Mathieu van der Poel dankzij lef en sprintervaring de baas over Tadej Pogacar
Analyse De Minderbroedersstraat oftewel de N453 net buiten Oudenaarde. Een grote baan, zoals de Belgen het zo mooi noemen. Een straat waar je 364 dagen het gevoel hebt in de ‘middle of nowhere’ te zijn. Voor Mathieu van der Poel is het de afgelopen 2,5 jaar met een eerste, tweede en wederom eerste plaats in ‘Vlaanderens Mooiste’ zijn boulevard van de glorie geworden.
Al drie edities van de Ronde van Vlaanderen op rij speelt Van der Poel op deze aankomst een schitterend bordjesspel. Hij flirt met de afstand tot de finish. Sinds 2020 zette hij achtereenvolgens op 180, 190 en ditmaal op 230 meter van de streep zijn sprint aan. Een pokerspel waarin zijn opponent Tadej Pogacar ditmaal een té hoog spel speelt en Van der Poel met stalen zenuwen weet dat hij er een ietwat langere sprint dan in de voorgaande jaren moet maken.
Op deze eerste zondag van april wordt het verschil tussen Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar gemaakt in de ervaring in het sprinten. Het perfecte moment van aanzet van de Nederlander versus de verkeerde inschatting van het Sloveense wonderkind. De druk die de achtervolgers Dylan van Baarle en Valentin Madouas weten de zetten, geeft ‘MVDP’ uiteindelijk de sleutel tot de overwinning in handen.
Voor de derde achtereenvolgende keer durft Van der Poel de sprint à deux van de Ronde van Vlaanderen van kop af aan te gaan. Tegen Wout van Aert was hij het snelst in een zinderende millimetersprint. Twaalf maanden geleden in de spurt met Kasper Asgreen verzuurden zijn benen volledig op vijftig meter van de streep. En in de strijd met Pogacar blijkt zijn lef om de koppositie te nemen de winnende factor.
Vanuit die koppositie, continue achteromkijkend naar Pogacar, ziet hij in de verte perfect hoe snel de twee achtervolgers naderen. Hij weet daardoor dat het kat-en-muis-spel met een halve sur-place niet te lang mag duren. De tweevoudig Tour-winnaar heeft daarentegen zijn focus op het achterwiel van de kopman van Alpecin-Fenix. Slechts twee keer kijkt hij vluchtig achterom, waardoor hij de snelheid van Van Baarle en Madouas moeilijker kan inschatten. Waar Van der Poel zijn sprint net op tijd aanzet, is Pogacar een fractie van een seconde te laat en wordt hij verrast en ingesloten door het snel terugkerende tweetal.
Zinderend
De finale van de 106e editie van de Ronde van Vlaanderen is zo’n mooi schouwspel dat topfavoriet Wout van Aert eigenlijk niet eens wordt gemist. De twee meest attractieve renners van deze generatie stelen met een prachtig machtsspel de show. Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar zijn twee speelvogels die durven te fietsen met bravoure en het liefst plezier op de fiets willen maken. Daardoor openen ze de aanval vaak al op ruim vijftig kilometer van de streep. Zo wint Pogacar in maart de Strade Bianche na een solo van precies 50 kilometer, terwijl Van der Poel afgelopen woensdag in Dwars door Vlaanderen op 70 kilometer van de streep op Berg ten Houte voor de schifting zorgt.
Van de Ronde van Vlaanderen 2022 gaat de actie van Pogacar tijdens de tweede beklimming van de Oude Kwaremont op 54 kilometer van de streep zeker een plek krijgen in de geschiedenis van de Ronde-heroïek. Zittend in het zadel, met beide handen op het stuur versnelt de Sloveen vanuit de buik van het eerste peloton en dokkert op de kasseien langs iedereen naar de kop en voert vervolgens een enorme forcing.
Negen kilometer verderop op de Koppenberg maakt ‘Pogi’ de beslissende move waar alleen Van der Poel en de verrassende Madouas een antwoord op hebben. En tijdens de laatste omloop is Van der Poel de enige renner die nog in het wiel van de beste wielrenner van dit moment kan blijven. Al heeft hij het op zowel de Oude Kwaremont als op de Paterberg moeilijk om het wiel van de tweevoudig Tour-winnaar te houden. “Zeker op de Paterberg was ik dicht bij het punt dat ik gelost zou worden”, is Van der Poel later eerlijk.
Pogacar beent na zijn ‘domme’ sprint voorbij de finish enorm teleurgesteld weg. Hij is op niemand boos, maar wel gefrustreerd over zijn eigen optreden. Al is hij later wel zo sportief om Van der Poel een verdiende winnaar te noemen.
Onverstoorbaar
Zeker wanneer je de aanloop van ‘MVDP’ naar dit voorjaar terugkijkt, verdient de hedendaagse heerser van de Hoogmis ook alle respect. Eind december heeft hij nog zoveel last van zijn rugblessure, opgelopen tijdens de olympische mountainbikewedstrijd, dat hij de veldrit in Heusden-Zolder moet staken. Zijn ploeg blijft op dat moment ijzig kalm. Ook wanneer later duidelijk wordt dat de revalidatie veel langer gaat duren dan men eerder dacht. Onverstoorbaar wordt het plan aangepast en begrijpen de broers Christoph en Philip Roodhooft dat deze kwetsuur alleen met een lange rustperiode kan genezen. Niks de boel overhaast forceren, ongeduldig worden en té snel terugkeren in competitie. Maar verstandig en kalm de rust en tijd zijn werk laten doen.
Die aanpak wordt in ‘Vlaanderens Mooiste’ beloond. Naast Van der Poel en zijn ploeg Alpecin-Fenix mag de wielersport zich de grote winnaar van deze Ronde van Vlaanderen noemen. Met Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar, twee kampioenen met lef en bravoure, als de absolute smaakmakers heeft het wielrennen wederom veel harten veroverd.
Wel ging hij enorm diep. Ik zou hem zijnde denk ik de Amstel, alle aandacht er om heen en de druk om er te winnen, ontlopen… Roubaix is wel heel aanlokkelijk om nu alle pijlen op te zetten.
Iedere overwinning is er 1, zeker in de cvd tijden waarbij je vandaag niet zeker bent of je morgen kunt starten.
Lekker rollebollen op de grond in Amstel, dan 1 week herstellen en dan nog 1 keer knallen in Noord Frankrijk. Zeker omdat hij dit voorjaar pas net begonnen is, hij is pas 3 weken aan het koersen na een hele lange tijd koersloos rondrijden. Dat zou prima moeten kunnen. En van mij mag hij LBL ook gaan doen als het dan nog in de benen zit, daar zie ik hem liever een poging wagen dan in de Giro.
Prioriteit lijkt me helder.
Maar uiteindelijk is het ergens ook "pakken wat je pakken kunt" dit seizoen. En als je goed bent, moet je niet thuis blijven zitten. Want voor je het weet doe je een "Woutje". Die mag blij zijn dat hij gewoon ook gekoerst heeft in de De Omloop en E3, en dus ook gewoon 2 mooie vissen heeft binnengehaald.
Afgezien van een valpartij lijkt het mij niet veel kwaad kunnen om de AGR te rijden, de woensdagwedstrijden over te slaan en fris genoeg te zijn voor PR. En met deze vorm gaat hij er zowel in AGR als PR dichtbij zijn.
EDIT: als het gaat om OF... OF, dan ga ik mee met Jooop en mag hij PR en LBL doen, en evt de AGR overslaan.
Daarnaast is PR ook gewoon een koers waar je vrij gemakkelijk malheur op kan lopen.
Gewoon knallen verdikkie.
Sowieso schijnen ze het finaleparcours weer wat gepoesiemiauwd te hebben toch? Ga zo eens kijken. Edit: nee, in orde.
Het is niet echt een MaxVerstappenFanclub topic waard om te analyseren waarom Matje deze sprint won.
Natuurlijk had t mis kúnnen gaan, maar als t eenmaal sur-place is en minder dan 200 meter dan wint Pogi natuurlijk zéker nooit meer van die levende elastiekbom die Matje is.
Uiteindelijk denk ik dat de allerbelangrijkste conclusie ontbreekt. Namelijk dat Mathieu intrinsiek gewoon sneller is dan Pogacar. De Sloveen kan rap aankomen, maar zit qua sprinten eerder op het niveau van Roglic dan op het niveau van Van Aert of VdP. Zeker op dit soort vlakke aankomsten. Maar daarvoor zou je eigenlijk hun 15-seconden-waarden eens naast elkaar moeten kunnen leggen, dan kun je eigenlijk pas echt conclusies trekken over de mogelijkheden van beiden op dit soort aankomsten.
En ja, Pogacar heeft zijn eigen sprint verknald door te laat aan te gaan. Vraag is ook of je er achter moet gaan fietsen als de startsnelheid laag is, of dat je er beter naast kunt gaan rijden (scheelt 2 meter tot aan de meet). Was het ervaring dat Mathieu op kop zat, of was het toeval?
Meeste heb ik uiteindelijk genoten van hun wederzijdse respect. Gewoon koersen met open vizier, het elkaar gunnen van een mooie wedstrijd, het samen naar de meet durven rijden om het daar uit te vechten. Dus in die zin ook wel jammer dat uiteindelijk Pogacar niet meer loon naar werken heeft gekregen.
Overigens zie ik veel commentaren dat Pogacar er een langere sprint van had moeten maken, maar 250 meter is toch redelijk ver hoor, voor een sprint-a-deux, vanuit praktische stilstand, na 270 kilometer. Het had misschien zijn enige kans geweest, maar zal zelf ook niet meer okselfris geweest zijn, anders had 'ie dat zelf ook wel geweten. Het is natuurlijk ook niet voor niets dat hij wacht.
Hij wint gewoon Vlaanderen voor een tweede keer!
Net alsof het normaal is.
Wat een held!
Iemand met sprintervaring die daar wat meer (zinnigs) over kan zeggen?
Met de huidige finale kun je als toeschouwer wat lastiger uit de voeten, veel te snel in de stad. Uitlopers Valkenrots het best nog maar volgens mij geen tap met grote scherm daar.
Ans is legendarisch, heerlijk vies, ruig en atypisch. Ik hield er wel van.
Meest vervelende van niet meer aankomen in Ans is dat je Saint Nicolas niet meer hebt.