Veldritliefhebbers keken de afgelopen dagen uit naar een eerste confrontatie tussen Eli Iserbyt en Mathieu van der Poel. Hoewel het er in de openingsfase naar uitzag dat de cross in Ruddervoorde zou uitdraaien op een duel tussen de twee, verdween Iserbyt gaandeweg de cross naar de achtergrond. Een botsing met een paaltje langs het parcours bleek daar mee de oorzaak van.

“Mathieu zette in het begin heel veel druk en dwong mij om fouten te maken. Hij was absoluut de betere vandaag”, reageerde de renner van Pauwels Sauzen-Bingoal na afloop.

Iserbyt ging nochtans snel van start. “Ik wilde mijn eigen wedstrijd rijden. Ik zag dat Mathieu af en toe wat vertraagde en wat versnelde. Ik probeerde hem een beetje nerveus te maken, maar dat kostte krachten. Het is jammer dat ik nog een foutje maakte, want als ik met Laurens (Sweeck, red.) mee kan rijden, is het misschien nog een ander verhaal,” aldus Iserbyt, die erkent dat Van der Poel de sterkste was. “Als ik zie hoe hij door het zand reed, was er weinig aan te doen vandaag. Ik denk dat ik vandaag echt top moest zijn om mee te kunnen. Dat was ik net niet. Mathieu was veel beter dan de rest. Daar moeten we mee leven.”

De botsing met een paaltje betekende het einde van zijn winstkansen. “Mijn vorm was niet slecht. Maar ik maakte een foutje en reed tegen een paal. Er verschoot iets in mijn bekken. Toen ik naar mijn hartslag keek, zag ik dat ik niet meer diep kon gaan. Dan kan je ook weinig forceren, omdat je dan meer slecht doet dan goed. Ik reed op de limiet en dat was gewoon niet goed genoeg”, concludeert hij.

Iserbyt weet snel te relativeren. “Een mindere prestatie kan een keer gebeuren”, klinkt het. Volgende week hoopt hij tijdens het EK in het Italiaanse Silvelle op een nieuwe topprestatie. “Als ik volgende week weer in orde ben, moet dat wel lukken.”