Sam Oomen eindigde in de Waalse Pijl van woensdag als 39ste, op 46 seconden van winnaar Alejandro Valverde. Aankomende zondag is de 20-jarige Tilburger opnieuw van de partij in Luik-Bastenaken-Luik, maar vertelt aan het ANP dat hij daar toch wel een beetje huiverig naartoe leeft.

Kaap van tweehonderd kilometer
Oomen werd vorig jaar nog achtste in de beloftenversie van Luik-Bastenaken-Luik, maar krijgt zondag zijn eerste koers van 250 kilometer voor zijn kiezen. “Ik reed vorige week de Brabantse Pijl, maar de Waalse Pijl is dan weer van een niveau hoger. Ik was in ieder geval blij dat ik de Ronde van het Baskenland al in de benen had. Daar had je ook hellingen zoals de Muur van Huy, maar dan twee keer zo lang. Ik heb meer schrik voor Luik-Bastenaken-Luik dan voor de Waalse Pijl. Met wedstrijden van boven de tweehonderd kilometer heb ik nog geen ervaring. En na die eerste tweehonderd kilometer begint het eigenlijk pas. Daar moet ik nu doorheen.”

Etappekoersen voor eigen kans
Bij Giant-Alpecin zijn ze voorzichtig met de jonge Oomen. Hij rijdt dit jaar nog geen grote ronde, maar krijgt in andere koersen wel zijn kans. Die kreeg hij al in het Critérium International, waar hij verrassend derde werd in het eindklassement. “De komende drie jaar moet ik ontdekken welke koersen mij het beste liggen. Een grote ronde ga ik nog niet rijden, maar ik mag in een paar kleinere etappekoersen wel voor mijn eigen kans gaan. Zondag (in Luik, red.) moet ik er gewoon voor zorgen dat onze kopman Warren Barguil zonder problemen de finale ingaat.”