Interview Ondanks zijn nog jonge leeftijd is Harrie Lavreysen uitgegroeid tot vaste waarde in de nationale sprintploeg. De 21-jarige Luyksgestelnaar is op dit moment de onbetwiste tweede man van de succesvolle teamsprintploeg en ook op de individuele onderdelen gaat het hem voor de wind. Zo won hij tijdens de Wereldbeker in Londen het sprinttoernooi, door wereldkampioen Matthew Glaetzer te verslaan.

Lavreysen reisde zondag met een goed gevoel af naar Pruszków, waar woensdag meteen de WK-titelstrijd om de teamsprint op het programma staat. “Tijdens de testdag voor de teamsprint reden we weliswaar nog niet zo hard als op de Wereldbekers, maar we zaten al wel aardig in de buurt van de tijd van vorig jaar op het WK. Dus ik kan wel zeggen dat het goed gaat”, vertelde hij aan WielerFlits enkele dagen voor de nationale ploeg naar Polen vertrok.

Titelverdediger op de teamsprint
In de BGŻ Arena staat hij aan het vertrek van twee onderdelen. Allereerst is er de teamsprint, waar hij namens Nederland samen met Roy van den Berg, Jeffrey Hoogland en Matthijs Büchli de titelverdediger is. De ploeg is er de grote favoriet na de vier wereldbekerzeges op rij. Voor de laatste twee ronden in het Nieuw-Zeelandse Cambridge en Hongkong gaf de ploeg verstek om zich vast voor te bereiden op dit WK. Ook veroverde de ploeg in Glasgow de Europese titel.

“We moeten gewoon doen wat we kunnen en geen fouten maken. Zoals we bijvoorbeeld ook de testdag aanpakten: gewoon ons ding doen en vooral geen gekke dingen doen. En ik denk dat we aardig de goede kant op gaan”, vertelde Lavreysen, die in aanloop naar het WK nog sleutelde aan zijn versnelling. “Dat was niet echt een succes, dus we gaan gewoon het oude vertrouwde verzet pakken. We moeten gewoon heel hard rijden en we weten dat we het kunnen.”

‘Fris aan het sprinttoernooi beginnen’
In het weekend volgt dan het sprinttoernooi voor mannen, waar ook Matthijs Büchli en Jeffrey Hoogland starten. “Je moet er gewoon zorgen dat je fris aan elke rit begint en zo wil ik ook dit sprinttoernooi ingaan. Ik versloeg in de laatste Wereldbeker de wereldkampioen, dus dan zou je zeggen dat de verwachtingen hoog zijn. Maar ik wil het eerst nog wel eens zien. Ik hoop dat ik heel fit aan de start sta en dat ik dan rit voor rit mijn tegenstander kan uitschakelen.”

“En dan hoop ik zo ver mogelijk te eindigen. Maar ik wil nu niet te veel denken aan het podium; ik wil gewoon sterk zijn en geen domme fouten maken”, aldus de sprinter.

---

Lees ook onze uitgebreide voorbeschouwing op het WK Baanwielrennen 2019 met daarin een vooruitblik op de kansen van de favorieten en via welke kanalen je de koers kan volgen.