Mathieu van der Poel voltooit unieke reeks in amper veertien maanden tijd
Special Rolf Sørensen en Philippe Gilbert waren tot voor Parijs-Roubaix de enige twee renners die sinds 1990 een top 10-resultaat in alle vijf wielermonumenten konden bewerkstelligen. Sinds zondag is Mathieu van der Poel daar bijgekomen. De 26-jarige Nederlander van Alpecin-Fenix dankte dat aan zijn derde plaats in Parijs-Roubaix. Alleen Eddy Merckx deed ooit sneller.
Sørensen en Gilbert sinds 1990
Sørensen deed er in totaal meer dan tien jaar over om minstens één keer top-10 te rijden in alle vijf de wielermonumenten. Bij zijn debuut in Milaan-San Remo 1986 werd de Deense toprenner meteen negende en daarna volgden een achtste plek in Luik-Bastenaken-Luik 1988, een vierde plek in de Ronde van Vlaanderen 1989, een vijfde plek in de Ronde van Lombardije 1991 en uiteindelijk een zesde plek in Parijs-Roubaix 1997. De Deen deed er in totaal dus elf jaar over om dat voor elkaar te krijgen. Hij eindigde overigens in totaal 23 keer bij de eerste tien in een monument. Hij won er twee: La Doyenne in 1993 en de Vlaamse Hoogmis in 1997.
Gilbert deed over dezelfde reeks liefst veertien seizoenen. Dat begon met een zesde plek in Milaan-San Remo 2005 en in 2009 voegde hij daar de Ronde van Vlaanderen (derde), Luik-Bastenaken-Luik (vierde) en de Ronde van Lombardije (winst) aan toe. De 39-jarige Belg – nog altijd actief bij Lotto Soudal – eindigde twintig keer bij de eerste tien in een monument. Elf keer daarvan stond hij op het podium: zes keer derde, nooit een keer tweede. En hij wist er dus vijf te winnen, waarvan Il Lombardia twee keer. Hij jaagt in zijn Strive for Five nog altijd op Milaan-San Remo.
Reeks Rolf Sørensen
Milaan-San Remo 1986 (negende)
Ronde van Vlaanderen 1989 (vierde)
Parijs-Roubaix 1997 (zesde)
Luik-Bastenaken-Luik 1988 (achtste)
Ronde van Lombardije 1991 (vijfde)
Reeks Philippe Gilbert
Milaan-San Remo 2005 (zesde)
Ronde van Vlaanderen 2009 (derde)
Parijs-Roubaix 2019 (eerste)
Luik-Bastenaken-Luik 2009 (vierde)
Ronde van Lombardije 2009 (eerste)
Van der Poel op monumentenjacht
MVDP haspelde dezelfde rij af in amper twee en een half seizoen. Dat begon in het voorjaar van 2019 met een vierde plek in de Ronde van Vlaanderen, de koers die hem het meest op zijn lijf geschreven is. In het gemankeerde coronaseizoen 2020 kwamen daar een tiende plaats in de Ronde van Lombardije en een zesde stek in Luik-Bastenaken-Luik bij. Hij vervolledigde de unieke reeks dit seizoen met een vijfde plek in Milaan-San Remo en zondag dus zijn derde plaats bij zijn debuut in Parijs-Roubaix. Van der Poel won in de tussentijd ook zijn eerste monument: de Ronde van Vlaanderen 2o20.
Reeks Mathieu van der Poel
Milaan-San Remo 2021 (vijfde)
Ronde van Vlaanderen 2019 (vierde)
Parijs-Roubaix 2021 (derde)
Luik-Bastenaken-Luik 2020 (zesde)
Ronde van Lombardije 2020 (tiende)
Vanaf 8 augustus 2020 (Milaan-San Remo) tot 3 oktober 2021 (Parijs-Roubaix) reed hij overigens binnen een tijdsbestek van veertien maanden óók top-10 in alle monumenten. Van der Poel reed er tot op heden acht, waarbij hij alleen in Milaan-San Remo 2020 (dertiende) buiten de eerste tien viel. Normaal gesproken zal hij in La Primavera 2022 zijn volgende opwachting in een monument maken.
Merckx, De Vlaeminck & Van Looy
Van der Poel wist zijn reeks dus behoorlijk snel voor elkaar te krijgen, maar Merckx – de grootste renner allertijden – deed dat zelfs in dertien maanden. In 1966 won hij meteen Milaan-San Remo, werd hij achtste in Luik en tweede in Lombardije. In het voorjaar van 1967 werd hij dan derde in Vlaanderen en achtste in Roubaix.
De Belgische legende won niet minder dan negentien (!) monumenten: zeven keer Milaan-San Remo, vijf keer Luik-Bastenaken-Luik, drie keer Parijs-Roubaix en twee keer zowel de Ronde van Vlaanderen als de Ronde van Lombardije. In het huidige wielrennen komt daar normaal gesproken niemand meer aan. Roger De Vlaeminck (elf monumenten) en Rik Van Looy (acht monumenten) zijn naast Merckx de enige renners ooit die minstens één keer alle monumenten wisten te winnen.
Reeks Eddy Merckx
Milaan-San Remo 1966 (eerste)
Ronde van Vlaanderen 1967 (derde)
Parijs-Roubaix 1967 (zesde)
Luik-Bastenaken-Luik 1966 (achtste)
Ronde van Lombardije 1966 (tweede)
Dat mis ik een beetje bij dit stuk. De duiding dat MvdP pas veel later de overstap naar de weg heeft gemaakt. De meeste renners die op 21-/22-jarige leeftijd beginnen met profkoersen, gaan wellicht ook niet op een goed jaar tijd alle monumenten rijden, laat staan top-10. Blijft verder uiteraard een erg knappe prestatie van Matje.
Rest inderdaad de vraag in welke mate je het aantal overwinningen van toen kan vergelijken met nu. Dat niemand in de geschiedenis voor of na Merckx 19 monumenten wist te winnen, zegt ook wat (Roger op 2 met 11 is al een enorm verschil en dat was i.t.t. Merckx dan nog veel meer een eendagsrenner). Maar vandaag de dag lijkt zelfs de helft bizar veel. Al zaten Canc en Boonen ook aan 7, en dat was nog maar de vorige generatie natuurlijk.
Beetje rommelig met o.a. de top 10 van Gilbert in Roubaix lees ik niet terug en de eerste alinea eindigend met van der Poel en Merckx en vervolgens nieuwe alinea alinea te beginnen met 'De Deense toprenner..'
En amper 14 maanden klopt dan toch ook niet, als er de RVV van 2019 wordt benoemd als startpunt (april) en Roubaix als laatste. Dat is toch 18 maanden?
Van het actieve peloton 23 renners waarvan 5 tot 8 het predikaat kopman hebben.
Gilbert, Van Avermaet, Kwiatkowski, Moscon, Mohoric, Jungels, Schachmann, Benoot
Van Avermaet mist Lombardije (12e)
Kwiat, tja, groter palmares, kon dit zeker, maar koos voor de centen.
Schachmann rijdt rondes in het voorjaar
Moscon mist voorlopig Sanremo (55e) en Vlaanderen (15e)
Mohoric is aan het groeien van rittenkaper naar klassieke renner.
podia zijn van tel.
Volgens mij slaat Sonny Lombardije over en kiezen ze bij Bahrain daar voor de Vuelta kern met Landa, Haig, Mäder en Padun.
Misschien moet de concurrentie ook wat minder gaan doen?
Ook geen toeval dat hij pas de 3e sinds 1990 is, want sinds rond die periode is de hyperspecialisatie begonnen. Renners focussen zich op specifieke doelen en specifieke kwaliteiten. Iets wat je niet zomaar even verandert. Dan krijg je kanshebbers voor RVV en PR die al bijna nooit als kopman starten, laat staan zullen presteren door ook een gebrek aan hoogvorm.
In de tijd van Merckx was het meer zoals de vrouwen World Tour met vergelijkbare selectiegroottes, aantal teams, kalenders en toppers die in principe overal wel starten, ongeacht ondergrond en terrein.
Bij Sörensen en Gilbert is het tijdsverloop zo lang dat het een irrelevante opsomming van behaalde plekken wordt, en niet eens de hoogst behaalde posities.
En dat terwijl Gilbert bij uitstek de man der reeksen is. Kijk maar naar zijn najaarscampagnes 2009 en 2010, en uiteraard het hele jaar 2011…
Maar ligt natuurlijk volledig aan de gekke coronakalender van vorig jaar. Vdpoel zou anders nooit LBL gereden hebben na klassiek voorjaar en nooit lombardije op het einde vh jaar.
Tevens ligt het ook aan de pro conti status vh team en gebrek aan klimmende kopmannen dat ze vdpoel vorig jaar nodig hadden om uci punten te scoren in zon wedstrijden.
27x top 20 op 51 deelnames
17x top 11 in de Sanremo, Vlaanderen Roubaix en Luik
12e ,17e en 19e in Lombardije (op 5 deelnames)
Zelf had ik de vergelijking met Merckx hier weggelaten. Die vergelijking is niet heel relevant (andere tijden, andere leeftijd, het is allemaal al genoemd).
Wat ik hier uit meeneem is dat er maar héél weinig renners zijn die dus top10 rijden in alle monumenten. Dat geeft toch net wat extra duiding aan zijn prestaties, maar meer dan 'voor de leuk' is het natuurlijk niet.
Boonen 7 + WK
Cancellara 7 + een alle TT titels die er zijn
Bettini ook 5 monumenten en 2 WK overal top 10 behalve nooit Roubaix geprobeerd.
Bartoli 4 monumenten, overal top 10 gereden behalve Roubaix (21e) in z'n laatste jaar
Valverde 4 + WK + rist podia 1x RVV (8e) nooit Roubaix geprobeerd.
VDP 1 en 2 podium. Nog veel werk dus.