Dylan van Baarle wil koers maken in Tokio: “Hoop belangrijke rol te spelen”
Interview Dylan van Baarle maakt dit weekend zijn debuut op de Olympische Spelen. De renner van INEOS Grenadiers maakt met Bauke Mollema, Tom Dumoulin, Wilco Kelderman en Yoeri Havik deel uit van de Nederlandse equipe voor de wegwedstrijd in Tokio. Twee dagen voor de wegrit blikte hij via Zoom met WielerFlits vooruit op de koers en de kansen voor TeamNL.
Krijg je al olympische gevoelens, of zit je met de gedachten nog bij de Tour?
“Je krijgt hier wel een minder olympisch gevoel, omdat we niet in het dorp zitten. Ik weet niet wat voor gevoel dat is, maar daar ga ik van uit. Dus dat is wel een beetje anders, maar het blijft gewoon een wedstrijd en we focussen ons nu op zaterdag.”
De romantiek van de Olympische Spelen, mis je die?
“Ik weet niet hoe de romantiek er echt uitziet, maar je krijgt echt weinig mee wat er buiten gebeurt. Natuurlijk is dat jammer. Misschien is het maar eenmalig dat je aan de Olympische Spelen kan meedoen. Daar wil je met volle teugen van genieten, maar dat gaat op dit moment helaas niet.”
Hoe is het gevoel met de ploeg?
“Yoeri Havik (hij vloog later naar Japan, red.) is er nu ook bij. Ik denk dat we best wel een goede ploeg hebben. Met Bauke, die heeft laten zien in de Tour dat hij klaar is om iets moois te laten zien. Met Wilco, die vijfde wordt in het klassement. Tom oogt ook goed. We moeten even afwachten hoe hij in de wedstrijd zit, maar ik denk dat we er klaar voor zijn.”
En als je naar jezelf kijkt?
“Ik werd in de Tour de France alleen maar beter, dus ik hoop dat ik een belangrijke rol kan spelen zaterdag. Ik weet dat ik niet bij de beste tien klimmers hoor, dus als ik naar mezelf kijk moet ik het op een andere manier kan aanpakken.”
Denk je dat het uitrijden van de Tour belangrijk gaat zijn? Gaat iedereen die de Tour heeft gereden ook hier goed zijn, of kan dat ook een belemmering vormen?
“Het ligt eraan hoe iemand uit de Tour komt. Ik ben er goed uitgekomen en voel me niet echt naar de klote. Voor mij is het daarom misschien wel een voordeel dat ik wat gas heb kunnen terugnemen de afgelopen dagen en dan kan knallen op zaterdag.”
Heb je geen problemen gehad met de jetlag?
“Voor zaterdag moet dat geen probleem zijn. We hebben nog twee nachten om dat verschil goed te maken.”
En de weersomstandigheden, want er wordt gezegd dat die heel extreem gaan zijn. Ervaar jij dat ook?
“Ik heb wel eens lekkerder op mijn fiets gezeten in de hitte. Het is warm en heel vochtig, dat maakt het extra zwaar. Als je ziet hoeveel zout en vocht je verliest, is dat best wel extreem. Dat heb ik in de Tour nog niet meegemaakt.”
Vanaf wanneer mogen jullie het parcours zien?
“We hebben al gedeeltes verkend, al was dat niet op een afgesloten parcours. Maar we hebben wel al de belangrijke punten verkend. Die momenten weten we.”
Voor jullie ploeg gaat de taak worden om voor de grote mannen proberen weg te komen.
“Ja, ik denk dat Bauke de enige die zou kunnen volgen op de Mikuni Pass, dus de andere jongens zullen iets anders moeten proberen. Waarschijnlijk moeten we koers maken op de Mount Fuji, die klim ervoor. Zo moeten we het denk ik gaan aanpakken. Die Mikuni Pass is erg lastig trouwens. Hij is echt heel steil vanaf het begin. Van 3,5 tot 2,5 kilometer onder de top wordt ‘ie nog steiler. Ik weet niet met welke klim ik die mee zou kunnen vergelijken. Het is een paar keer meer dan de Cauberg.” (lacht)
Ik ben daar ooit geweest in deze periode, en het was verschrikkelijk. Echt nooit meer.
Maar ik kan er dan ook niet zo goed tegen..
Ik kijk uit naar een erg aanvallend NL team iig. Wachten totdat de Pogacar's of Roglic'en van deze wereld aanvallen is sowieso geen optie lijkt me.