Giro 2021: Voorbeschouwing etappe naar Rocca di Cambio met aankomst bergop
Op de tweede zondag van de Giro d’Italia 2021 gloort de rustdag van dinsdag al voorzichtig aan de horizon. Eerst krijgen de renners in Midden-Italië nog een stevige bergetappe voorgeschoteld. De 158 kilometer lange Apennijnenrit naar Campo Felice voert over vier gecategoriseerde beklimmingen en kent maar liefst 3.400 hoogtemeters. De kans is groot dat het klassement weer aardig opgeschud gaat worden.
Parcours
De renners doorkruisen vandaag L’Aquila. Deze provincie in het hart van Italië was in 2009 wereldnieuws door een verwoestende aardbeving. Tijdens deze rit door het westelijke deel van de Italiaanse regio Abruzzo staat het peloton een pittige etappe te wachten, die de renners in noordwestelijke richting voert.
Om kwart over twaalf klinkt het startschot in Castel di Sangro, een dorp in het hart van de Apennijnen. Sportliefhebbers zullen deze plaatsnaam misschien kennen van het boek Het Wonder Van Castel Di Sangro, geschreven door de Amerikaan Joe McGinnis. In dit veelgeprezen boek volgt McGinnis het plaatselijke voetbalteam, dat als bescheiden maar succesvol provincieclubje op moet boksen tegen verschillende grootmachten in de Serie B.
Na een openingsfase door de vallei van de rivier Sangro moet er al vrij snel geklommen worden. Eerst komt de Colle delle Croce aan bod. Dit is een bergje wat door de organisatie niet wordt meegerekend voor het bergklassement, maar deze 1168 meter hoge hindernis kan wellicht een springplank vormen voor de vroege vluchters.
Na iets meer dan 22 kilometer bereiken de renners de voet van de eerste gecategoriseerde klim van de dag. De beklimming van de Passo Godi (2e categorie) brengt de renners door een geliefd skigebied. De top wordt gerond op een hoogte van 1565 meter. Het stijgingspercentage is niet bijster spannend: over een lengte van 15 kilometer stijgt de weg met een gemiddelde van 3,8%.
Na een lange afdaling arriveert de karavaan in het dorp Anversa degli Abruzzi. Dit dorp werd in de late middeleeuwen bijzonder welvarend door de productie van keramiek. De renners krijgen na het ‘keramiekdorp’ geen moment rust, want het volgende obstakel laat immers niet lang op zich wachten.
Nadat de renners de ongecategoriseerde Fonte Ciarotto voor hun rekening hebben genomen, bereiken ze na een afdaling van 12 kilometer de voet van de volgende berg. De Forca Caruso (letterlijk: de Galg van Caruso) behoort tot de derde categorie. Na de afdaling moeten de renners opnieuw direct omhoog. Als voorlaatste beklimming krijgen zij een slingerweg naar skioord Ovindoli (2e categorie) voorgeschoteld.
Vanaf Ovindoli is het nog minder dan 30 kilometer tot de streep. De laatste tien kilometer bestaat uit de venijnige Rocca di Cambio. De slotklim kent een stijgingspercentage van om en nabij de 6%, maar tegen het einde loopt het wegdek op tot ruim boven de 10%. De renners krijgen naast deze hoge percentages ook te maken met een andere ondergrond. De laatste kilometers zijn immers onderdeel van een settore sterrato, oftewel een onverharde gravelsector.
Negen jaar geleden finishte de Girokaravaan voor het laatst op Rocca di Cambio. Destijds was het Astana-renner Paolo Tiralongo die aan de finish de betreurde Michele Scarponi voorbleef.
Start: 12.15 uur in Castel di Sangro
Finish: rond 17.00 uur in Campo Felice
Afstand: 158 km (inclusief neutrale zone)
Favorieten
Na een blik op het profiel, is het duidelijk welk type renners in deze rit op de voorgrond zullen treden. Met 3.400 te overwinnen hoogtemeters zijn de klimmers zondag aan zet. De klassieke vraag die voor dergelijke ritten vooraf gesteld wordt: is dit er een voor de aanvallers of voor de klassementsrenners?
Na een dikke week Giro hebben we al een aardige indruk gekregen van de onderlinge verhoudingen. Met name in de etappes naar Sestola en Ascoli Piceno moesten de klassementsmannen al even aan de bak, met de nodige tijdsverschillen tot gevolg. In de etappe van zaterdag hielden zij hun kruit droog, maar de slotklim van deze rit leent zich uitermate goed voor het maken van tijdsverschillen. Daarom gaan we uit van een scenario waarbij de renners uit de top van het klassement op de voorgrond treden.
Een conclusie die we mogen trekken, is dat de INEOS Grenadiers niet te beroerd zijn om de regie naar zich toe te trekken. Egan Bernal is naar de Italië afgereisd voor niets minder dan de eindzege. In de openingsweek moest hij afscheid nemen van luxeknecht Pavel Sivakov, maar de Colombiaan kan nog steeds beschikken over ijzersterke ondersteuning. Indien de Britse formatie al in de tweede week het gewicht van de koers wil dragen, kan dit wel eens het moment worden waarop hij het roze pakt.
Dan zal Bernal zich onderweg wel moeten ontdoen van Remco Evenepoel. De 21-jarige Belg staat immers in het klassement nog steeds vijf seconden voor hem. De massale media-aandacht voor de Giro-debutant is niet terug te zien in zijn prestaties. Het feit dat hij na zijn zware val in Lombardije bijna negen maanden geen wedstrijden reed evenmin. Hij bracht wielerminnend België donderdag in extase in de veronderstelling dat roze binnen was, maar dat was buiten Valter gereken. Zorgt hij zondag alsnog voor euforie in het kamp van Deceuninck-Quick-Step?
Een andere renner die zich na een dikke week Giro nog steeds knap op de voorposten handhaaft is Dan Martin. De gelouterde Ier heeft zich in de herfst van zijn carrière ontwikkeld tot een renner die in rondes als de Giro en de Vuelta meedoet om het podium. Tot dusver rijdt hij een gedegen Giro. Bovendien beschikt hij over de kwaliteiten om op de slotklim het verschil te kunnen maken. Een zege in deze bergrit zou zijn kandidatuur voor het roze extra kracht bijzetten.
De Italiaanse tifosi mogen de hoop koesteren dat er negen jaar na Tiralongo wederom een renner van eigen bodem zegeviert op Rocca di Cambio. In de eerste Giro-helft heeft Giulio Ciccone zich immers ontpopt tot een renner waar op dit toneel rekening mee gehouden dient te worden. De 26-jarige klimmer is een kind van de Abruzzen. Zijn wieg stond in Chieti, dat weliswaar hemelsbreed nog 80 kilometer van de aankomstplaats ligt. Ciccone focuste zich in 2019 nog op de strijd om de bergtrui, maar deze Giro rijdt hij met de beste klimmers mee omhoog. Dat maakt van hem een renner om rekening mee te houden.
Ook Damiano Caruso rijdt tot dusver een prima Giro. Na het uitvallen van kopman Mikel Landa blijkt Bahrain – Victorious nog over een tweede troef voor het klassement te beschikken. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat Caruso geen veelwinnaar is. Een ritzege ligt misschien niet in de lijn der verwachtingen, maar van Caruso mag verwacht worden dat hij hier kort eindigt.
Voor Simon Yates verloopt de Giro tot dusver niet zoals hij het zich zal hebben voorgesteld. In de eerste ritten heeft de winnaar van de Tour of the Alps zijn status van grote favoriet voor de eindzege niet kunnen bevestigen. De achterstand op zijn concurrenten is weliswaar beperkt, maar Yates zal wellicht met weemoed terugdenken aan de editie van 2018 toen hij in de tweede week iedereen naar huis reed. Het ziet er niet naar uit dat hij dat kunststukje zal herhalen, maar de Engelsman in Australische dienst blijft op dit terrein een renner om rekening mee te houden.
Naast de genoemde favorieten, staan er na een dikke week nog genoeg mannen kort in het klassement. Renners als Alexandr Vlasov, Davide Formolo, Marc Soler, Romain Bardet en Emanuel Buchmann, Daniel Felipe Martinez en Hugh Carthy staan nog binnen de twee minuten. Dat kan ook gezegd worden van Vincenzo Nibali, al wordt de tweevoudig Girowinnaar deze editie overvleugeld door zijn jongere landgenoot Ciccone.
En de aanvallers? Mocht onverhoopt een vluchtersgroep erin slagen om vooruit te blijven, dan is het uitkijken naar klimmers die geen bedreiging meer vormen voor het roze. De naam van Bauke Mollema is dan de eerste die naam die te binnen schiet. De gelouterde Groninger heeft er geen geheim van gemaakt dat hij naar de Giro is gekomen voor dagsucces. Dat hij nu al op grote achterstand staat, is dan ook ingecalculeerd. Dit is een van de ritten waar hij zijn verlangen om kan zetten in succes.
Van Mollema weten we dat hij zich bewust op achterstand heeft laten rijden, maar de meest voorkomende reden dat renners op (grote) achterstand staan is doorgaans dat de vorm of conditie ontbreekt. Een inschatting maken van welke klimmers in de onderste regionen van de ranglijst het gaan proberen, blijft daarom lastig. Mikel Nieve lijkt desalniettemin in orde, getuige het feit dat hij zaterdag niet ver achter de favorieten finishte.
Een laatste naam die we niet onbesproken mogen laten is die van Attila Valter. Voor de eerste Hongaarse rozetruidrager in de geschiedenis van de Giro is het zondag buigen of barsten. De kans dat hij mee zal glippen in een vroege vlucht is te verwaarlozen, maar het is afwachten of hij na deze zware Abruzzenrit nog steeds het roze om zijn schouders heeft.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Egan Bernal
*** Dan Martin, Remco Evenepoel
** Giulio Ciccone, Simon Yates, Alexandr Vlasov
* Marc Soler, Hugh Carthy, Emanuel Buchmann, Bauke Mollema
[bingoal id=”156804″ link=”http://bit.ly/bingoal_giro2021_9″ title=”Wie wint de negende etappe van de Giro 2021?”]
Weer en TV
Het blijft in Midden-Italië wisselvallig. Volgens Weeronline kunnen de renners zich opmaken voor een droge, maar (weertechnisch) sombere dag. De bewolking heeft zondag de overhand en de toppen liggen vaak in de mist. Bij de skipiste van Campo Felice is het overwegend bewolkt. De temperatuur ligt rond 13 graden.
De tv-uitzending van Eurosport 1 begint om 12.10 uur, waarna de etappe van start tot finish in beeld wordt gebracht. Ook is de rit online live te volgen via de Eurosport Player en GCN+.
[i]edit WF: dank, aangepast[/i]
Bernal zal meestal de sprint winnen, dat weet ik ook, maar vandaag is het op grind en dan wil ik het nog wel eens zien :-)
Idd wel een verschuiving naar de dinsdag, geen idee waarom.
Bernal die evenepoel er deze giro al heeft afgereden, die ook nog eens explosiever is voor dit soort finishes en al heeft bewezen dat hij bergop op het hoogste niveau de beste kan zijn itt evenepoel heeft morgens geen kans om weg te rijden.
Geef mij dan de tour maar.
Overigens zou ik België lekker laten zoals het is hoor, dat ontwarren en opnieuw vormgeven levert meer problemen dan oplossingen.
Maar goed, nog belangrijker is dat de koers/cross op tv blijft en niet ten koste van het schaatsen verdwijnt. Die waarborg wil ik hebben vooraleer ik als den 'Ollander instem.
Als hij wil zou het misschien kunnen morgen, maar tot nu toe was hij vooral bezig met de ritten zo zuinig mogelijk af te werken, met als hogere doel zo lang mogelijk meegaan in het klassement. Hij gaf deze ochtend ook aan dat de vermoeidheid begint op te bouwen, dus een typerende aanval van ver zit er niet meteen aan te komen.
Ik vrees het 2e, zeker met het slechte weer dat maar blijft duren.
Hoop wel het eerste, en laat hem deze Giro maar binnenrijven, dan kan hij volgend jaar het duel aangaan met Pogacar en Roglic in de tour.
Dat niet alles 1e categorie is, snap ik. Maar soms geven ze een brug al categorie 4. Dit lijkt me toch wel meer dan een heuveltje.
Hoe de redactie bij ee ster voor Buchmann komt vanuit de favorieten is mij een raadsel. Een van de grootste tegenvallers zo ver. Dan zouden Bardet en Formolo logischer zijn.
Kan iemand mij uitleggen hoe dit verband precies zit? Ik begrijp het eigenlijk niet.
“De Forca Caruso (letterlijk: de Galg van Caruso)…”
‘Forca’ betekent hier ‘bergpas’, waarvan de vorm vergelijkbaar is met die van ‘una forca’: een hooivork; met een galg heeft het niets te maken.
Voor de vlucht zijn er twee zekerheden: Mäder voor de bergpunten, Mollema voor de ritzege. En misschien ontbindt De Gendt wel voor de eerste keer zijn duivels nu er niet meer gewerkt moet worden voor Ewan?