Kirsten Wild heeft haar Olympische Spelen van Tokio afgesloten met brons op het omnium. Na afloop van het slotonderdeel, de puntenkoers, liet de Nederlandse weten ‘superblij’ te zijn met haar medaille. “Het voelt alsof ik heb gewonnen.”

Wild kwam uit een kansloze positie na het derde onderdeel, de afvalkoers, vertelde ze naderhand voor de camera van de NOS. “Na de afvalkoers was brons het hoogst haalbare. Dat het is gelukt is echt heel cool. Heel gaaf dat ik hier met een olympische plak wegga, ook nadat Amy Pieters en ik vrijdag ongelukkig uitvielen in de koppelkoers. Zo kon ik toch laten zien dat we ontzettend goed waren. Deze medaille is ook een beetje voor Amy.”

Na haar snelle uitschakeling in de afvalkoers dacht Wild dat alles verloren was, maar dankzij haar entourage kreeg ze toch weer vertrouwen. “De afvalkoers is normaal het onderdeel waar ik het meest stabiel in scoor, daar maakte ik mij eigenlijk helemaal niet druk om. Je knippert echter een keer met je ogen en je ligt eruit. Daarna zeiden ze echter wel honderd keer ‘Dit kun jij’ tegen me en dan moet je dat zelf ook maar gaan geloven. En dat lukte onderweg.”

“Natuurlijk denk je: kan ik nog winnen? Maar ik stond eigenlijk zo ver achter en die andere meiden zijn ook niet dom, die weten wie ze in de gaten moeten houden en je krijg niet zomaar een rondje voorsprong. Dit was het hoogst haalbare, ik ben hier onwijs blij mee”, aldus Wild.

WK op de baan
Wat nu, werd de 38-jarige renster nog gevraagd. “Dit was voor mij een soort eindstation en ik heb nog niet veel verder gekeken. Ik heb echter gewoon een contract bij mijn wegploeg en ik rijd tot het eind van het jaar. Amy en ik hebben stiekem ook weleens het woord WK baan (13-17/10, red.) laten vallen. Het is nu niet het moment om daarover na te denken, ik ga hier lekker van genieten, maar jullie zien mij tot het eind van het jaar nog wel een beetje langsfietsen.”

“Afgelopen winter had ik niet gedacht dat ik hier zou staan. Ik ben echt superblij”, zei Wild tot slot.