Lars van der Haar wordt niet vrolijk van drukke Wereldbeker: “Zwaarste weken uit mijn carrière”
Interview De meningen in veldritland zijn verdeeld. Zo lijkt Eli Iserbyt fan van de Wereldbeker, terwijl Lars van der Haar – net als zijn teammanager Sven Nys – het concept maar matig kan appreciëren. “Zestien manches is veel te veel”, zegt de Nederlandse topper. “Zo krijg het klassement minder aanzien.”
Lars van der Haar – intussen dertig – houdt dit seizoen voorlopig prima stand in de veldrittop. Winnen lukte hem nog niet, maar hij werd al vier keer tweede, waaronder in de Wereldbekers van Iowa City en Zonhoven. “Ik ben trots op was ik nog kan”, vertelt het lichtgewicht van Baloise-Trek. “Dit is mijn tiende seizoen in de elite categorie. Mooi dat het me nog steeds lukt om mee te doen voor de zege.”
Of hij dat straks een hele winter volhoudt, weet Van der Haar zelf niet. “Dat is in elk geval de bedoeling. Maar ik weet nu al dat ik op tijd en stond wat gas zal moeten terugnemen om mijn frisheid te bewaren tot het einde van het seizoen. Met dank aan die overvolle kalender van de Wereldbeker. Zestien wedstrijddagen, dat is echt niet normaal. Ik vind het geen goede ontwikkeling van onze sport.”
Dat het hem dan ook niet afschrikt om af en toe eentje te laten schieten, vertelt hij. “Het is een beetje dubbel, want eigenlijk verdient elke cross een zo goed mogelijk deelnemersveld. Wereldbeker of niet. En het is ook net in dat regelmatigheidscriterium dat de meeste punten voor de UCI-ranking te rapen zijn, en die bepaalt dan weer de startorde.”
Overijse – Koppenberg
“Met zestien wedstrijden stijgt de Wereldbeker niet in aanzien”, zegt Van der Haar. “Het is een slechte tendens. Van die zestien zijn er trouwens negen in België en Nederland. Dit is voor niemand goed. Ook internationaal niet. De Amerikanen bijvoorbeeld, die kunnen nooit de oversteek maken voor dertien wedstrijden, anders krijgen die problemen met hun visum.”
“De oplossing? Terug naar acht, negen wedstrijden”, vindt Van der Haar. “Daar kan je een mooie reeks van maken, waarvan een vijftal in het buitenland. Dan gaat iedereen daarheen. Dat zie ik nu niet gebeuren. Dit weekend is een mooi voorbeeld. Met Overijse (WB, zondag, red) en de Koppenberg (X2O Trofee, maandag) twee hele mooie crossen. Maar zo jammer dat ze in hetzelfde weekend worden verreden.”
“Het zorgt ervoor dat ik momenteel wellicht mijn vier zwaarste weken uit mijn carrière meemaak”, zegt hij. “Eerst de trip naar de VS, waarvan je toch vermoeid terugkomt. Dan Ruddervoorde-Zonhoven, Overijse-Koppenberg en het EK, waar ik een doel van maak. Aan zo’n tempo hou je het geen hele winter vol.”
Van der Haar heeft dan ook al beslist geen doel te maken van de klassementen. “EK en WK staan met stip in mijn agenda. Voorts wil ik zoveel mogelijk goede resultaten bijeen fietsen. In afwachting van de komst van Van Aert, Van der Poel en Pidcock? Nee, daar ben ik niet mee bezig. Als ze komen, komen ze. Maar als ze niet meedoen, is de cross voor mij ook compleet. Je rijdt tegen de tegenstanders die er zijn.”
Weet niet wat de schrijver voor ogen had toen hij dit opschreef maar kan me niet voorstellen dat Lars dit zo gezegd heeft ;)
Overigens ben ik het niet per se oneens, maar ik betwijfel of renners effectief meer of minder wedstrijden rijden. Dat er wel wat periodisering nodig is om het voltijds program tot het eind in top vorm te zijn klopt, maar dat is ook het mooie van de opdracht: hoe ga je daar mee om?
Dat er 16 crossen in de WB zijn en dat die goeddeels in Belgie en net over de grens in Nederland zijn klopt, en dat je zo’n competitie eigenlijk geen WereldBeker kan noemen klopt ook: het lijkt een verdien model van de UCI (en Flanders Classics?) om te verdienen aan de licentie kosten op te hoesten door iedere start plaats: dat zou te verteren zijn als dat de meer internationale crossen verder over de grens zou financieren, en de spreiding vergroot, maar dat gebeurd niet.
Het is gewoon een cash grab. En het devalueert alle crossen buiten de wereldbeker.
En tegelijk kan je de jobs totaal niet vergelijken, een bouwvakker moet niet elke dag de 'perfecte' prestatie proberen te leveren. Als hij eens een stapje zet en met kater eens een scheve muur zet, zal dat getolereerd worden zolang het niet te veel gebeurt. Een profwielrenner kan dat niet permiteren.
En stel dat hij idd alle crossen rijdt en zijn prestaties beginnen te zakken omdat hij niet meer fit genoeg is, dan zal je wss de eerste zijn om commentaar te geven op zijn slechte prestaties.
Zeg dan gewoon waar het op staat - Nijs en co hebben al lang de financiële rekening gemaakt en 16 wedstrijden zonder startgeld plus alle extra verplaatsingen buiten België/Nederland resulteren in een lager net inkomen want het prijzengeld van de Wereldbeker compenseert dit niet.
Of die wedstrijden nu in de Wereldbeker, Superprestige of X2O trofee zitten, de meeste renners staan sowieso aan de start voor een dubbel weekend het ganse seizoen, dus zijn commentaar dat het een zwaar aantal weken zijn is echt wel belachelijk!
Nu komen de renners vermoeid terug uit Amerika en moeten ze meteen aan de bak hier voor een heel seizoen, om dan straks weer de verplaatsing te maken naar daar voor 1 cross? Met een betere planning waren ze ook al verder gekomen, lijkt me?
Verder wel eens dat 16 WB-manches nogal veel is. 10 lijkt me overzichtelijk en ideaal.