Robert Gesink is bij zijn rentree in een rittenkoers geëindigd op een 42e plaats. De kopman was de enige renner van LottoNL-Jumbo in de voorste groep. “De ploeg heeft goed voor mij gezorgd. Het was een mooie koersdag”, zegt de coureur uit Varsseveld op de ploegsite.

“Ik zat niet op mijn gemak in de eerste groep”, bekent hij. “Ik moest alles uit de kast trekken, maar voor nu was het goed. Het was best een lastige rit met aardig wat klimwerk. Vanaf het begin werd er al behoorlijk hard gereden. De ploeg heeft goed voor mij gezorgd. Het was een mooie koersdag.”

Niet te veel verwachten
“We moeten oppassen dat we niet meteen te veel verwachten van deze ronde”, zegt Gesink. “Persoonlijk kan het mij niet snel genoeg gaan, het liefst doe ik snel weer mee, maar voor echte resultaten is het denk ik nog te vroeg”, is hij eerlijk. “Dit zijn mijn laatste stapjes naar volledige fitheid, maar ook mijn eerste stapjes richting resultaten. Ik mis nog wat hardheid ten opzichte van de anderen.”

Dekker: “Robert gaat door barrières heen”
Ploegleider van dienst is Erik Dekker in Romandië. Hij erkent dat zijn kopman goed bezig is, maar wil niet te veel eisen. Ook hij tempert de verwachtingen. “We zijn deze ronde blanco ingegaan en je merkt gewoon dat Roberts spieren zich nog een beetje moeten aanpassen. Dat betekent dat hij door barrières heengaat.”

Voor de derde rit hoopt Dekker dat Tom Van Asbroeck zich kan mengen in de debatten, maar het parcours is lastig voor de Belg. “Je hebt altijd een kans, maar ik vermoed dat Tom morgen een kleine kans heeft. Het ligt een beetje aan het koersverloop en hoe hij die twee cols van de tweede categorie verteert. Ze liggen redelijk ver voor de streep, maar wel kort na elkaar, dat kan een probleem zijn.”