Leif Mortensen, Jørgen Marcussen, Bo Hamburger en Matti Breschel: dit viertal wist Denemarken al eens een medaille te bezorgen op het WK wielrennen. Het Scandinavische land heeft echter nog nooit een wereldkampioen op de weg voortgebracht. “Misschien kan ik de eerste Deense wereldkampioen worden.” Was getekend? Michael Valgren.

Ook dit jaar maken we met RIDE weer een lekker dikke zomereditie. Een 212 pagina's dik wielermagazine waar je deze zomer uren van kunt genieten en die de sportzomer nog nét iets leuker maakt. Bestel nu jouw exemplaar online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang maar liefst 20% korting!

De 26-jarige renner laat in een uitgebreid interview met Cyclingnews weten zich te richten op de mondiale titelstrijd, die in 2019 zal plaatsvinden in het Britse Yorkshire. Het is niet geheel verrassend dat Valgren mikt op de regenboogtrui, aangezien het parcours heuvelachtig is.

Spek naar de bek voor een winnaar van de Amstel Gold Race, zou je denken. “Ik moet gewoon een goed seizoen draaien om de rest van de Deense ploeg te overtuigen”, aldus Valgren. “Ik moet bovendien werken aan mijn sprint. Maar het allerbelangrijkste: ik moet gewoon de beste zijn.” Dit jaar eindigde Valgren nog als zevende op het WK in Innsbruck, na een bijzonder zware koers.

Michael Valgren in actie tijdens het voorbije WK – foto: Sirotti

Mogelijk Girodebuut?
Voordat Valgren zijn vizier zal richten op het WK, hoopt hij eerst te schitteren in het voorjaar. De vraag is echter in welke koersen. “Mijn probleem is dat ik overal goed wil presteren”, zo doelt Valgren op zowel de kei- als klimklassiekers. Daarnaast wil hij graag zijn debuut maken in de Giro d’Italia.

“Aangezien je daar als vluchter veel meer kansen krijgt. In de Tour is alles zo gereguleerd. Ik zou graag een Giro-etappe willen winnen. Maar het is lastig om een volledig klassiek voorjaar te combineren met de Giro. Het is daarom zaak om het met de ploeg te bespreken”, aldus de kersverse aanwinst van Dimension Data. “Ik kan verschillende programma’s rijden.”