijd, dat het de mensen op de tribune echt wel gaat opvallen.”

Ook de jongelingen krijgen de kans, zoals Bryan Boussaer en Jules Hesters. Dit Belgische koppel verdedigde afgelopen editie met succes hun titel in de Talents Cup. “We hebben eens de vaste regel gehad dat de winnaar van de Talents Cup altijd een kans verdient. Daar zijn we enigszins op teruggekomen, omdat je ook graag de ontwikkeling van die jongens wilt blijven volgen. Maar in dit geval… Die jongens zijn op het EK voor beloften tweede geworden. Dat is wel iets dat de ambitie om bij de elite door te breken wel rechtvaardigt. Daarom geven we ze de kans.”