Dylan Groenewegen na derde plek in Ronde van Drenthe: “Ik heb dit nodig”
Dylan Groenewegen werd na vroege vluchter Rune Herregodts in de sprint om plaats twee geklopt door Andrea Pasqualon. Desondanks kon de 28-jarige Leeuw van Amsterdam leven met de laatste podiumplek. “Het is voor mij echt goed dat ik finales kan rijden, dat heb ik nodig om weer naar mijn oude niveau te groeien”, vertelt hij na afloop aan WielerFlits.
“Het was een mooie, selectieve koers. Veel springen, steeds groepjes die wegreden en weer terugvielen. Een afmattingsslag”, vat de topsprinter samen. Groenewegen reed voor de gelegenheid mee met de opleidingsploeg van Jumbo-Visma via de UCI U23-regel. “Intermarché-Wanty Gobert had een heel sterke ploeg mee en zij hebben het initiatief getoond. Maar wij waren ook steeds goed mee, ondanks dat we vrij snel twee jongens kwijtraakten. Met zijn vieren konden we het redelijk goed doen.”
In de finale zat Rick Pluimers mee in een achtervolgende groep op de eenzame leider. Groenewegen zat zelf – na een finalelus met drie keer de VAM-berg – weer een groepje daarachter. “Daar zaten zo’n 25 man in, denk ik. Rick zat daarvoor goed mee in een groepje met zes. We hadden steeds iemand in de koers om voor een goede uitslag te rijden, maar voor de overwinning hebben we iets te veel ruimte weggegeven aan de vroege vluchters. Dat is jammer, maar het is wat het is.”
‘Weinig kunnen trainen begin dit jaar’
Uiteindelijk restte er dus een derde plek voor de spurter, die er in de sprint in ieder geval niet met de pet naar smeet. “Het is voor mij echt goed dat ik finales kan rijden”, legt Groenewegen uit. “Ik merk al heel het seizoen dat ik niet op mijn absolute topniveau ben geweest. Met vlagen was het goed, maar soms ook echt totaal niet. Ik weet waar dat aan ligt. We hebben aan het begin dit jaar veel meegemaakt na de geboorte van mijn zoontje, waardoor ik weinig heb kunnen trainen.”
Logisch uiteraard, want dat is zo veel belangrijker. “Eigenlijk ben ik zonder super veel getraind te hebben, weer aan het seizoen begonnen”, gaat de Amsterdammer verder. “Bovendien gaat het je niet in de koude kleren zitten als je zo vaak naar het ziekenhuis moet. De conditie was wel goed, maar ik miste die laatste kick in de sprints. Ik weet waar ik aan moet werken. Het is voor deze winter zaak dat ik mijn basisconditie weer kan aanscherpen. Dan kan ik volgend jaar écht terugkeren op het niveau waar ik hoor.”
Waarom weer proberen de zoveelste discussie over de sprint in Polen uit te lokken?
Fijn dat dit podium hem met een goed gevoel de winter instuurt. Denk dat zware wedstrijden met wat uitdaging wel goed voor hem kunnen zijn. Op naar het openingsweekend!