Jan Maas (25): “Hoop dat ploegen een robuuste parel, zoals ik, een kans geven”
Interview Na jarenlang geprobeerd te hebben een profcontract af te dwingen, hoopt Jan Maas dat het dit jaar op 25-jarige leeftijd tóch lukt. Geen sinecure, want de meeste profteams kijken niet meer naar continentale renners van zijn leeftijd. “Het liefst willen ze allemaal geslepen diamanten, waardoor ze robuuste parels zoals ik ben – als ik dat zelf mag zeggen – links laten liggen”, vertelt hij in een openhartig interview met WielerFlits. Hij zag dit weekend een EK-deelname in het water vallen én een profcontract in rook opgaan.
Na twee jaar Rabobank en twee jaar SEG Racing Academy, belandde de Noord-Brabander in 2019 bij het vooraanstaande Luxemburgse Continental-team Leopard. In dat jaar reed hij een sterk tweede deel van het seizoen, met een elfde plek in de Tour Alsace (achtste in de rit met aankomst op La Planche des Belles Filles), een dertiende plaats in de Czech Cycling Tour (2.1) en een zesde stek in de zware en hoog aangeschreven 2.2-koers Giro della Regione Friuli Venezia Giulia. In het door corona gemankeerde seizoen 2020 kon hij zijn stempel niet meteen drukken, al werd hij wel zesde in de Tour des Doubs.
Dit seizoen drukt Maas echt stevig zijn stempel. Dat begint in maart al met een vierde plek in de Istrian Spring Trophy (2.2) in Kroatië, een sterke Challenge Mallorca met een elfde plaats in de lastige Trofeo Andratx (1.1), een derde plek in de Tour de la Mirabelle, een dertiende stek in de GP Kanton Aargau (1.1), een vijfde plek in de Oberösterreich Rundfahrt (2.2), een achtste plek op het NK rondom de VAM-berg, een elfde plaats in de Tour Alsace (zesde op de klassieke aankomst op La Planche des Belles Filles) en daarna nog een tiende stek in de Sazka Tour. Doorheen het seizoen laat Maas een hoog niveau zien en hij hoopt dat dit zich uitbetaalt.
“Ik heb niet specifiek één resultaat waarop ik trots ben, meer een combinatie van”, doet Maas zijn verhaal. “Het zijn dan wel .2-koersen, maar ik denk dat het best straf is dat ik in mijn eerste drie etappekoersen steeds top-5 rijd. Dan moet je al geen slechte dag hebben, want dan gaat dat niet. Ook in eendagskoersen op Mallorca en in Aargau deed ik tussen de profs mee in de finales van 1.1-wedstrijden. Al met al is het meer het gehele seizoen waar ik met een fijn gevoel op terugkijk. Of het nu vlakke koersen zijn of klimkoersen die me beter liggen, ik heb laten zien dat ik er altijd sta. Dat is voor mij iets waardevols”, vindt Maas.
EK gevolgd door ‘halve grote ronde’
Vorige maand verscheen er in het beeldscherm van zijn telefoon plots de naam van Koos Moerenhout. “Ik dacht wel te weten waarover het zou gaan, over het EK”, herinnert Maas zich. “Daar was ik heel blij mee. Zonder arrogant over te komen, was ik niet super verrast. Op het EK geeft de KWNU wel vaker de kans aan renners zoals ik, die een goed seizoen kennen en het parcours goed aankunnen. Stiekem had ik daarom gehoopt op een selectie. Door het wegvallen van Dylan van Baarle was het voor mij een heel mooie kans om te laten zien wat ik waard ben op ProTeam- en WorldTour-niveau. Een mooie bekroning op dit jaar.”
En toen kreeg Maas de pechduivel op bezoek. De Noord-Brabander moest volgens protocol een aantal COVID 19-tests ondergaan voor de wegwedstrijd, waarvan er eentje vals-positief terugkwam. De organisatie verbood hem te starten, waardoor Maas een bittere pil te slikken kreeg. “Het was een heel mooi parcours voor mij. Zo vaak komt het niet voor dat een 25-jarige Continental-gast als ik een EK bij de profs mag rijden bij een koersnatie als Nederland. Het niet mogen rijden was echt een flinke klap, ook mentaal. Maar mijn entourage heeft me goed gesteund en vertrouwen gegeven. De ploeg heeft er ook alles aan gedaan dat ik mocht starten in de Ronde van Luxemburg. Ik kan nu weer vooruitkijken naar wat eraan komt.”
Er staat Maas namelijk een erg druk programma te wachten. “Normaal kom ik altijd pas in vorm in het najaar, dus ik kijk echt nog uit naar dit blok. Ik voel me ook echt goed, na een paar koersen met korte lactaatklimmetjes. Zondag was dus het EK; maandagochtend vloog ik terug naar Luxemburg waar ik dinsdag startte in de Tour du Luxembourg, voor mijn ploeg dé koers van het jaar. Die duurt dan tot en met zaterdag. We rijden dan met het team in de auto naar Noord-Frankrijk, waar ik maandag zeven dagen lang koers in de Tour de Bretagne. Een soort halve grote ronde, dus”, lacht hij. “En daarvoor zit er nog genoeg in de tank.”
Maas had al prof kunnen zijn: “Nog steeds spijt van”
Maas jaagt nu al een aantal jaar een profcarrière na. Het zure voor hem is dat hij al prof had kunnen zijn. In 2018 lag er een tweejarig contract bij Vital Concept-B&B Hotels klaar. Als stagiair van LottoNL-Jumbo, wachtte hij daar eerst zijn kans af. De Franse equipe trok daarop de aanbieding in en vanuit de Nederlandse ploeg kwam er geen contract, ondanks dat het er goed uit leek te zien. “Tot op de dag van vandaag heb ik daar spijt van”, zegt Maas. “Tegen alle jonge gasten bij Leopard zeg ik ook: ‘Als de kans zich voordoet, gelijk tekenen’. Oók als ze nog een jaar bij de beloften willen rijpen. Ik vertel dan altijd mijn verhaal als voorbeeld.”
Dat het er nadien voor Maas nog niet van gekomen is, wijt hij aan het volgende. “Ik denk er op de fiets weleens over na. Dat komt denk ik – laat ik maar meteen een mooie metafoor gebruiken – omdat de meeste profploegen heel vaak de focus hebben op geslepen juwelen. Zij die een heel goede test kunnen afleggen en acht koersen winnen. Jongens die specifiek bijvoorbeeld heel rap zijn, of een omslagpunt hebben van weet ik veel hoeveel watt per kilo. Die ploegen vergeten vaak te kijken naar ruwe diamanten, zoals – als ik dat zelf mag zeggen – ikzelf ben: polyvalent en die op elk parcours meer dan zijn steentje kan bijdragen.”
Volgens de klimmer maakt het niet uit voor welk team dat zou zijn. “Maar je moet daarvoor wel de kans krijgen. Het is voor ploegen ook moeilijk om die ruwe diamanten te vinden. Ik heb misschien ook mijn leeftijd tegen. Wat ik er mee probeer te zeggen: ikzelf weet ook dat dit soort facetten het voor mij wel lastiger maken. Ik ben geen veelwinnaar, maar dit seizoen laat ik zien dat ik bij elke WorldTour-ploeg van waarde kan zijn, van Vlaanderen tot de Tour. En als het na dit goede jaar niet lukt om de stap naar de profs te maken, dan ga ik iets anders doen. Het zou zonde zijn, als je even ervoor nog het EK mocht rijden. Een doemscenario.”
Samenwerken met trainer Paul Martens
Twee jaar geleden werd Maas ook getest bij BORA-hansgrohe. Scoutingsrapport: ‘Goede, getalenteerde jongen’. De Duitse WorldTour-ploeg koos echter voor een ander alternatief, Matteo Fabbro. Ook nu was er concrete interesse, van een ProTeam dit keer. Maar dat ketste afgelopen weekend af. De Noord-Brabander gaat echter niet bij de pakken neer zitten. Hij zette afgelopen seizoen fysiek weer een stap, maar ook mentaal. Dat komt door de samenwerking met zijn nieuwe trainer. Sinds begin 2021 werkt Maas namelijk samen met Paul Martens. De ervaren Duitser van Jumbo-Visma stopte na de jongste Amstel Gold Race.
De klimmer legt uit hoe de samenwerking tot stand kwam. “Aan het begin van het jaar heb ik contact gezocht met Grischa Niermann, die ik nog kende uit mijn tijd bij Rabobank en de stage bij LottoNL-Jumbo. Ik was op zoek naar een nieuwe trainer en ik vroeg hem om raad. Grischa gaf aan dat Paul graag na zijn carrière verder wilde in het trainersvak. Hij volgde op dat moment allerlei cursussen en had er ook al een aantal afgerond. Ik heb Paul daarna opgebeld en eigenlijk klikte dat meteen. Dat resulteert dit seizoen meteen in goede uitslagen. Het is iemand met superveel ervaring en voor renners als ik ben, is dat nuttig.”
Maas steekt de loftrompet voor zijn nieuwe trainer. “Hij is super goed met coaching. Natuurlijk in training, maar zeker ook op mentaal vlak”, legt Maas uit. “Ik voel aan alles dat hij een significant aandeel heeft in mijn goede seizoen. Paul kijkt niet alleen naar de uitkomsten van mijn trainingen. Hij luistert ook naar het verhaal erachter en probeert vanuit dat gebied ook bij te sturen. De focus draait vaak alleen om training, maar mentaal kun je ook heel veel bereiken. Ik ben daar nooit zo mee bezig geweest, maar ik zie daar nu wel echt het nut van in. Misschien komt mijn goede jaar juist door mentale groei.”
Leuk dat hij Paul Martens heeft gevonden voor de training.
Helaas zien ze inderdaad in elke jonge twintiger een supertalent.
zelf nog geen berg op kunnen komen en dan deze jongen even vanachter je toetsenbord beschimpen.
klasse.
Alpecin-Fenix en Wanty lijken mij de meest realistische mogelijke opties. Rally is ook nog niet eens zo'n raar idee, die rijden meestal ook de Ronde van Zwitserland.
Anyway, het gaat over een voetbalteam waar ze een lompe Hollander in het team hebben (die altijd veel te direct is en niet weet wanneer die zijn mond moet houden) genaamd Jan Maas :)
hier graag ontopic[/i]