Interview Spekenbrink deel III: “Nu bedanken organisatoren ons, in plaats van wij hen”
woensdag 30 oktober 2013 om 08:13

Interview Spekenbrink deel III: “Nu bedanken organisatoren ons, in plaats van wij hen”

Argos Shimano

foto: Sirotti

Argos-Shimano beleefde dit jaar het beste seizoen tot nu toe. De Nederlandse ploeg wist maar liefst zeven etappes te winnen in de grote rondes. Degenkolb won bij het debuut van Argos-Shimano in de Giro, Kittel was de baas in Tour-spurten en Barguil liet zijn talent zien in de Vuelta. In totaal werd er 29 keer gewonnen. Manager Iwan Spekenbrink staat aan de basis van dit succes. WielerFlits sprak uitgebreid met hem. In het laatste deel van een drieluik interviews spreekt Spekenbrink onder meer over het voorjaar, Warren Barguil én zichzelf.

Ben je tevreden over de prestaties van Argos-Shimano in de voorjaarsklassiekers?
“Ja, ik ben redelijk tevreden. Wij weten dat wij niet een ploeg zijn die in alle voorjaarsklassiekers uitblinkt. Dat zullen we ook volgend jaar niet zijn. We hebben wel een stapje gezet door bijvoorbeeld in de Ronde van Vlaanderen, een koers van extreem hoog niveau, negende te worden met Degenkolb. Dat was echt een uitschieter. Verder was het rijden van Simon Geschke in de Amstel Gold Race en zeker ook Luik-Bastenaken-Luik sterk. Hij reed misschien niet de uitslagen die er écht uitspringen, maar het is voor ons wel een indicatie dat wij als ploeg, en in dit geval Simon Geschke, een stap voorwaarts hebben gezet. Ik ben dus redelijk tevreden.”

Je noemt de negende plaats van John Degenkolb in de Ronde van Vlaanderen. Dat was eigenlijk zijn enige goede resultaat in het voorjaar. Hij reed een beetje anoniem. Had je niet iets meer van hem verwacht?
“Nou ja, ik snap dat je dit zegt, maar je moet het wel in het juiste perspectief zien. Hij won vorig jaar vijf etappes in de Vuelta. Dan verwacht je misschien heel veel van de klassiekers. Maar als je zijn prestaties afzet tegen de voorjaarklassiekers van het jaar ervoor, denk ik dat hij beter is geworden. We moeten niet vergeten: de klassiekers zijn van extreem hoog niveau. Vorig jaar werd hij vijfde in Milaan-San Remo. Dit jaar was hij in de aanval op de Poggio, maar werd hij net bijgehaald. Dus in beide gevallen reed hij een sterke Milaan-San Remo. In de Ronde van Vlaanderen liet hij duidelijk zien dat hij een stap voorwaarts heeft gezet, door daar negende te worden. Daarna zijn de klassiekers bijna alweer voorbij. Er is daar zo’n hoog niveau, ook John Degenkolb gaat niet zomaar een klassieker winnen. Na die Vuelta-zeges hebben mensen misschien iets te veel van hem verwacht.”

Vorig jaar zei je dat Parijs-Roubaix de klassieker is die Argos-Shimano het best ligt. Toen had je redelijk veel pech in deze wedstrijd, en ook dit jaar was er weinig succes. Waar ligt dat nou aan?
“Ik ben er nog steeds van overtuigd dat Parijs-Roubaix ons goed moet liggen. Als je de afgelopen Parijs-Roubaix analyseert, hadden we iets meer van Degenkolb verwacht. Tom Veelers was ziek geweest en was daarom niet optimaal. Ramon Sinkeldam reed wél een hele sterke koers, maar hij pakte het tactisch niet erg handig aan. Hij kwam net op kop en vervolgens reden twintig man weg. Daar had hij niet op kop hoeven rijden, maar gewoon moeten volgen. Anders had Sinkeldam daar in ieder geval meegezeten. Dus door het feit dat Degenkolb wat minder was, Veelers ziek was en Ramon het tactisch niet handig deed, viel het wat tegen. Maar ik denk nog steeds dat we als ploeg daar een goed resultaat neer kunnen zetten.”

Welke stappen verwacht je volgend jaar te kunnen maken in deze klassiekers?
“Wij zijn dan nog steeds niet de favoriet bij voorjaarsklassiekers, maar ik denk dat de jongens met een jaartje meer fysieke groei en een jaartje meer ervaring, daar weer een stukje kunnen doorgroeien. Dan kunnen we in een van de klassiekers best met een mooie verrassing komen.”

Degenkolb

Degenkolb won later het seizoen de Vattenfall Cyclassics en Parijs-Tours (foto: Sirotti)

Zoals Luka Mezgec ook verrassend goed reed in de Giro. Hoe hebben jullie hem eigenlijk ontdekt?
“Door scouting naar jonge jongens met talenten die links of rechts boven komen drijven. Hij heeft best veel goede uitslagen gereden het jaar ervoor. Vervolgens ga je proberen uit te vinden: Wat voor jongen is het nou? Waar komt hij vandaan? Waar werkt hij mee? Hoe lang fietst hij al? Zijn er mogelijkheden voor hem om door te groeien? Al dat soort zaken. Daarna bekijk je of die jongen bij ons zou kunnen passen. Maar in eerste instantie is hij opgevallen, omdat hij goede uitslagen reed.”

Moet je er ook niet een beetje geluk bij hebben? Er zijn meer renners die goed scoren bij de beloften, maar niet doorbreken.
“Ja, dat klopt. Daar heb je helemaal gelijk in. De prestatie wordt uiteindelijk door een renner neergezet. De bepalende factor is altijd de atleet. Dat zal altijd zo blijven. Niet de ploeg, niet de begeleiding. De bepalende factor is de atleet, en daar proberen we zo veel mogelijk begeleiding aan toe te voegen. Dat geldt dus ook bij het aantrekken van talenten. Daar heb je geluk bij nodig. Voor een renner geldt: het talent heeft ie al, maar hij heeft ook momenten nodig in de koers waar het geluk aan zijn kant staat.”

Warren Barguil is duidelijk wél doorgebroken. Je wist dat hij een enorm talent was, maar in hoeverre had je gerekend op etappewinst in de Vuelta?
“Barguil is inderdaad een héél groot talent. We hebben hem goed voorbereid op de Vuelta, maar het is niet normaal om te verwachten dat een jongen van 21 jaar zomaar even twee ritten wint in de Vuelta. Daar komt inderdaad ook het element geluk bij kijken. Het is wel een jongen die heel goed is in het rijden van finales, maar dit hadden we niet verwacht. Het was een hele mooie opsteker. Voor iedereen bij de ploeg, maar vooral ook voor hemzelf.”

Wat is het eigenlijk voor een jongen?
“Het is tweeledig. Warren is een hele leuke kerel, een leuke jonge jongen. Ik zou niet zeggen nog een kind, maar wel een jong veulen. Hij is aardig en intelligent, maar ook iemand die zéér volwassen met zijn sport omgaat. Hij is uitgebalanceerd, goed met zichzelf bezig, pakt goed zijn rust, heeft goed zijn focus, verspeeld geen energie aan onnodige dingen en is kritisch op dingen waar hij kritisch op moet zijn om zichzelf verder te kunnen verbeteren. Qua sportbeleving is hij heel erg in balans en als persoon gewoon een leuk jong veulen.”

Het is de bedoeling dat hij in de toekomst voor jullie klassementen gaat rijden?
“Met zijn specifieke kwaliteiten is het inderdaad de bedoeling om op termijn klassementen te rijden. Barguil is een goede klimmer en hij herstelt snel. Dat is waar zijn mogelijkheden liggen. De top is echter van een zodanig hoog niveau, dat daar echt nog een aantal jaren overheen moeten gaan, waarin hij heel veel stapjes moet zetten, zonder een stap over te slaan. Wij moeten erop letten dat hij al die stappen ook zet. Een goede renner wordt hij sowieso wel. Maar of hij ook écht goede klassementen kan rijden… Daar kan nog heel veel misgaan. Daarom moeten we de volle focus op het proces blijven houden: stap voor stap ontwikkelen. Fundament leggen, door ontwikkelen, fundament leggen, door ontwikkelen, zodat hij daar uiteindelijk kan gaan uitkomen. Dan moet wel alles goed gaan.”

Zou hij volgend jaar al de Tour kunnen rijden?
“Ja, dat zou kunnen. Als je twee ritten in de Vuelta kan winnen, kan je ook de Tour rijden. Dus dat kan hij. Maar als je kijkt naar de ideale lijn voor hem – hoe hij over vijf jaar een hele goede Tour kan rijden, want dat is het doel – dan zou het beter kunnen zijn als hij nog een jaartje wacht en zich eerst op een andere grote ronde richt. Als je aan de lange termijn durft te denken, moet je inzetten op zijn ontwikkeling en daarom eerst een andere ronde doen.”

En in die ronde dan wél voor een klassement gaan?
“Voor ontwikkeling, en misschien een sub-klassement. Je zou kunnen zeggen: ga maar eens drie weken lang proberen geen slechte dag te hebben en zodoende een sub-klassement rijden. Dat zou een stap kunnen zijn in zijn ontwikkeling. Daar moeten we intern nog een plan over maken, maar dat zou een denkrichting kunnen zijn.”

Barguil

Warren Barguil zegevierde tweemaal in de Vuelta (foto: Sirotti)

Je zegt dat het plan is om over vijf jaar een hele goede Tour te rijden. Wat versta je daar precies onder? Is het heel gek als ik zeg dat hij later misschien ooit de Tour kan winnen?
“Nee, het is niet gek dat je het zegt. Hij heeft absoluut veel talent, maar het is wel iets dat je met héél veel voorzichtigheid moet zeggen. Er kan nog heel veel gebeuren in zijn ontwikkeling. Alles moet precies goed gaan, en dan heb je nog te maken met concurrenten die misschien net wat beter of slechter zijn. Dus ik snap dat je het zegt, je mag het ook zeggen, maar je moet daar wel heel voorzichtig mee omgaan.”

Maar als alles goed gaat, is hij getalenteerd genoeg om mee te doen om Tour-winst?
“Dan heeft hij het talent om een klassement in een ronde te rijden. Er zijn dan nog erg veel andere factoren die om de hoek komen kijken. Hoe hebben andere concurrenten zich ontwikkeld? Hoe is het parcours? Ga zo maar door. Zijn talent is uiteindelijk om een behoorlijk klassement te rijden in een grote ronde. Dat is nog steeds wat anders dan winnen, hè. Er zit nog een verschil tussen een klassement rijden en winnen.”

Je hebt nu in algemene zin een sterk seizoen achter de rug. Wat is nu eigenlijk het mooiste compliment dat je hebt gehad?
“Normaal gesproken bedank je een organisatie voor het mogen rijden van een bepaalde koers. Maar dit seizoen hebben organisatoren, zoals die van de Tour en de Giro, geregeld tegen ons gezegd: bedankt, jullie hebben onze wedstrijd verder geholpen. Dat is misschien wel het mooiste compliment voor de ploeg.”

Het zag er begin dit seizoen nog even anders uit, toen er zelfs berichten verschenen dat jij geschorst kon worden. Het zwijgen over het dopinggebruik van Rudi Kemna zou tegen de WADA-code zijn. Later is daar echter niets meer over bericht. Heb jij er nog wat over gehoord?
“Nee, het was al direct duidelijk dat dat helemaal niet ging gebeuren. Dat zou ook een beetje raar zijn. Wij hebben juist open willen zijn om proberen uit te leggen hoe de situatie in het verleden was. Het lijkt me vreemd dat je er zelfs voor geschorst kan worden als je daar open en eerlijk over bent, en je verantwoordelijkheid neemt. Vergeet niet: het is nogal iets wat Rudi heeft gedaan. Als je zelf zegt: nu is het tijd om mijn verhaal te vertellen om duidelijk te maken dat er echt dingen moeten veranderen. Daar brengt Rudi natuurlijk wel een offer. Daar ben ik hem ook heel dankbaar voor. Dan zou het raar zijn als ik daar geschorst voor zou kunnen worden. Ik kreeg direct al te horen dat dat niet het geval zou zijn. Anders kun je ook beter je mond houden. Dan is er niks aan de hand. Wij hebben dit juist gedaan om de sport te helpen.”

Tot slot: hoe ziet je eigen toekomst eruit? Wil je nog lang manager blijven van Argos-Shimano?
“Ha, dat is een mooie vraag. Je bent de eerste die me dat zo vraagt. Ik heb daar nog niet over nagedacht. Zolang ik niet met andere dingen bezig ben, ben ik heel gedreven met de ploeg bezig. Op het moment dat ik me de vraag ga stellen die jij nu stelt, betekent het waarschijnlijk dat ik minder gedreven ben. En dat het precies maar goed is om die vraag te gaan stellen. Maar op dit moment ben ik nog heel gedreven met de ploeg bezig en denk ik helemaal niet aan andere dingen.”

Je hoort ook wel nog steeds de passie voor je ploeg in jouw antwoorden.
“Als je iets héél goed wil doen, moet je ook passie hebben. Voor welk vak dan ook. Je moet goed met personen kunnen omgaan, je moet goed aan het proces willen denken, je moet kunnen analyseren, je moet kritisch kunnen zijn, maar je hebt wel passie nodig als energiebron. Ik denk dat dat een hele belangrijke voorwaarde is om vooruit te blijven gaan. Dat geldt voor iedereen. In welk vak dan ook.”

Lees ook
Interview Spekenbrink deel I: “Kittel nu de beste sprinter? Dat gaat me te ver”
Interview Spekenbrink deel II: “Eigen talenten ontwikkelen tot écht goede ronderenners”