Nacer Bouhanni eindigde gisteren in de tweede etappe van het Critérium du Dauphiné als derde. Dat voelde voor de Fransman van Cofidis als een zege, zei hij na afloop tegen Cyclingnews. Dat gevoel komt door de lastige periode die hij kende na zijn zware crash in de Tour de Yorkshire.

“Voor mij voelt dit als een overwinning, ook al is een derde plek dat duidelijk niet. Gewoon in staat zijn om een rol te spelen in de sprint, om daar aan het einde bij te zijn. Dat is goed nieuws over wat nog te wachten staat dit seizoen”, zegt Bouhanni.

Voor de Fransman is dit een geruststelling. “Als je mij had gezegd dat ik in mijn eerste massasprint na mijn val, in een wedstrijd als de Dauphiné, derde zou worden… Dan had ik direct daarvoor getekend. Ik was pessimistisch, zelfs tot en met zondag”, benadrukt de Cofidis-kopman, die enkel Arnaud Démare en Alexander Kristoff voor zich moest laten.

‘Ik leg geen druk op mijzelf’
Er zijn nog enkele kansen voor de sprinters deze Dauphiné. “Die ritten kunnen mij beter liggen, maar dat zullen we nog wel zien. Ik leg geen druk op mijzelf in deze Dauphiné”, aldus Bouhanni. “Het gaat voornamelijk om kilometers te maken, de sensatie herontdekken en proberen mijn topniveau weer te vinden. Ik zie nu dat ik een goede conditie heb, maar ik weet dat ik nog een paar stappen moeten zetten om op de top te komen.”