Niels Bastiaens

• woensdag 9 maart 2022 om 19:35

Interview Julien Vermote (32) reed in de GP Monseré zijn eerste wedstrijd op Belgische bodem sinds oktober 2020. Na een jaar zonder competitie, gaf Alpecin-Fenix de ex-renner van de Quick-Step-ploeg, Dimension Data en Cofidis een nieuwe kans. “Fietsen verleer je gelukkig niet”, zegt Vermote aan WielerFlits.

Even recapituleren. Eigenlijk begon de lijdensweg van Vermote al na het wegseizoen van 2020, toen nog in het tenue van het Franse Cofidis. Na een jaar waarin de coronapandemie de wereld voor het eerst in zijn greep hield, hakte de financiële kater er bij veel profploegen in. Financieel voordien stabiele teams gingen over de kop of hadden een pak minder budget, waardoor ook veel renners op straat bleven staan. Pas in april 2021 vond Vermote, net als gouwgenoot Guillaume Van Keirsbulck, onderdak bij de gebroeders Roodhooft.

“Die winter vol onzekerheid was sowieso niet tof, maar ik had nog altijd goede moed. Niet veel later was ik eindelijk klaar voor mijn eerste koers, maar net dan had ik een coronabesmetting”, blikt de Kortrijkzaan terug. “Eens ik daar van hersteld was, dan werd er weer toxoplasmose (een infectieziekte die de mens kan treffen door het eten van besmet rauw vlees en rauwe groenten of via kattenuitwerpselen, red.) bij mij vastgesteld. Zo was het van de ene tegenslag naar de andere.”

Vooral die toxoplasmose bleek geen onschuldig beestje. De infectieziekte hakte er bij de West-Vlaming lang in. “Blijkbaar kan die infectie drie tot zes maanden in je lichaam blijven, en dat was bij mij ook het geval. Ik was een tijdje héél moe, soms sliep ik tot veertien uur per dag. Dan moet je niet eens aan koersen beginnen denken, natuurlijk. Gelukkig heb ik nooit enige druk gevoeld. De ploeg heeft mij opgedragen om te rusten, en meteen alles op 2022 te zetten. Ze hebben mij snel zekerheid geboden, zodat ik rustig zou kunnen herstellen.”

Vermote in Bessèges, met ploegmaat Jay Vine – foto: Cor Vos

Koershardheid
Intussen is Vermote weer full time renner, maar de koersloze periode heeft onvermijdelijk littekens achtergelaten. “Het waren soms eenzame, harde dagen. Sportief was het een verloren jaar, maar algemeen in mijn leven bekijk ik het zo niet. Ik heb veel bijgeleerd, en ben naar mijn gevoel mentaal sterker geworden. Je neemt het allemaal niet meer voor normaal dat je profrenner kan zijn en mag gaan trainen.”

Na een volledig jaar zonder competitie terug coureur worden: niet te veel renners hebben hem dat voorgedaan. Het lijkt een niet te onderschatten opdracht en we stellen ons dan ook de vraag op welk niveau Vermote momenteel rondrijdt. “Er zijn periodes geweest dat ik niet of minder heb gefietst, maar ik heb niet heel het jaar stilgezeten, hé. En bovendien, fietsen verleer je niet. Toen ik in de Ster van Bessèges mijn comeback maakte, was het de eerste dag enorm aanpassen. Het was direct met veel wind en koersen op de kant, maar vanaf dag twee zat ik er snel weer in.”

“De trainingen lopen dan ook redelijk vlot, maar je hebt natuurlijk die koershardheid nodig. In Bessèges werd snel duidelijk dat die hardheid het grootste werkpunt is”, aldus de tweevoudige ritwinnaar in de Tour of Britain. “Daarom is het nu belangrijk dat ik veel wedstrijden op rij kan rijden. Door een coronabesmetting vlak voor de UAE Tour is dat er voorlopig nog niet van gekomen. Ik was zelf verbaasd over die positieve test, want ik voelde me goed. De grootste aderlating was het missen van de UAE, die me toch weer een paar procentjes heeft gekost.”

Finales rijden
Het zou vreemd zijn, mocht Vermote nu grote verwachtingen uitspreken. Voorlopig bekijkt hij het, na de GP Monseré, koers per koers. “Het is nu afwachten hoe het gaat in Denain en Brugge-De Panne, daarna hoop ik ook op Dwars door Vlaanderen. Ik ben super gemotiveerd om weer te mogen koersen en heb de hoop om op mijn oude niveau te komen nog niet opgegeven. De ploegleiding heeft mij niet voor niets gehouden, ze geven mij geen contract voor 2022 om mij een pleziertje te doen, hé (lacht). Duidelijk zien ze nog iets in mij en dat geeft me veel vertrouwen.”