Olympische Spelen: Voorbeschouwing wegwedstrijd vrouwen in Tokio 2021
Net als de heren een dag eerder, trekken de vrouwen ook al vroeg ten strijde voor de gouden medaille. De wedstrijd op de Olympische Spelen belooft een enerverende wedstrijd te worden met flink wat hoogtemeters. Een jaartje later dan gepland, maar nu krijgen de rensters dan eindelijk de kans om een waardige opvolgster te vinden voor Anna van der Breggen. Of gaat de Zwolse haar olympische titel verlengen? WielerFlits blikt vooruit.
Historie
Zoals met veel sporten het geval is, was er lange tijd geen ruimte voor vrouwelijke wielrenners op de Olympische Spelen. Het duurde tot 1984 voor de eerste rensters mochten deelnemen. De gouden medaille ging dat jaar naar Connie Carpenter-Phinney. De Amerikaanse was eerst langebaanschaatsster en ging na een blessure pas fietsen. Dat ging haar goed af en na ereplaatsen en een wereldtitel op de baan, snelde Carpenterin Los Angeles naar een gouden plak in de wegwedstrijd. Haar zoon, inderdaad Taylor Phinney, zou later ook uitgroeien tot een succesvol wielrenner.
Op de erelijst van de wegwedstrijd voor vrouwen staan maar liefst vier Nederlandse vrouwen. Op de editie van 1988 in Seoul was Monique Knol de eerste Nederlandse die een gouden medaille wist te veroveren. Vier jaar later wilde de Friezin dit kunststukje herhalen in Barcelona, maar door onenigheid binnen de Nederlandse ploeg kwam ze niet verder dan een bronzen plak. Kathy Watt uit Australië ging met de gouden medaille naar huis.
Nadat de omstreden Jeannie Longo zich in 1996 tot olympisch kampioene kroonde, was er in 2000 weer Nederlands succes. Leontien Zijlaard-van Moorsel had al bijna alles gewonnen wat er te winnen viel, maar een olympische medaille ontbrak nog op haar palmares. In Sydney was Tinus de snelste van het peloton en bevestigde zo haar comeback na een aantal mindere jaren als gevolg van een eetstoornis. Vier dagen later schreef de renster uit Boekel ook nog de tijdrit op haar naam.
Na twee Olympische Spelen, waar respectievelijk Sara Carrigan en Nicole Cooke er met het goud vandoor gingen, was het in 2012 Marianne Vos die de Nederlandse naam hooghield. In de stromende regen klopte de Brabantse Lizzie Deignan en Olga Zabelinskaja op de streep in Londen.
Laatste tien winnaars olympische wegrit
2016: Anna van der Breggen
2012: Marianne Vos
2008: Nicole Cooke
2004: Sara Carrigan
2000: Leontien Zijlaard-van Moorsel
1996: Jeannie Longo
1992: Kathryn Watt
1988: Monique Knol
1984: Connie Carpenter
Vorige editie
Op de jongste Olympische Spelen in Rio de Janeiro gingen de Nederlandse rensters als favorieten van start. Het was echter een Belgische die de wedstrijd opende. Lotte Kopecky, op dat moment nog maar twintig jaar oud, was de eerste die de aanval koos. Zij werd halverwege de koers weer teruggepakt, waarna een groep met onder anderen Marianne Vos wegreed. Veel kans van slagen had deze groep niet en op de slotklim naar Vista Chinesa werden de vluchters weer ingerekend.
De beste klimsters in de favorietengroep voerden het tempo op, waardoor uiteindelijk alleen Annemiek van Vleuten, Anna van der Breggen, Mara Abott en Elisa Longo Borghini overbleven. Emma Johansson sloot later aan. Op het tweede gedeelte van de klim versnelde Van Vleuten en kon alleen Abott volgen. Even leek Van Vleuten op weg naar de overwinning, maar een zware val in de afdaling maakte een einde aan haar ambities op de Spelen.
Op deze manier kreeg Abott vrij spel, met meer dan een halve minuut voorsprong op het groepje met Van der Breggen. Daar werkten de dames echter goed samen en liepen ze al snel in op de Amerikaanse. Het lukte het viertal om Abott in de laatste tien kilometer bij te halen. Van der Breggen won vervolgens de sprint aan de Copacabana en werd als vierde Nederlandse renster olympisch kampioene.
Uitslag olympische wegrit 2016, Rio de Janeiro
Anna van der Breggen in 3u51m27s
Emma Johansson in z.t.
Elisa Longo Borghini in z.t.
4. Mara Abott op 4s
5. Elizabeth Deignan op 20s
Parcours
De vrouwen starten in Musashinonomori Park, aan de rand van Tokio. De route loopt door de stad in de richting van de bekende slapende vulkaan Fuji. In feite is de rit een ingekorte versie van het parcours van de heren. In plaats van 234 kilometer rijden de vrouwen 137 kilometer. De klim naar Fuji Sanroku is niet in de route voor de dames opgenomen en ook de Mikuni Pass ontbreekt. De Kagosaka Pass, die twee keer door de mannen wordt beklommen, staat één keer in het routeboek van de dames.
Net buiten de bebouwing van Tokio krijgen de rensters gelijk een klim voor de wielen. Het steilste gedeelte is omgedoopt tot Doushi Road, een klim van 4,7 kilometer aan 6,2%. De rensters hebben er bovenaan bijna tachtig kilometer opzitten, en moeten nog 45 kilometer tot aan de eindstreep.
Het peloton komt vervolgens op een plateau en passeert het Yamanakameer. Het is een van de vijf meren in Fujikawaguchiko, zoals het gebied in het Japans heet. Het volgende obstakel is de Kagosaka Pass, een klim van 1,8 kilometer aan 5,5%. Daarna dalen de rensters af naar het race circuit Fuji International Speedway.
Op het circuit moeten de overgebleven rensters anderhalve ronde afleggen, waarbij ze de finishlijn al een keer passeren. Op zeven kilometer van de meet is er nog een heuvel van 1,4 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,7%. Hier kan zomaar de beslissing vallen.
Start: 06u00 / 13u00
Finish: 10u35 / 17u35
Afstand: 137 kilometer
Favorieten
Er starten maar 67 vrouwen in de olympische wegwedstrijd, wat betekent dat de ploegen klein zijn. Er zijn slechts vijf landen die met vier rensters mogen starten: Nederland, de Verenigde Staten, Italië, Duitsland en Australië. De vier grootste favorieten komen uit in het oranje.
Anna van der Breggen heeft in haar laatste jaar als profrenster al laten zien dat ze niet rustig gaat afzwaaien. Ze won zelf wedstrijden, zoals haar zevende Waalse Pijl en de vierde Giro Donne, maar was ook van groot belang in zeges van haar ploeggenotes zoals Demi Vollering. Van der Breggen is de regerend olympisch en wereldkampioene en zal beide titels verdedigen in de laatste maanden van haar carrière. Het parcours had wat zwaarder mogen zijn voor Van der Breggen, maar op de korte klimmetjes in de laatste twintig kilometer kan ze ook zeker uit de voeten.
Concurrentie komt uit Nederland, in de persoon van Annemiek van Vleuten. Vijf jaar geleden in Rio de Janeiro ontdekte de nu 38-jarige renster dat ze meer kon dan ze zelf ooit had kunnen denken. Het werd de start van ‘Van Vleuten 2.0’.
Van Vleuten heeft in Tokio iets recht te zetten. Na ‘de val’ in winnende positie heeft ze dit jaar haar hele seizoen ingericht op de Olympische Spelen. Ook voor Van Vleuten geldt dat iets ze graag meer hoogtemeters had willen hebben, maar we hebben onder andere op het WK in Yorkshire al gezien dat een lange solo geen enkel probleem is. Het parcours leent zich daar ook uitstekend voor. Dan wordt de laatste ronde op het Fuji International Speedway een emotionele ereronde om u tegen te zeggen.
Nog meer tegenstand uit Nederland komt van voormalige olympisch kampioene Marianne Vos. In de lastige laatste anderhalve ronde, met de korte inspanningen heuvelop, heeft ze al vaak laten zien de sterkste te zijn. Maar is de klim die in het parcours is opgenomen niet te zwaar voor Vos? De Brabantse rijdt niet veel dit seizoen, maar van de achttien wedstrijddagen stond ze negen keer op het podium en won ze vier keer. Er is niemand die zo naar een kampioenschap kan pieken zoals Vos dat kan. Haar carrière behoeft geen enkele kroon meer, maar een olympische titel zou de perfecte afsluiting zijn.
Ja, ook de vierde renster in het oranje maakt kans op de olympische titel. Demi Vollering is met haar 24 jaar de jongste van het stel, maar heeft dit seizoen laten zien bij de beste drie rensters van het peloton te horen. Vollering versloeg in de finale van La Course landgenote Marianne Vos in de sprint heuvelop en zal dus zeker ook geen angst hebben van een sprintfinale in Tokio.
Nederland heeft dus vier kanshebsters op goud, en dat is ook meteen het grote nadeel. Er zijn geen knechten in deze ploeg en dat betekent dat er wel een zogenaamde derde hond met het goud kan gaan lopen.
Die derde hond zouden we kunnen vinden bij de Belgen. Lotte Kopecky rijdt in Tokio een driedubbel programma, en ze heeft op zowel de weg als op de baan serieuze medaillekansen. Kijk je naar de resultaten van Kopecky, dan zie je een lange lijst ereplaatsen. Ze finishte slechts drie keer niet in de top-10 dit jaar, met een zeventiende plaats in de Strade Bianche als ‘slechtste’ resultaat. Kopecky is in korte tijd wereldtop geworden.
In Thüringen Rundfahrt toonde ze dit jaar goed mee te kunnen op de korte klimmen. Haar grootste uitdaging is de lange klim in de eerste helft van het parcours. Met Valerie Demey en Julie Van De Velde heeft ze twee sterke rensters aan haar zijde die voor haar kansen zullen strijden, en zullen proberen de wedstrijd in een sprint te laten eindigen. Dan is Kopecky een geduchte kandidaat voor olympisch eremetaal.
Lizzie Deignan was negen jaar geleden de rivale van Marianne Vos in de stromende regen van Londen. Dat zijn de omstandigheden waarin de in Monaco wonende Britse het meest op haar gemak is, zoals we dit jaar ook zagen in de Tour de Suisse. Ze is een renster die uitblinkt in kampioenschappen en haar vorm is gegroeid na een moeizaam voorjaar, maar Deignan kan in de hitte van Japan wel eens haar grootste vijand vinden. Ook heeft ze met de piepjonge Anna Shackley slechts een ploeggenoot aan haar zijde.
De Italianen rijden altijd als ploeg en zijn daarmee een geduchte concurrent voor de medailles. Elisa Longo Borghini is de meest toonaangevende renster van het team, maar vindt in Tokio geen parcours dat haar naadloos past. Ze zal moeten aanvallen en proberen solo over de streep te rijden, zoals ze dat al deed in de Trofeo Binda dit jaar, of in de Ronde van Vlaanderen zes jaar geleden. Longo Borghini is een renster die van zware omstandigheden houdt, maar behaalde veel van haar zeges in de kou en de regen, en juist niet in de hitte.
De Amerikaanse ploeg heeft met Coryn Rivera een renster die net op tijd in vorm lijkt te zijn geraakt. In een sprint met een kleine groep is ze zeker kansrijk voor een medaille, maar Rivera zal eerst de lange klim moeten verteren. Chloé Dygert is vaak een klasse apart en rijdt net als Kopecky een zwaar, driedubbel programma. Hoe is de Amerikaanse hersteld na haar verschrikkelijke val op het WK in Imola vorig jaar, en is de wegwedstrijd eigenlijk wel haar doel?
Emma Norsgaard was dit jaar in de sprints zeer succesvol, maar het parcours kan wel eens te zwaar voor haar zijn. Haar landgenote Cecilie Uttrup Ludwig is dan meer op haar plaats, maar het valt nog af te bezien hoe ze is hersteld van haar val in de Giro Donne. In het Poolse team vinden we Kasia Niewiadoma die op dit parcours zeker mee zal kunnen, maar altijd moeite heeft de wedstrijd af te maken.
Datzelfde geldt voor Ashleigh Moolman-Pasio. Wellicht is de zege in de koninginnenrit van de Giro Donne een inspiratie voor de goedlachse Zuid-Afrikaanse. Maví García is een outsider, omdat zij juist uitstekend presteert in de warme en vochtige omstandigheden die de rensters in Tokio waarschijnlijk zullen treffen. Het parcours past de Spaanse zeer goed, maar ze zal alleen moeten finishen om kans te maken op goud.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Anna van der Breggen
*** Annemiek van Vleuten, Demi Vollering
** Lizzie Deignan, Marianne Vos, Lotte Kopecky
* Elisa Longo Borghini, Maví García, Kasia Niewiadoma, Marta Cavalli
Deelnemerslijst (IOC)
Weer en TV
Zondag schommelt de temperatuur bij de startplaats rond de 26 à 29°C. Het voelt er mede door de aanwezige bewolking warmer dan 30°C aan. De luchtvochtigheid ligt boven de 70% en de kans op neerslag is aanwezig. Bij de finish op het Fuji Speedway Circuit, dicht bij de plaats Oyama, is de kans op zonneschijn groter. Het kan er daardoor in de Japanse middag aanvoelen als 33°C. De luchtvochtigheid ligt hier rond de 80%.
De wegwedstrijd voor vrouwen wordt live uitgezonden door de NOS (NPO1), Sporza (Eén) en Eurosport 1. Dat doen de zenders al dan niet afgewisseld met andere sporten die tussen 06.00 uur en 11.00 uur worden afgewerkt. Ook via de online kanalen van genoemde uitzendgemachtigden is de koers te volgen vanaf 06.00 uur. Voor de precieze tijden, houdt ons tv-overzicht in de gaten.
Plaats 1 was voor een amateur, wat een rare koers was dit.
Daarnaast is het ontbreken van Fuji of sanroku of de Mikuni Pass ook echt enorm zonde vind ik, had het parcours wat selectiever gemaakt. Aan de andere kant; misschien maakt een minder selectief parcours het wel spannender :)
Dus er zal al snel maar een kleine groep meer overblijven.
Dit parcours doet me denken aan de kleuterhoogte van de horden op de 400m horden bij de vrouwen.
Ik vind het persoonlijk goed dat ze rekening houden met de twee snelheden in het damespeloton. Doen ze dat niet, dan wordt het een wedstrijdje van 10 rensters waarvan er 4 een oranje shirt dragen. Ik zou het pas een degradatie vinden als ze een parcours neerleggen waar je op voorhand weet wie er gaat winnen. Leg zo'n klim als bij de mannen in de finale, en je weet dat er minimaal 2 Nederlandsen op het podium staan.
Nu kan dat ook, maar zullen ze er in ieder geval ook tactisch slim voor moeten rijden. En dat is minstens net zo'n belangrijk onderdeel van het wielrennen als hard kunnen trappen.
Eigenlijk is een makkelijk parcours veel moeilijker....
Zeer benieuwd of het Anna of Annemiek wordt. Wat mij betreft 50/50 kans. Dat ze geen vriendinnen van elkaar zijn en in dezelfde ploeg rijden maakt het helemaal pikant. Wat zou zo'n bondscoach nu eigenlijk zeggen vantevoren? Ook wel benieuwd naar
Maar het niveau van die veel te smalle top is wel heel erg hoog, AVV, AVDB, Vollering, Blaak maar ook Dygert, Longo Borghini, Niewadoma en Moolman zijn alle lofuitingen meer dan waard. Mijn conclusie is dan ook dat net als in het Handboogschieten wat we vandaag mochten aanschouwen we aan de ene kant mogen opmerken hoe klein de wereldtop is maar aan de andere kant de prestaties van de toppers terecht bewieroken.
Vraagje: mountainbike, baanwielrennen en BMX zijn wel een stuk internationaler bij de vrouwen, vind je dat dan wel topsport?
Hele moeilijke vraag. Ik denk dat het een combinatie van beide is. Smalle top is absoluut een feit maar als je er dan als land ook nog bovenuit steekt dan werkt dat vaak wel door in jeugd. Meer media-aandacht, minder moeilijk om sponsors te vinden en meer geld naar die sport in dat land levert natuurlijk ook steeds weer goede aanwas die al van jongs af aan profiteren van betere faciliteiten dan in andere landen.
Maar ach wat maakt het uit, zijn natuurlijk wel meer sporten die gedomineerd worden door 1 land op de Spelen. Ik noem een Tafeltennis, boogschieten en op de winterspelen de Noordse Combinatie. Leuk toch voor de mensen die graag juichen voor een vlaggetje.
Prima analyse en helemaal eens!! En dat juichen voor een vlaggetje, hoe sneu ook, deed me wel glimlachen. Maak me er zelf overigens ook schuldig aan, maar dit laatste niet verder vertellen a.u.b. Hup Holland!
Oké, als we het vrouwenwielrennen met gemengd handboogschieten gaan vergelijken dan geef ik mij gewonnen.
Verder is de constante vergelijking met het wielrennen bij de heren ook niet eerlijk vind ik omdat ondanks de overeenkomst van het rijden op de fiets het eigenlijk twee verschillende sporten zijn qua ontwikkeling.
Een heel lang verhaal om eigenlijk te zeggen dat jij jouw mening mag hebben en ik de mijne LOL.
Prima! Kan je analyse moeiteloos onderschrijven.
In veel landen is het toch meer een andere soort rolverdeling tussen man en vrouw.
Dat wij hier zulke goede wielrensters hebben heeft er natuurlijk mee te maken dat we worden grootgebracht met de fiets en de infrastructuur voor fietsers fantastisch is.
Bij nader inzien misschien jammer dat Wiebes niet geselecteerd is, al zou het aanwijzen van een afvaller in dat geval zo goed als ondoenlijk zijn.
Zie ook Florence Griffith-Joyner.