Dit is het volledige parcours van de Tour de France 2023
Organisator ASO heeft donderdag in Parijs het volledige parcours gepresenteerd van de Tour de France 2023. De 110e editie van de Franse ronde begint volgend jaar op zaterdag 1 juli in het Spaanse Bilbao en eindigt drie weken later, geheel volgens de traditie, op zondag 23 juli in de Franse hoofdstad Parijs.
De Tour van 2023 in vogelvlucht
- De Tour de France start in 2023 voor het tweede jaar op rij buiten de Franse landsgrenzen
- Het is de eerste keer sinds 1992 dat het Tourcircus weer in Spanje begint. Destijds begon de Tour in San Sebastián
- De Tour brengt dit keer al in een zeer vroeg stadium een bezoekje aan de Pyreneeën
- De beklimming van de Puy de Dôme maakt voor het eerst sinds 1988 weer deel uit van het Tourparcours
- De organisatie heeft vier aankomsten bergop in het parcours opgenomen
- 30 cols van buitencategorie, eerste categorie of tweede categorie
- Dak van de Tour: Col de la Loze (2.304 meter)
- 2 landen, 8 regio’s
- Acht bergetappes
- Acht sprintetappes
- Vier overgangsetappes
- Een tijdrit van 22 kilometer
- De organisatie heeft twee rustdagen ingepland, op 10 en 17 juli
De Tour de France start in 2023 voor het tweede jaar op rij buiten de Franse landsgrenzen. Nadat in 2022 Denemarken gastheer was van het Grand Départ, zal in 2023 de belangrijkste rittenkoers van het jaar in Spanje starten. De wielergekke regio Baskenland is namelijk the place to be voor de eerste Touretappes. De regio heeft van organisator ASO drie starts en twee aankomsten toebedeeld gekregen.
Baskische opener
De Tour de France 2023 begint – in tegenstelling tot in 2022 – weer met een rit in lijn. Plaats van dienst is Bilbao, waar ook de eerste gele trui zal worden uitgereikt. Het is de eerste keer sinds 1992 dat het Tourcircus in Spanje begint. Destijds begon de Tour in San Sebastián met een proloog en een rit-in-lijn, gewonnen door respectievelijk Miguel Induraín en Dominique Arnould.
De 182 kilometer lange openingsrit kent het zwaartepunt in de laatste vijftig kilometer. Daar zijn verschillende beklimmingen – met Côte de Pike als hoogtepunt – opgenomen. De tweede Touretappe gaat over 209 kilometer van Vitoria-Gasteiz naar San Sebastián. De rit neemt het Tourpeloton mee door de provincies Biskaje en Alava. Tijdens deze etappe krijgen de renners onder meer de legendarische Jaizkibel voor de kiezen.
Klimmen op weg naar Laruns en Cauterets
De derde en laatste etappe in het Baskenland start in Amorebieta en voert langs de Baskische kust, doorheen San Sebastián, richting het Franse deel van Baskenland. In Bayonne zullen de renners finishen na een overwegend vlakke etappe: we mogen hier met andere woorden een eerste sprint tussen de rappe mannen verwachten. De sprinters komen er in de eerste Tourweek overigens maar bekaaid vanaf, want in de vierde en vijfde etappe is het weer klimmen geblazen.
De Tour brengt dit keer al in een zeer vroeg stadium een bezoekje aan de Pyreneeën met aankomsten in Laruns, in het uiterste zuiden van Frankrijk dicht tegen de Spaanse grens, en skigebied Cauterets. Twee jaar geleden koos de Tour ook voor een tussenstop in Laruns. De latere eindwinnaar Tadej Pogačar won er een sprint van een vijfkoppige elitegroep, na een waar spektakelstuk door de Pyreneeën. Voor de laatste Tourpassage naar Cauterets moeten we terug naar 2015: Rafał Majka won toen vanuit een vroege vlucht.
De Puy de Dôme, terug van (zeer lang) weggeweest
Na enkele krachtmetingen in de Pyreneeën is het tijd voor enkele overgangsetappes. De ronde gaat vervolgens verder met ritten naar Tourstad Bordeaux (een plek die onlosmakelijk verbonden is met Rob Harmeling, die er in 1992 een Touretappe wist te winnen) en Limoges.
De klimmers denken echter vooral aan rit negen, die finisht op een wel zeer bijzondere beklimming: de Puy de Dôme. Dit is een grote lavakoepel en een van de jongste vulkanen in het Centraal Massief in Auvergne, het centraal-zuidelijke deel van Frankrijk, met een hoogte van 1464 meter. Het kent een rijke en beruchte historie in de Tour de France. Denk alleen al aan het duel tussen Jacques Anquetil en Raymond Poulidor in de Tour van 1964 of de leverslag die Eddy Merckx er te verduren kreeg in 1975.
De berg werd dertien keer opgenomen in het parcours, maar de gedoofde vulkaan werd in 1988 voor het laatst aangedaan. De Puy de Dôme is maar van één kant toegankelijk en het is bovendien erg smal richting de top, wat verre van ideaal is voor het steeds groter wordende Tourcircus. Tourbaas Christian Prudhomme is echter ook een wielerromanticus en dus zal de Puy de Dôme na 35 jaar weer zijn opwachting maken in de Tour. In de laatste vier loodzware kilometers zal er wel geen publiek worden toegelaten.
Een loodzware exercitie door de Alpen
Op de top van de Puy de Dôme komt de Tour even tot rust, want na negen etappes is het tijd voor een welverdiende rustdag. De renners krijgen de mogelijkheid om wat stoom af te blazen, en zich mentaal en fysiek weer op te laden voor de tweede Tourweek. Beginnen doen we met drie verraderlijke overgangsetappes in het zuiden van Frankrijk, niet ver van de Alpen. Op weg naar Issoire, Moulins en Belleville-en-Beaujolais kunnen er verschillende wielerverhalen worden geschreven.
De klassementsrenners moeten ook zeker op hun hoede zijn, maar die zullen toch vooral toeleven naar vier zeer zware en ongetwijfeld beslissende Alpenritten. De eerste rit door het bekende gebergte voert naar de top van de Grand Colombier. Dit is een beklimming die we vooral kennen als scherprechter in de Tour de l’Ain, maar voor de laatste Tourpassage hoeven we ook maar twee jaar terug in de tijd. In 2020 was Tadej Pogačar in een elitesprint te sterk voor zijn landgenoot Primož Roglič en Australiër Richie Porte.
De tweede Alpenonderneming voert de renners van Annemasse naar skioord Morzine. De echte wielerkenners weten dan al hoe laat het is. Wie Morzine zegt, zegt ook al snel de Col de Joux-Plane. Deze net geen 11 kilometer lange Alpencol, aan een gemiddelde van ruim 8%, is een van de zwaarste beklimmingen in de Alpen en boezemt de renners behoorlijk wat angst in. Richie Porte noemde het ooit ‘een nachtmerrie van een beklimming’.
De col werd in 1978 voor het eerst opgenomen in de Ronde van Frankrijk en keerde vervolgens nog elf keer terug in het parcours, steevast gevolgd door de razendsnelle afdaling naar Morzine. Peter Winnen kwam er in 1982 eens als eerste boven, maar het was bijvoorbeeld ook de plek waar Lance Armstrong (in de Tour van 2000) zijn misschien wel zwaarste dag in de Tour de France kende.
In de vijftiende etappe trekt de Tourkaravaan naar de slotklim richting skigebied Saint-Gervais Mont-Blanc, op de flanken van de Mont-Blanc. De finale vertoont erg veel gelijkenissen met de laatste passage van de Tour naar Saint-Gervais Mont-Blanc in 2016. Romain Bardet wist toen na een fraaie solo de etappe te winnen.
Na de tweede en meteen ook laatste rustdag beginnen de overgebleven renners aan de loodzware slotweek. Het venijn zit hem dit keer niet in de staart, want in etappes zestien en zeventien volgen meteen twee echte sleuteletappes. De zestiende etappe is een rit tegen de klok van 22 kilometer tussen Passy en Combloux. De organisatie heeft dit jaar maar weinig compassie voor de coureurs, want ook in de zeventiende rit staan er weer enkele serieuze Alpenreuzen op het programma.
De laatste dag door de Alpen voert naar de slotbeklimming richting wintersportgebied Courchevel, waar in het verleden Richard Virenque (1997), wijlen Marco Pantani (2000) en Alejandro Valverde (2005) wisten te zegevieren. In deze klassieke Alpenetappe over meerdere zware cols – waaronder de Cormet de Roseland – zal het nog aanwezige kaf nogmaals van het koren worden gescheiden.
Een laatste omwenteling in de Vogezen?
Na de laatste Alpenrit naar Courchevel is er tijd om op adem te komen, al is dit in een koers als de Tour de France natuurlijk wel relatief. In de overgangs/sprintersrit naar Bourg-en-Bresse zal er normaliter weinig gebeuren, de rit naar Poligny is ook voor de snelle mannen. Op de laatste zaterdag van de Tour pakt de organisatie uit met een allerlaatste bergrit. Dit keer zijn de Vogezen aan de beurt en staan de Petit Ballon en de Col du Platzerwasel onder meer op het menu.
Op de flanken van de Platzerwasel zal de beslissing vallen in de strijd om de eindzege en de overige ereplaatsen. Wie zaterdagmiddag in het bezit is van de gele trui, zal een dag later in Parijs worden gekroond tot eindwinnaar. De Ronde van Frankrijk kent ook volgend jaar weer zijn traditionele slotrit naar Parijs, met een sprint op de Champs-Élysees ter besluit.
Routeschema Tour de France 2023
01/07 – Etappe 1: Bilbao – Bilbao (182 km)
02/07 – Etappe 2: Vitoria-Gasteiz – San Sebastián (209 km)
03/07 – Etappe 3: Amorebieta – Bayonne (185km)
04/07 – Etappe 4: Dax – Nogaro (182km)
05/07 – Etappe 5: Pau – Laruns (165km)
06/07 – Etappe 6: Tarbes – Cauterets Cambasque (145km)
07/07 – Etappe 7: Mont-de-Marsan – Bordeaux (170km)
08/07 – Etappe 8: Libourne – Limoges (201km)
09/07 – Etappe 9: Saint-Leonard-de-Noblat – Puy de Dôme (184km)
10/07 – Rustdag
11/07 – Etappe 10: Vulcania – Issoire (167km)
12/07 – Etappe 11: Clermont-Ferrand – Moulins (180km)
13/07 – Etappe 12: Roanne – Belleville-en-Beaujolais
14/07 – Etappe 13: Châtillon-sur-Chalaronne – Grand Colombier (138km)
15/07 – Etappe 14: Annemasse – Morzine (152km)
16/07 – Etappe 15: Les Gets – Saint-Gervais Mont-Blanc (180km)
17/07 – Rustdag
18/07 – Etappe 16: Passy – Combloux (22km, ITT)
19/07 – Etappe 17: Saint-Gervais Mont-Blanc – Courchevel (166km)
20/07 – Etappe 18: Moûtiers – Bourg-en-Bresse (186km)
21/07 – Etappe 19: Moirans-en-Montagne – Poligny (173km)
22/07 – Etappe 20: Belfort – Le Markstein Fellering (133km)
23/07 – Etappe 21: Vélodrome National de Saint-Quentin-en-Yvelines – Parijs (115km)
*Enkel de volledige profielen van etappe 5, 6, 14, 15, 16, 17 en 20 staan voorlopig op de site van de Tour de France. De rest zal later volgen.
1 tijdrit: wat mij betreft te weinig.
Al zal het vooral vechten worden om die 3e plek, achter Pogacar en Vingegaard...
Rohan Dennis, Kruijswijk, van Hooydonck, Benoot, Tratnik.
Daarnaast zie ik ook geen monsterlijke bergritten waarin meerdere reuzen worden bedwongen in één en dezelfde rit.
Teveel sprint ritten, waarvan 80% van de mondiale kijkers slechts de laatste 10 kilometer kijkt.
De renners maken de koers uiteraard, maar als ik de Giro en Tour naast elkaar leg, dan lijkt de Tour wel een beloften koerske.
Sorry, mijn mening, maar meer kan ik er niet van maken helaas. :(
Ik vindt het spijtig want het tijdrijden is toch een essentieel onderdeel binnen het weg wielrennen. En voor de fans langs de weg is dit het ultieme Tour dagje uit, aangezien je iedere renner afzonderlijk kan aanmoedigen.
Je zal inderdaad wel gelijk hebben wanneer je zegt, dat het wachten wordt op een Fransman die kan tijdrijden voordat we weer eens 60/70 of 80 tijdrit kilometers in de Tour gaan zien.
Ik mis een marathonetappe over meerdere 2000+ cols, maar wellicht dat ik me verkijk op de etappe naar Courchevel. Mis ook het oude traject naar de Champs-Elysees langs de Seine, maar dat boeit verder niets.
Alle mogelijke mankementen aan dit parcours worden echter gelijk tenietgedaan door de terugkeer van de Puy de Dôme. Ik reken alvast op Mathieu, gezien een geaccidenteerd openingsweekend en de PouPou-saluut.
Benieuwd naar wat Evenepoel gaat kiezen. Op voorhand denk je dat het Giroparcours hem beter moet liggen.
We krijgen nul ritten met meerdere monster cols en slechts 22 km aan tijdrit. Pogacar pakt in al die pukkel aankomsten en ritten met de aankomst na een afdaling tijd op Vingegaard door de boni seconden, dus als ik Vingegaard was zou ik lekker voor de dubbel Giro en Vuelta gaan.
Maar gelukkig is het niet aan mij om hierover te beslissen. Deze Tour is op maat gemaakt voor Pogacar zou je haast denken ?
Ben met je eens dat Pogacar hier in het voordeel is. Maar misschien zit de Tourdirectie nog met de kracht van de ploeg JBV in het hoofd en wil deze in het parcours wat compenseren.
Voor Evenepoel zou je denken: op naar de Giro. Probeer die te winnen en dan heb je nog de rest van je carrière om die derde grote ronde, de ronde van Frankrijk op je naam te schrijven. Maar dan zie je de reactie van Lefevere die toch weer doet vermoeden dat hij mogelijks gewoon aan de start van de Tour zal staan. Remco zal zelf beslissen, dat is duidelijk.
Mij ziet het er wel leuk uit, zo op het eerste gezicht. Onorthodox snel te bergen in, en de Puy de Dôme na zovele jaren. Ik stond als tienjarig knaapje op de flanken, die laatste keer in 1988. Gelukkig nog géén 40 jaar geleden ;-)
Acht sprintetappes lijkt me trouwens wel ruim geteld, ik zou het eerder op 6 houden. En niet veel kansen voor de eerste bergen. 'k Zou Mareczko thuislaten.
Zoals ik hierboven aangaf: volgens mij wordt de zwaartegraad van de bergetappes wat overdreven, maar daar staat wel een hoog aantal heuvel/middengebergteritten tegenover. Een beetje zoals de Vuelta '22 dus. Wie won die ook weeral? :-)
Ik geloof je vrij als jouw inschatting is dat de bergritten niet zo zwaar zijn, ik baseerde me louter op het artikel, 'k heb de presentatie niet gevolgd noch profielen gezien. Dus verdere conclusies dan dan het niets voor Mareczko is, trek ik nog niet :-)
En wat Patje doet met Remco, Merlier en Jakobsen mag hij helemaal zelf beslissen, ik ben daar eerder neutraal in. Ik ben vooral blij dat we geen vlakke eerste week hoeven te doorstaan voor de eerste berg opduikt.
Tijdens de gedetailleerde blik op alle ritten bij de presentatie leken er mij geen monsteretappes in te zitten, maar wel een groot aantal met verschillende 'halfhoge' cols achter elkaar. Ik hoop dat die uitnodigen tot aanvallend koersen, maar dat zal van de ploegtactieken en het koersverloop afhangen. De gedetailleerde profielen (met stijgingspercentages) heb ik trouwens ook nog niet gezien. [Edit: ondertussen staan er enkele profielen onderaan het artikel zie ik - de etappe naar Courchevel zou je wel een monsteretappe kunnen noemen]
Alles samengeteld kijk ik meer uit naar de Giro dan naar de Tour. Met uitzondering dan van de Puy de Dôme etappe, die staat nu al aangekruist in mijn agenda. (al was het maar om sentimentele redenen)
Roglic vs Pogacar vs Evenepoel
Vingy gaat een jaartje Italië Spanje doen
Een vlakkere itt of ttt erbij had niet misstaan.
En wel erg veel saaie sprintetappes lijkt me, 8 stuks. 5-6 max lijkt me voldoende en dan 1-2 met bergje op 10 km ofzo altijd leuk.
Hoeveel sprintetappes zijn er? Wilfried Peeters zegt 4, in dit overzicht staat 8... dat is een joekel van een verschil.
Dit is in mijn ogen absoluut geen tour die Evenepoel hoeft te laten liggen en een hele mooie tour voor Pogacar maar ook Roglic. Ook een Carapaz zie ik in topvorm hier hoge ogen gooien. Zelfs een uitgemergelde van Aert die met holle ogen en op een red bull-ketonenmix rijdt zou ver kunnen komen.
MvdP moet Parijs kunnen halen.
En qua Jumbo Visma, die kunnen in zowel de Giro als de Tour de France zoveel namen uit de grabbelton trekken. Een Giro met zoveel tijdrit kilometers met Kelderman, Kruijswijk (wil revanche voor de sneeuwmuur), Bouwman, Foss, Valter, Affini, Van Emden, Van Hooydonck/Dennis. En een Tour de France met Vingegaard, Roglic, Kuss, Benoot, Van Aert, Van Baarle, Laporte, Van Hooydonck/Dennis
Maar Van Aert en Roglic in de Giro zou ik ook mooi vinden.