Evenepoel komt zichzelf tegen in bergrit Ronde van Zwitserland, Skjelmose wint
Niet Remco Evenepoel, maar Mattias Skjelmose heeft de eerste bergetappe van de Ronde van Zwitserland op zijn naam geschreven. Evenepoel gooide op de slotklim naar Villars-sur-Ollon de knuppel in het hoenderhok, maar botste in de finale toch duidelijk op zijn limieten. Skjelmose maakte daarentegen indruk en sloeg een dubbelslag.
Na een openingstijdrit en eerste sprintconfrontatie, waren de klimmers vandaag aan zet. De rit naar Villars-sur-Ollon was de eerste in een ‘serie’ van drie bergritten. Het was een etappe met twee gezichten. Na een vlakke tot licht glooiende aanloop van goed 100 kilometer werden de renners ‘getrakteerd’ op een bergachtig slot met twee beklimmingen van eerste categorie. De eerste beklimming was Col des Mosses (13,5 km aan 4,1%) – met de top op goed 35 kilometer van de finish – gevolgd door de slotklim naar vakantie- en wintersportoord Villars-sur-Ollon (10,7 km aan 7,8%).
Bergkoning Zukowsky opnieuw in de aanval
Op de eerste oplopende stroken van de dag reden vier renners weg uit het peloton. Nickolas Zukowsky was blijkbaar goed hersteld van zijn inspanningen in de tweede etappe en dus trok de Canadese bergkoning opnieuw in de aanval. De renner van Q36.5 Pro Cycling kreeg het gezelschap van de Franse renners Lilian Calmejane (Intermarché-Circus-Wanty) en Paul Ourselin (TotalEnergies) en de Deense kampioen Alexander Kamp (Tudor Pro Cycling). Deze vier renners kregen al snel een vrijgeleide van het peloton en konden zo ongeveer vier minuten uitlopen. Dat was ook de maximale voorsprong na dertig kilometer koers.
Veel meer speelruimte kregen de vier koplopers echter niet. Sterker, de voorsprong van Kamp, Zukowsky, Ourselin en Calmejane werd met het verstrijken van de kilometers alsmaar kleiner. Dit kwam vooral door het kopwerk van de mannen van Soudal Quick-Step. Remco Evenepoel was voor de start al ambitieus en zette zijn ploeggenoten al vrij snel op kop van het peloton, om zo de koers te controleren. De kopgroep werd zo binnen schootsafstand gehouden en in aanloop naar de Col des Mosses begon de voorsprong nog verder terug te lopen. Aan de voet van de klim hielden Zukowsky en co nog maar een minuut over.
Op de lange maar zeker niet al te steile Col des Mosses (13,5 km aan 4,1%) kwam de regen plots met bakken uit de hemel, maar verder gebeurde er niet veel. In het peloton gingen de sprinters en mindere klimmers overboord, maar hielden de klassementsrenners hun kruit nog wijselijke droog. In de kopgroep was er ook geen sprake van een selectie en zo trokken Zukowsky, Calmejane, Ourselin en Kamp wiel in wiel naar de top van de klim van eerste categorie. Calmejane wist met een late uitval Zukowsky te verrassen en zo de volle buit aan bergpunten te pakken, maar de drager van de bergtrui kwam wel als tweede boven.
Strijd op de slotklim, Evenepoel opent de debatten
In de natte en daardoor verraderlijke afdaling van de Col des Mosses werden de vier vluchters tot de orde geroepen, en konden we ons gaan opmaken voor de strijd tussen de favorieten voor de eindzege. Vlak voor de voet van de slotklim lag echter eerst nog een tussensprint en daar wist Wout van Aert nog wat punten op te rapen. De Belgische kampioen trok daarna verrassend genoeg door en nam de eerste klimmende stroken van de slotbeklimming voor zijn rekening, in dienst van zijn ploeggenoot Wilco Kelderman. Na een stevige kopbeurt van Van Aert was het weer aan de mannen van Soudal Quick-Step om de koers hard te maken.
Onder aanvoering van Mattia Cattaneo en vervolgens James Knox werd de groep der favorieten stevig uitgedund. Alexey Lutsenko was de eerste grote naam die moest passen en voor Sergio Higuita – vorig jaar nog tweede in het eindklassement – ging het eveneens te snel. Evenepoel had daarentegen nog wel wat over en dus besloot de Belg met nog goed zes kilometer de knuppel in het hoenderhok te gooien. Slechts twee renners bleken in staat om de wereldkampioen te volgen: Mattias Skjelmose en Felix Gall. Voor de overige klassementsrenners als Kelderman, Juan Ayuso en Tom Pidcock ging het duidelijk te snel.
Evenepoel loopt op een counter
Evenepoel slaagde er echter niet in om een uppercut uit te delen aan zijn tegenstanders. Skjelmose en Gall waren niet erg happig om over te nemen, maar leken ook geen moeite te hebben met het tempo van de Belg. Sterker, met nog goed drie kilometer te klimmen koos Gall zelfs brutaal voor de aanval. Evenepoel moest het antwoord schuldig blijven en liep niet veel later ook op een counter van Skjelmose. Waar de Deen weer naar Gall wist te rijden, werd Evenepoel bijgehaald door een groepje met daarin onder meer Juan Ayuso, Pello Bilbao en Cian Uijtdebroeks.
Skjelmose en Gall streden in de laatste kilometer om de zege in Villars-sur-Ollon. De zeer explosieve Skjelmose, eerder dit jaar al tweede in de Waalse Pijl, zette aan op enkele honderden meters van de streep en Gall had geen verhaal. De jonge Deen van Trek-Segafredo sloeg zo een dubbelslag, aangezien hij tevens de leiderstrui wist over te nemen van Stefan Küng, die meer dan twee minuten verloor op de slotklim. Na Skjelmose en Gall kwam Juan Ayuso als derde over de streep. Evenepoel wist zich in de slotkilometer te herpakken en zo de schade nog te beperken tot een twintigtal seconden.
In het algemeen klassement kijkt de Belg nu tegen een achterstand aan van zeventien seconden op nieuwe leider Skjelmose. Ayuso is de voorlopige nummer drie, op 24 tellen van de Deen. Verder valt de goede notering van Wilco Kelderman op. De Nederlander wist zich vandaag te revancheren voor zijn mindere tijdrit en staat nu zevende, op 1:04 van Skjelmose.
Verder gaaf hoe Ayuso bevestigt, daar gaan Pogacar en Vingegaard echt een kluif aan hebben dit decennium.
Bardet en Uran zeer tegenvallend.
En Cornet won omdat anderen gediskwalificeerd werden. Anders had hij niet eens een podiumplek gehaald.
De Franse wielerbond weigerde de uitslag te erkennen en schorste de vier best geplaatsten: Garin, Pottier, Garin junior en Aucouturier, op basis van rapporten en getuigenverklaringen over allerlei onverkwikkelijke gebeurtenissen onderweg; volgens Wikipedia wegens het niet volledig afleggen van het parcours.
Go Wilco!
Maar hij had zo'n beetje als enige het nep-presteren van Benoot in de Dauphiné in de smiezen, dan mag hij er ook best een keer naast zitten.
Als hij denkt dat hij de sterkste is, dan maakt hij koers. En dat denkt hij soms te snel.
Als vervolgens blijkt dat iemand sterker is, dan lijkt de veer ook snel te breken. Te veel gewend aan winnen, en niet aan verliezen. Dat zie je bij Mathieu soms ook terug. Waar Evenepoel en VdPoel doorgaans door een muur kunnen gaan als ze voorop liggen, vinden ze dat moeilijker als ze ergens achteraan moeten fietsen.
Misschien is dat wel de reden waarom hij de TdF niet rijdt... niet vanwege de bom bij zijn fans, maar de bom in zijn eigen hoofd.
De rit die hij won in de Vuelta was toch zeker niet op deze manier, daar at hij wel eerst het bord van Mas leeg.
@Gelei
Dat is ook wat hij zei voor de start denk ik, met de eerste prioriteit om geen tijd te verliezen. Maar dat is niet wat hij deed uiteindelijk
Zal het moeten hebben van tijdritten en eendagskoersen. De Tour zal hij echter nooit winnen.
Beseffen dat hij niet de gave heeft van Pogacar. Zonder hoogtestage een doodnormale 13 in een dozijn renner. Met hoogtestage en 5 maanden afzondering kan hij zich meten met de klassementsrenners…
Zal het moeten hebben van tijdritten en eendagskoersen. De Tour zal hij echter nooit winnen.[/Quote] Er is ook maar één Pogacar die doodleuk overal kan meestrijden waar hij start, niet veel renners kunnen zoals hij bij zijn eerste tourzege gewoon meeliften op een andere ploeg. Vingegaard had ook een ijzersterk blok nodig om Pogacar te kraken, niets mis mee overigens want winnen is winnen.
En dat continu downplayen van alles wat Evenepoel wint of doet, je weet toch dat je daarmee eigenlijk ook zegt dat zowat alle andere renners debielen zijn die niets kunnen? Want ja hij krijgt al zijn overwinningen blijkbaar, alles wat hij wint zijn maar eendaagse wedstrijden en als hij een ronde wint is het maar een baggerronde. En als het recept om van een middelmatige renner een renner te maken die wel wat meekan in klassementen. Waarom doen al die anderen dat dan niet, dan ben je toch gewoon een gatachterlijke debiel als het zo eenvoudig is en het niet doet??
Die zijn bij voorbaat vooringenomen en daarmee de lucht in de bros hiero.
Teuns komt terug boven water op wat niet echt zijn terrein is. Benieuwd wat hij vrijdag kan met het oog op de ritten in het Baskenland