Maarten Ducrot stopt als commentator NOS na Amstel Gold Race: “De koers heeft mij uitgedaagd”
Interview Maarten Ducrot kondigde in de afgelopen Tour de France zijn afscheid aan als commentator bij de NOS. De 65-jarige oud-wielrenner uit Zeeland had besloten om er na de Amstel Gold Race 2023 mee te stoppen. Dat weekend staat nu voor de deur. Samen met WielerFlits blikt Ducrot terug op zijn carrière als co-commentator, zijn gevoel bij de Amstel Gold Race en het leven dat hem wacht.
Maarten Ducrot is sinds 2004 co-commentator bij de Nederlandse tv. Jarenlang was hij bij de NOS de co-commentator naast Herbert Dijkstra. Ducrot voegde bekende termen toe aan het wielerwoordenboek als: ‘linkeballen’, ‘harken’ en ‘roepen om zijn moeder’.
Zie je er tegenop dat je voor het laatst commentaar gaat doen?
“Nee, ik zie er helemaal niet tegenop. Het is tijd. Ik zie dat steeds meer mensen en journalisten zich scharen om een kleine groep renners en wedstrijden. Iedereen moet quotes hebben. De tijd van kijken en even renners aanspreken raakt weg. Ik heb daar moeite mee, en ben het er niet mee eens dat wij naar een circus zitten te kijken waarin de renners grote risico’s lopen. Er is voor mij steeds minder ruimte voor het verhaal.”
Wat ga je het meest missen aan het zijn van commentator?
“Dat ze mij met een koffer met audioapparatuur naar Spanje stuurden en zeiden: ‘Zorg maar dat je er komt, dat je je werk kan doen en dat je terugkomt.’ Het naar de koers gaan, alles zien van dichtbij, jezelf inwerken en daar inspiratie opdoen… Want je kan alleen verhalen vertellen door inspiratie op te doen. Je moet daarvoor echt tanken. Alleen dan kan je bevlogen uitzendingen maken.”
Ga je je nog anders voorbereiden op je laatste Amstel Gold Race?
“Nee, mijn manier van voorbereiden is dat ik alle nieuwtjes koppel aan een renner. Maar ik ben meer geïnteresseerd in de verhalende kant, dus dat moet je ook volgen. Bijvoorbeeld dat Michał Kwiatkowski vorig jaar de Gold Race wint als vooruitgeschoven post. Dat laat zien dat het tekentafelwielrennen, waar ik het op tv veel over heb, weleens mislukt. Die verhalen zijn belangrijk om te weten.”
Met wie doe je commentaar zondag?
“Met Herbert. Na Jean Nelissen en Mart Smeets zijn wij het langstzittende duo ooit. Als dat breekt, moeten we er ook een feest van maken. Ik vermoed dat Herbert wel een truc uit gaat halen, want daar is hij goed in. Maar ik weet niet wat. Ik hoop dat het niet te opzichtig wordt, want ik vind het lastig om zo in de belangstelling te staan. Maar daarom hebben we de Amstel Gold Race wel uitgezocht om afscheid te nemen. Zelf ga ik in mei een feest geven met de mensen van de NOS.”
“We hebben ervoor moeten knokken, maar ik heb met Herbert echt een band opgebouwd, dat we dat kunnen. We gingen elkaar tegenhangen. Dan gaat hij lineair praten, en ik wollig en uitgebreid praten. Soms leek het alsof we ruzie hadden, maar we hadden geen mot. Dat is het spel. Dat is het vertrouwen.”
Welke momenten zullen je altijd bijblijven van wedstrijden waar je bij was?
“Mathieu van der Poel met zijn gele trui. Dat was iets onmogelijks en ga ik nooit meer vergeten. Maar er zijn vooral een aantal negatieve momenten die impact op mij gemaakt hebben. Steven Kruijswijk die in de ijswand rijdt, want hij had altijd de Giro gewonnen. Daar was ik helemaal van ontdaan.”
“Ook de valpartij van Annemiek van Vleuten in Rio de Janeiro. Ik kon toen een kwartier lang niets zeggen. Die val zag je van tevoren aankomen… Ik had het niet meer daarna, ik was echt ongerust. Ze lag natuurlijk in winnende positie. Ik was echt ontdaan en begon te stamelen. Toen won Anna van der Breggen, maar dat interesseerde mij echt niets. Het ging mij vooral om de valpartij van Van Vleuten. Zoiets heb ik ook nog gezegd later, wat misschien niet slim was.”
“Ook die Tour de France (in 2019 werd de bergrit naar Tignes geannuleerd wegens aardverschuivingen, red.) dat ze hem stil legden toen hij beslist werd. Egan Bernal had een minuut voorsprong en er was niets te zien. Ze moesten hem drie keer zeggen dat de koers geneutraliseerd werd. Toen ging ik helemaal op in dat verhaal. Dat ik dat heb overdreven, was niet zo handig. Veel mensen waren toen boos. Maar dat blijft me enorm bij. De Tour stopzetten, op zo’n moment… Later kregen wij pas die beelden en toen ben ik toneel gaan maken. Dat was een fout en had ik niet moeten doen.”
Er zijn dan altijd kritische geluiden op het commentaar dat je levert. Hoe ging je daar mee om?
“Dat interesseert me he-le-maal niets. Andere mensen staan daar anders in, maar ik heb mijn eigen wetboek en ik denk na over wat ik zeg. Oud-sportbestuurder Jan Loorbach vroeg ooit waarom ik er zo lang bleef zitten. Maar ik vond het steeds leuker worden. Het wielrennen ontwikkelde zich en ik zat op de eerste rij erbij.”
“Er waren veel overeenkomsten te vinden met de maatschappij, waarin het steeds meer alleen maar om resultaat ging. Dat was een metafoor die me alerter en beter heeft gemaakt om als sociaal psycholoog te duiden wat er aan de hand is. De koers heeft mij uitgedaagd om dat zo kort mogelijk onder woorden te brengen.”
Je hebt een aantal iconische wielertermen bedacht en groot gemaakt. Op welke ben je het meeste trots?
“Met enige trots toch wel op linkeballen, die heb ik van Gerrie Knetemann gepikt. Ik heb in zijn naam die term gebruikt, dat zei ik er altijd netjes bij. Doordat ik leerde te wachten met praten, ontstond er druk op de ketel die mij noopte om beeldend te spreken. Zo zag ik ook Serhiy Honchar rijden. Dat zag er niet uit als fietsen. Toen riep ik: ‘Geef je fiets, dat is mijn werk’.”
“Of ‘Cancellara die rijdt alsof hij een brommer heeft ingeslikt’. Dat zie je meteen voor je. In dat geval moet je niet hardop denken als commentator, maar wachten en het dan zeggen. Die ducrotismes komen er dan uit. Iemand vertelde mij dat laatst, dat dat een ducrotisme heet.”
“Ik begon mij op een gegeven moment ook te ergeren over de treintjes. Toen zei ik dat ze ‘er met een staafmixer doorheen moesten gaan’. Dan hoef je niks meer uit te leggen. Dat is een werkwijze waar je op moet leren vertrouwen.”
De afgelopen jaren horen we steeds vaker Stef Clement als co-commentator bij de NOS. Hoe vind je dat hij het doet?
“Wat wil je dat ik daar op zeg? Daar kan ik alleen maar lovend over zijn. Als ik iets op te merken heb, dan zeg ik dat wel tegen hem zelf. Daar praat ik zeker met hem over. Het verschil is dat ik veel romantischer ben. Hij is een leraar Duits. Stef wil analyseren, en hij bestudeert bepaalde innovaties heel goed, zoals hij in Parijs-Roubaix deed over de banden. Goed inzicht geven. Ik trek het commentaar daar meer naar het psychologische.”
Wat is de Amstel Gold Race eigenlijk voor wedstrijd, als renner en als commentator?
“De Amstel Gold Race is een k*tkoers. Voor mijzelf is het lang geleden. Maar we hebben in Nederland een bergketen die we van 26 kanten oprijden. We hebben ook overal obstakels op de meest debiele plekken, en dat neemt alleen maar toe. Als renner ben je aan het opletten, maar zelfs dan schat je ook dingen verkeerd in. Zo vreemd is dat.”
“In Vlaanderen is de koersbeleving ook anders. Iedere Vlaming let op en haalt zijn wagen weg, maar elke Limburger vindt er iets van en die laat zijn auto staan. Dat begrijp ik ook nog wel, met al die toertochten en bedrijfsuitjes. Als je daar in de regio woont, dan kan je de straat niet op. Dat laat onverlet dat je als renner helemaal gek wordt. Ik liep zelf helemaal leeg. De Amstel Gold Race was op ‘mijn’ parcours, maar in de finale was ik uitgewoond door de stress.”
Mathieu van der Poel en Wout van Aert zijn er niet bij, maar Tadej Pogačar wel zondag. Wat verwacht je van de wedstrijd?
“Ik ben heel benieuwd. Je moet namelijk Pogačar kloppen… Dat noemen ze nu anticiperen, maar vroeger heette dat gewoon koersen. Ik zou heel goed opletten op de ploegen die anticiperen, want dat zijn jongens die in de finale niet mee kunnen. Ik zou daarom meer renners in mijn ploeg willen hebben die mee kunnen zitten in zo’n groep. En dan nog een renner die bij Pogačar blijft als hij in de finale zijn duivels ontbindt.”
“In feite is de Amstel een vrij simpele koers, want iedereen wordt zo gesloopt… Als je ver in de finale komt en energie hebt kunnen sparen, dan maak je kans. Daarom konden Kwiatkowski en Cosnefroy vorig jaar strijden om de zege. Er gebeuren dan altijd onverwachte dingen. Dus ik zou meer pionnen vooruitschuiven, bijvoorbeeld in de voorlaatste ronde op de Gulperberg. Ik verwacht dat het iets vroeger gaat openbreken, want als er al gekoerst is, dan zijn jongens op de pijnbank gelegd en heb je schifting.”
En wat ga je na de Amstel Gold Race doen?
“Ik ga verder met mijn eigen paardrijschool Centaur. Ik heb drie paarden aan huis en ga weer back to the basics. Mijn dochter wilde paardrijden toen ze vier of vijf jaar was, door haar zit ik er nu al achttien jaar. Dat heeft geleid tot het zoeken van eigen paarden en dat pad ben ik op gegaan.”
“Paardrijden leert mij dat alles willen controleren niet goed gaat. Je moet door onverwachte dingen heen en vertrouwen hebben in de oplossing. Je hebt ruiters die hun paard zien als instrument om resultaten te behalen, dat zijn goede en bekwame ruiters. Maar je hebt ook ruiters die hun paard als metgezel zien. Dan kan je fouten maken, maar dan wordt het paard wel beter op momenten dat het er toe doet. Met koersen is dat hetzelfde. Je doet het met je fiets en in een een peloton met renners die je metgezellen zijn. Daar moet je een beetje op letten.”
“Paardrijden is een metafoor die dicht tegen het koersen aan zit. Maar daar moet ik nog veel over leren. Ik speel met de gedachte om daarover een blog of podcast te maken, maar ik ben nu nog te veel bezig met de opbouw daarvan. Dat komt allemaal nog.”
Er is een tijd van komen en gaan en de tijd van Ducrot heeft lang genoeg geduurd.
De beelden op de NOS zijn fijn, het commentaar is abominabel. Dus hopelijk komt er een nieuwe generatie die het goed oppikt. Er moet toch íemand bij de NOS zijn die daar wel z'n huiswerk voor kan doen om de juiste personen daar neer te zetten.
Groepje van 15 klassementsrenners: "en dan zit daar ook .... *Moment van plechtige stilte*.... Evans... Evans, nog afkomstig uit het (vertelt voor de duizendste keer MTB verhaal)".
Typisch De Cauwer: "Ja... nee... dat zijn zo van die dingen.... ja... ja... ja... dat is bijna.... hoe zal ik het zeggen... dat uhmmm..." En vervolgens maakt hij zijn zin niet eens af. Loopt gewoon helemaal vast. Jose "waar fiets je heen hé?" de Cauwer. Kerel schei uit.
De bijzonder flauwe woordgrapjes zijn om een punthoofd van te krijgen.
Over Van NieuwKercke hoeven we het niet eens te hebben. Dat is één en al kneuterig chauvinisme.
Neen, het Belgisch commentaar trekt niet meer op veel sinds het vertrek van Wuyts.
Jammer is dat het op een gegeven moment een soort ‘verplichting’ (let op de aanhalingstekens) werd naar de Belg te kijken en NOS af te zeiken. Deed je dat niet, dan snapte je niks van wielrennen en de koer ofzo. De Belg vond ik vaak zeker beter, maar zó slecht was de NOS nou ook weer niet (hoewel ik me ook wel een tijdje heb laten meeslepen in die hype).
Voor mij staat als een paal boven water dat Ducrot niet de waardering heeft gekregen die hij wel degelijk verdient.
Gaat gewoon nog 10 jaar door
(Wat een ramp die Herbert.)
Ducrot zegt verder dat kritiek hem helemaal niets kan schelen. Ik zou ook wel zo'n baan willen, waar je blind bent voor kritiek en gewoon op je stoel mag blijven zitten. Kan alleen nog getopt worden door een baantje als weerman.
Zondag is een mooie dag, vanaf een uurtje of 5.
Vergeleken met Sporza op de Belgische tv zijn we er in de verslaggeving bij de NOS ondertussen al jarenlang maar bekaaid vanaf gekomen.
Daar steekt er gewoon een al jaren met kop en schouders bovenuit in de persoon van José de Cauwer, wat betreft deskundig vermakelijk en niet storend commentaar!
Ik kijk zelf meestal eurosport omdat daar voor mijn gevoel de blik wat breder is, zeker als er een belgisch-nederlands duo zit, verminderd dat de te nationalistische inslag. Dat in combinatie met een abonnementje en dus geen reclame en niet te vergeten de mogelijkheid om uitgesteld het laatste uurtje van een wedstrijd te kijken…. Maar wat ik zeker niet ga doen is kijken en dan me ergeren aan het commentaar, dan kijk je toch niet of zet het geluid af.
Samengevat, merci!
Mooi interview, mooie kerel die wat mij betreft niet naast Dijkstra maar naast Nelissen had moeten zitten. Dan was hij er beter uitgekomen.
En Stef Clement. . . Dat is Otto den Beste, oud leraar Duits (v Kooten & de Bie)
Ik erger me meer aan klein kind Joris vd Berg.