Matteo Trentin is de sterkste van een kopgroep in Le Samyn
Matteo Trentin heeft Le Samyn op zijn naam geschreven. In finishplaats Dour was de Italiaan van UAE Emirates de sterkste renner van een kopgroep met acht man. De Fransman Hugo Hofstetter kwam als tweede over de streep, de Belg Dries De Bondt werd derde.
Nadat het voorbije weekend al het Vlaamse wegseizoen werd geopend, begon vandaag met Le Samyn ook het Waalse wielerjaar. De eendagskoers van Quaregnon naar Dour over kasseien en enkele venijnige beklimmingen was de eerste ronde van de Exterioo Cycling Cup, de vernieuwde competitie die tot voor kort als de Bingoal Cycling Cup bekendstond. De organisatie had een sterk deelnemersveld aan het vertrek met elf WorldTeams en acht ProTeams, waaronder Alpecin-Fenix dat met Tim Merlier de titelverdediger aan de start had.
Zes vluchters rijden weg
Even voor half een werd het startsein gegeven. Vroeg in de wedstrijd kwam een kopgroep met zes man tot stand. Sam Welsford (DSM), Nickolas Zukowsky (Human Powered Health), Jente Boons (BEAT Cycling), Kasper Saver (Minerva), Sander Lemmens (Tarteletto-Isorex) en huidig Europees en Frans kampioen strandracen Samuel Leroux (Go Sport-Roubaix Lille Métropole) sloegen de handen ineen en reden in het eerste uur meer dan vier minuten weg bij het peloton, waar Quick-Step Alpha Vinyl en Uno-X aanvankelijk controleerden.
Tegen het einde van de eerste helft ging het peloton versnellen en begon de voorsprong van de zes vluchters langzaam maar zeker terug te lopen. Op 93 kilometer van de streep, net nadat de grote groep de eerste kasseien achter de rug had, deed een massale valpartij zich voor, waarbij Florian Vermeersch een van de slachtoffers was. De tweede van Parijs-Roubaix kon echter zijn weg vervolgen. De kopgroep reed op dat moment nog maar twee minuten vooruit en met nog 81 kilometer te gaan gingen Rune Herregodts en Stijn Daemen in de tegenaanval.
Bij de eerste passage van de finish had de kopgroep nog een minuut voorsprong op Herregodts en Daemen, het peloton volgde ruim een halve minuut later. De inspanningen gingen doorwegen bij de vluchters en Lemmens en Boons kwamen al even in de problemen. Halverwege de eerste lokale ronde kwam Lotto Soudal naar voren en ook de andere ploegen brachten hun mannen in stelling voor het geval de koers zou beginnen ontploffen. Op de Côte des Nonettes werd de grote groep op een lang lint getrokken, waardoor de nervositeit verder toenam.
Koers schuift in elkaar
Op 58 kilometer van de aankomst was het op bij Lemmens en Boons en waren de vluchters nog maar met zijn vieren. De koers schoof steeds verder in elkaar en de achtervolgers Herregodts en Daemen werden weer ingerekend – zonder dat zij ooit wisten aan te sluiten bij de vlucht van de dag. Bij het ingaan van de voorlaatste ronde was de voorsprong van de vier aanvallers nog slechts driekwart minuut. Diverse ploegen deelden speldenprikken uit, maar het was wachten op de eerste echte aanval.
Nadat Lemmens en Boons er al eerder af moesten, loste Saver op 46 kilometer van de streep ook uit de vlucht. Welsford, Zukowsky en Leroux hadden echter ook nog maar een handvol seconden voorsprong en met nog 44 kilometer te rijden was alles weer samen. Stan Dewulf probeerde dan een nieuwe aanval op te zetten, maar in aanloop naar de Côte de la Roquette viel het weer stil. In de klim leidde Oliver Naesen het peloton en eenmaal boven nam Matteo Trentin over: de messen werden geslepen. Ook Victor Campenaerts maakte indruk.
Het zorgde ervoor dat het peloton brak en een sterke groep met ongeveer twintig man wegreed, met daarbij favorieten als Merlier, Dewulf, Campenaerts en Trentin. Aanvankelijk was ook Naesen mee, maar de klassiekerspecialist van AG2R Citroën moest afrekenen met pech. Op 32 kilometer van de finish namen Dewulf en Laurence Pithie, uit de opleidingsploeg van Groupama-FDJ, een kleine voorsprong. Josef Černý, Loïc Vliegen en Campenaerts sprongen naar de twee koplopers toe, maar aan het begin van de slotronde vloeide de grote kopgroep weer samen.
Kopgroep valt uit elkaar
Op 22 kilometer van de finish viel de kopgroep opnieuw uit elkaar: Dries De Bondt, Dewulf, Černý, Bert Van Lerberghe, Vliegen, Campenaerts, Trentin, Hugo Hofstetter en Dries Van Gestel reden weg. De overige aanvallers werden ingerekend door het peloton, dat al dicht was genaderd. Op de kasseien van de Roquette trok Trentin stevig door en de Italiaan bleef ook op de Chemin de Wihéries gas geven. De aanvallers wilden hun huid duidelijk duur verkopen, terwijl Černý zich liet terugzakken om op kop van het peloton te rijden.
Bij het ingaan van de laatste tien kilometer werd het peloton opgeschrikt door een val, waarbij Szymon Sajnok en August Jensen tegen de grond gingen. Tim Merlier kwam daarbij in de berm terecht en kon ternauwernood in een greppel overeind blijven. Door die manoeuvre moest de titelverdediger achtervolgen en daarbij kreeg hij de hulp van Edward Planckaert. De koplopers hadden op drie kilometer van de finish nog altijd een halve minuut voorsprong, dus leek het erop dat de winnaar van voren moest worden gezocht.
Op twee kilometer van de streep probeerde Dewulf weg te rijden, maar de rest was bij de les. In de laatste kilometer versnelde Campenaerts, maar het was hollen en stilstaan. Dewulf probeerde het vervolgens nog eens, maar Campenaerts sprong op het wiel. Uiteindelijk moest een sprint de beslissing brengen en daarin beschikte Matteo Trentin over het beste eindschot. Hofstetter werd tweede, De Bondt derde. Achter de acht koplopers versloeg Rasmus Tiller Arnaud De Lie in de sprint van het peloton.
Als ze waren teruggenomen, dan hadden ze met Arnaud De Lie op het podium kunnen staan. Het hoogste trapje was dan ongetwijfeld wel weer voor Jakobsen geweest, maar als je ziet dat Merlier lang voor de uiteindelijke spurt eigenlijk al uitgeteld was door een vreemde valpartij achteraan in het peloton, dan weet je dat alles mogelijk is.
Campenaerts had echt moeten proberen om een overtal van Lotto Soudal vooraan te creëren, en dan afwisselend met een ploegmaat aan te vallen - maar Vermeersch had waarschijnlijk toch last van zijn val vroeg in de wedstrijd, en Gilbert was volstrekt onzichtbaar (en ik vrees dat die er dit voorjaar nog amper aan te pas gaat komen).
Probleem bij Campenaerts is dat er wel vaart op zit, maar geen snee achter zit. Een flitsende demarrage heb ik van hem nog niet gezien.
Campenaerts zal altijd attractief koersen en er vaak "bij" zijn maar podia, laat staan overwinningen behaal je niet zo makkelijk met hem.
Op zich vind ik dat geen schande. Hij lrert die andere jonge leeuwen attractieve finales rijden en itt Campenaerts hebben jongens als Vermeersch en De Lie wel een eindschot. Ik ben er ook zeker van dat de sponsors hier meer return krijgen dan wanneer Lotto collectief in het peloton was gebleven en De Lie 3e zou geworden zijn.
Moest Campenaerts hier trouwens een quickstepke gedaan hebben en in het laatste wiel gekropen omdat De Lie achterop kwam dan zou hij pas bagger over zich heen hebben gekregen.
Ik ga niet afdingen op de attractiviteitswaarde van Campenaerts, want die is er wel degelijk. Maar een tikkeltje meer slimmigheid erbij, en de podiumplekken komen plots wel in zicht.
Je ziet ook dat iedereen erop rekent dat Campenaerts de gaten wel dicht rijdt (tussen km 30 en km 10 veelvuldig het geval), en dat kost hem krachten. Hij durft niet pokeren.
Dat siert hem, maar het kost krachten.
Het is een laffe slappe hap vwb de voorjaarsklassiekers. Het is dat Jakobsen dit heeft weten te verbloemen in KBK door een mooie sprintzege. Niks Wolfpack, maar meer een reiger die langs de kant staat te wachten tot er een vis in z'n bek zwemt....
Over reigers gesproken... ik mis mijn grote vriend wel af en toe. Die zou hier ook een mooi epistel kunnen schrijven over de bontjassenverkoper die wederom uit zijn pels gaat.
Het was aan de kopman om vooraan mee te zijn. Maar daarvoor was hij niet sterk genoeg. Fabio is mss wel de snelste sprinter ter wereld, maar in de finale meeschuiven met de sterksten is toch nog wat anders.
Het is wel de C-ploeg van QS, maar het is uiteindelijk ook gewoon een C-wedstrijd met veel C-ploegen die graag een renner als Cerny of Van Lerberghe in hun ploeg zouden hebben.
Het is gewoon erg tegenvallend wat de jongens in blauw tot nu toe hebben laten zien in het Vlaamse voorjaar. Dankzij een goede Jakobsen hebben ze toch een dikke prijs gereden, maar dit is totaal niet te vergelijken met de kracht van de ploeg in voorgaande jaren. Zaterdag niet, zondag niet, en ook vandaag niet.
De andere Quicksteppers waren dan ook nog niet goed genoeg om zelf mee te schuiven en dan mee te doen om de overwinning. Dan houdt het snel op.
Verwacht eigenlijk dat het dit blok vooral van Asgreen zal moeten komen. Benieuwd of die na zijn COVID besmetting nog een goed aantal procentjes erbij krijgt.
De Bondt heeft hier voor eigen rekening gereden. Jammer voor Merlier.
Sprint van Trentin ook niet echt recht, maar moeilijk met een aankomst in een bocht. Uiteindelijk wel de sterkste denk ik en daarom verdient gewonnen.
correcte sprint in een sprint bestaat bijna niet.
Dat was 'm inderdaad! Ik zat de hele tijd mijn hersenen te pijnigen...
Koers zoals koers bedoeld is.
Mooi de opmerking van de Cauwer dat niet de snelste maar misschien hier de sterkste zou kunnen winnen. Tis dat Trentin in het midden van de weg finisht, anders toch de snelste.
(opvallend hoeveel relaxter De Cauwer nu is...)
Klassiek verhaal dat de Belgen tegen elkaar rijden: Campenaerts die Dewulf gaat halen, en dan zelf niet doorzet.
Het gebrek aan taktisch vernuft van Campenaerts werd vooral pijnlijk duidelijk toen hij net na de laatste kasseistrook een zinloze versnelling plaatste. Het is me dan een raadsel waarom hij de sprint afwachtte ipv nog eens op de verrassing van achteruit te spelen. Idem dito voor De Bondt, die toch lang in de wielen had kunnen zitten.
Van Gestel overschatte zichzelf duidelijk in de spurt, en zorgde er zo onrechtstreeks voor dat niet Hofstetter maar Trentin de spurt kon winnen.
Maar als ik één Belg moet aanstippen die ik met stijgende verbazing heb zitten observeren, dan toch Karl Vannieuwkerke. Koers zou de belangrijkste bijzaak zijn, maar Vannieuwkerke vindt wel heel veel andere bijzaken om het over te hebben, terwijl de koers zijn gang gaat, en loopt daardoor wel heel veel koersontwikkelingen mis.
Zijn toontje van wij-leuke-jongens-onder-elkaar, tot en met 'laten we met een man of zeventien samen een dorp hier in de buurt opkopen, José, en samen fietstochtjes maken', het letterlijk speuren naar 'te koop' bordjes bij oude landhuizen in beeld, terwijl er ondertussen vroege vluchters lossen, breuken in het peloton ontstaan etc.
Hopelijk zijn er kritische stemmen binnen de VRT die hem even op zijn nummer zetten.
Tuurlijk niet, maar als je in een Italiaanse semiklassieker zes Italianen, een snelle Belg en een snelle Fransman op kop rijden, die goed aan elkaar gewaagd zijn - regelen die Italianen het wel zo dat er een (tragere) Italiaan op het hoogste trapje van het podium komt te staan, door de twee snelle mannen zelf de kastanjes uit het vuur te laten halen.
Die was de free rider zoals Trentin het zei en Bert heeft dan ook geen trap te veel gegeven.
Het is zwak van de renner.
Iets later hoorde ik Vannieuwkerke 'Dat was Biermans' zeggen.
Nu snap ik 'm: hij heeft de ene Jente met de andere Jenthe verward.
Karl heeft waarschijnlijk een ouderwetse fichebak met een klassement op voornaam...
(op achternaam ontlopen ze elkaar trouwens ook niet veel)
Spurt was was schokkerig bij sommigen maar dat past ook goed bij deze koers waar je helemaal gerammeld aankomt.