Mathieu van der Poel: “Record van Erik De Vlaeminck kan op termijn een doel worden”
Interview Mathieu van der Poel zal ook de komende jaren zijn crossseizoen aanpakken zoals hij dat deze winter deed. Een serie van tien, vijftien wedstrijden met telkens de focus op het WK. Dat de titelstrijd in 2022 in de Verenigde Staten is, deert hem niet. “Als het van mij afhangt, reis ik volgend jaar zeker naar Fayetteville.”
Van der Poel stond deze middag nog een keertje – online – de pers te woord. Zonder kater, voor alle duidelijkheid. Het vieren van de wereldtitel deed hij thuis met vriendin Roxanne. Bescheiden, met een pizza. Zo gaat dat in coronatijden. “Dat voelde inderdaad raar. Net zoals het ook in Oostende vreemd aanvoelde zonder publiek of familie. Na de persconferentie en de dopingcontrole ben ik naar huis gereden en dat was het.”
Bogense
Deze vierde wereldtitel bij de profs is dan ook niet de meest memorabele, vindt Van der Poel. “Een WK winnen is altijd bijzonder, maar die eerste in Tabor blijft de mooiste. Anderzijds, die in Bogense (2019) was ook wel speciaal. Na drie jaar niet gewonnen te hebben, was de druk toen immens groot. In tegenstelling tot gisteren in Oostende. Zelden leefde ik zo rustig naar een WK toe. Ik voel ook dat ik steeds beter kan pieken.”
Ook de pech van Wout van Aert ziet Van der Poel als een kleine smet op zijn triomf. “Natuurlijk maakt lek rijden deel uit van onze sport, maar je wenst het niemand toe. Ja, het heeft mij gisteren geholpen, maar ik had liever zonder die lekke band gewonnen. Het was sowieso een andere wedstrijd geworden. Anderzijds… Ik heb in het verleden ook al mijn portie pech gehad.”
En uiteraard kreeg Van der Poel nog maar eens de vraag hoe motiverend die duels met Van Aert zijn. “Ik heb het al meermaals verteld, we hebben elkaar allebei naar een hoger niveau getild. Onze duels zijn een verhaal op zich geworden en overstijgen zelfs de sport. Ze leveren zowel mij als Wout voordeel op. We blijven trouwens onze grenzen verleggen. Kijk naar wat Wout vorig jaar in de Tour presteerde. Het is alleen maar goed dat we nieuwe dingen blijven ontdekken.”
Pure fun
De teller van Van der Poel staat nu op vier wereldtitels veldrijden bij de elite. Daarmee evenaart hij Roland Liboton en komt stilaan het record van Erik De Vlaeminck, die zeven keer de regenboogtrui pakte, in zicht. Dat hij het veldrijden in elk geval nog geen vaarwel zegt, beklemtoont hij. “Tien, vijftien wedstrijden per winter met de focus op het WK. Zo heb ik het dit jaar gedaan en dat wil ik de komend jaren ook blijven doen. Zeker tot mijn dertigste.”
“Het is gewoon pure fun, dat crossen. En het breekt de winter. Het is zoveel leuker dan uren en uren te moeten trainen. En het kan zonder stress. Ik heb niets meer te bewijzen en ik kan in alle rust toeleven naar die titelstrijd. Als het van hem afhangt, is hij er ook volgend jaar in Fayetteville bij. “Ik heb er nog niet over nagedacht, maar ik zal dat WK in Amerika wel doen, ja. Die zeven van De Vlaeminck? Daar ben ik nog niet mee bezig, maar op termijn kan dat wel een doel worden. Ik besef echter dat ik daarvoor nog een lange weg te gaan heb.”
Van der Poel neemt nu een week rust, al lijkt hij daar weinig behoefte aan te hebben. “Ik voel me ontzettend fris. Dat merkte ik nog op stage. Ik heb na de Ronde van Vlaanderen twee weken geen fiets aangeraakt en daarna rustig opgebouwd. Voor mij mag het wegseizoen beginnen. Ik kijk er naar uit. Zeker nu corona ons leven domineert. Er zijn geen restaurants open, we kunnen geen vrienden zien. Fietsen is mijn enige bezigheid. Misschien dat ik een keertje met de crossmotor op pad ga…”
Een weekje rust dan toch maar. Om daarna voldoende duurtrainingen te doen richting de UAE Tour, zijn eerstvolgende competitiewedstrijd. Daarna volgen Strade Bianchi en Milaan-San Remo, met tussendoor wellicht Tirreno-Adriatico, als is dat nog niet definitief bevestigd. En na het Vlaamse voorjaar, met focus op de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, begint hij aan een mountainbike-luik.
Water bij de wijn
“Er staan voorlopig (als ze doorgaan) drie Wereldbekers en een langer trainingskamp in Livigno op het programma. Allemaal in functie van de Spelen.” Opmerkelijk, die stage in Livigno vindt plaats in de aanloop naar… de Tour de France. “Iedereen weet hoe belangrijk de Spelen voor mij zijn. Ik heb zelfs overwogen om de Ronde van Frankrijk te skippen. Maar ik besef dat dat niet kan voor de sponsors, dus leg ik me er bij neer.”
“Het zijn de sponsors die mijn loon betalen, dus af en toe wat water bij de wijn kan geen kwaad. Ik moet zeggen dat ik al heel wat vrijheid krijg van de ploeg. Ik mag bijvoorbeeld drie disciplines combineren. En de Tour rijden is ook geen straf, hé. Maar ik zit nu eenmaal met Tokio in mijn hoofd. Vandaar die stage op de mountainbike in juni. Ik heb dat nodig. Maar dat lukt wel. Ik ben niet slecht in dat switchen. Ik werd in Hoogerheide al Nederlands kampioen op de weg na een MTB-stage.”
Of hij de Tour gaat uitrijden, is nog niet beslist. “Dat was zeker het plan. Maar als ze me zeggen dat ik dan riskeer om niet top te zijn in Tokio, dan overweeg ik wel om er vroeger uit te stappen.” Wordt vervolgd…
Volgens mij wil hij vooral proberen ook een etappe te winnen. Dat is al moeilijk genoeg. En ik verwacht niet dat hij dat gaat proberen in de pure massasprints, maar in een overgangsetappe of rit voor de punchers. Als Merlier of Philipsen naar de Tour gaan, dan verwacht ik dat die uitgespeeld gaan worden in de massasprints.
Maar da's mijn bescheiden inschatting.
De vraag is eerder welke idiote sponsor niet beseft dat Tokyo veel belangrijker is voor het definitief vestigen van de legende van Van der Poel (en dus voor zijn vermogen sponsorwaarde te leveren) dan een tour-etappetje. Zal Canyon niet zijn.
Als het over geld gaat zullen ze zeker goed nadenken.
En ik denk dat het belang van de TdF te veel onderschat wordt door wij 'koersliefhebbers'. Voor ons is de TdF gewoon een belangrijke wedstrijd dat vaak wat overroepen wordt.
Maar voor de rest van de wereld is wielrennen = Tour de France en is dit 70-80% van het jaarpubliciteit. Geen olympische titel kan daar tegenop
Ik denk dat je het belang van de Tour zwaar onderschat en de OS zwaar overschat. In de OS is wielrennen één van de velen. Ik geloof dat er op de spelen zelfs meer publieke interesse is voor vrouwen-beachvolley dan voor wielrennen/MTB.
Canyon is m.i. net zo groot in het MTB-en als in het wegwielrennen. En juist de combinatie van de 3 disciplines is voor deze sponsor van heel groot belang.
Voor de andere sponsoren ligt het waarschijnlijk anders. Hij rijdt niet op een fiets van Alpecin in Tokyo, en zijn haar zit onder een helm. Die zien hem liever in de TdF.
Ik hoop dat hij twee weekjes TdF doet, en dan zijn droom najaagt in Tokyo. Maar vooral dat alles doogaat...
Wat een belediging voor MVDP om hem een halve mountainbiker te noemen.
In welk land heb jij onder een steen gelegen?
Voor een groene trui gaan, of om Parijs te eindigen met de meeste overwinningen die tour kan altijd nog in de toekomst.
Sterker nog, ik denk dat heel veel jonge talentvolle renners laatste jaren veel te vroeg al voor allerlei prijzen gaan die hen misschien wel een beetje opbrandt en waardoor ze voor ze 30 zijn nog maar met moeite de moticatie op kunnen brengen om voor de zoveelste keer de jaarlijkse standaard koersen te rijden.
Ik denk bijvoorbeeld ook aan Evenepoel die door de Belgische media, fans en misschien ook mensen om hem heen gek gemaakt wordt om zo snel mogelijk de grootste koersen te winnen. Hij is er door te vroeg op de fiets gekropen na zijn zware operatie en nog steeds krijg ik het idee dat men hem in Belgie het liefst dit jaar in plaats van volgend jaar de tour ziet winnen.
Wat dat betreft heeft Wout zijn hoofd door de Belgische media en fans gelukkig niet op hol laten brengen en is zo stap voor stap uitgegroeid tot de klasbak die hij nu is. Daar gaan we nog jaren plezier van hebben, net als van Mathieu.
Mathieu staat sowieso heel scherp en heel smalletjes. Toen hij 2 jaar geleden zijn spierballen liet zien was ik wat meer onder de indruk. Nu is het een gratenbak die verdomde hard kan rijden op een fiets.