De periode van de Na-Tourcriteriums
foto: Cor Vos
zaterdag 3 augustus 2019 om 07:45

De periode van de Na-Tourcriteriums

Nationaal In de rubriek WielerFlits Nationaal schenken we volop aandacht voor het continentale wielrennen in Nederland. Samen met de hoofdrolspelers van het nationale circuit blikken we terug en vooruit. Daarnaast brengen we de laatste nieuwtjes.

Voor de renners uit het Nederlandse continentale-circuit is het rijden van de Tour de France nog toekomstmuziek of een vervlogen droom. In de week ná de Tour krijgen zij jaarlijks wel de kans om het peloton te delen met enkele Tourtoppers. In de na-Tourcriteriums zijn de continentalerenners namelijk graag geziene gasten. In de rubriek Na-Tourcriteriums 2019 lees je wie waar start.

Na-Tourcriteriums 2019: Dries De Bondt eerste in omnium van Brasschaat


Toekomst Metec-TKH verzekerd tot en met 2021

Toekomst Metec-TKH verzekerd tot en met 2021


Budding naar Kreiz Breizh Elites met ereplaatsen Cerami en Pérenchies op zak

Voor BEAT Cycling Club is de competitie na de ‘zomerstop’ afgelopen week weer hervat. In de GP Cerami (UCI 1.1) liet de Nederlandse ploeg zich zien: een aanval van Piotr Havik strandde op 400 meter van de finish, waarna Martijn Budding tiende werd in de sprint. Afgelopen zondag werd Budding ook nog zevende in de GP Pérenchies (UCI 1.2) in Frankrijk.

“Ik ben weer mentaal opgeladen. Ik heb mijn rust genomen en kon mij daarnaast bezighouden met trainen”, blikt Budding terug op de rustige juli-maand. “In Cerami was het belachelijk warm, maar ik kon de hitte van 45 graden goed verteren. Ik heb de trainingen dus goed verwerkt. Piotr probeerde het nog met een late uitval, daarna was het alles voor mijn sprint. Ik merkte alleen wel dat ik iets minder power had door de warmte.”

Teleurstelling na GP Pérenchies
“Die Pérenchies was nog wel een pittige koers van twaalf rondjes. We reden uiteindelijk 47 gemiddeld, maar ik heb niet geleden en zelfs nog de koers kunnen maken. Uiteindelijk werd het een sprint, waarin ik op 300 meter perfect zat. Toen kwamen renners over mij heen die niets te zoeken hadden daar en zij sloten mij in. Ik ben dus niet vol kunnen gaan tot de laatste 50 meter. Daarin sprint ik nog tien man voorbij”, aldus Budding. “Gezien de kracht die ik nog over had, durf ik te zeggen dat ik daar de sprint gewonnen had. Ik ben dus wel zwaar teleurgesteld naar huis gegaan met het idee dat ik niet alles heb kunnen geven.”

Speciale training voor Kreiz Breizh Elites
Het waren voor Budding en BEAT twee eendagswedstrijden in opmaat naar Kreiz Breizh Elites, een Franse rittenkoers (UCI 2.2) die rood omcirkeld staat bij de Veenendaler. “Het begint met een ploegentijdrit en we hebben sterke mannen daarvoor, dus een goed klassement zit er wel in”, zegt Budding, die mikt op een plek in de top-5. “Het eerste doel is natuurlijk om zo hoog mogelijk te eindigen.”

Met oog op de openingsploegentijdrit heeft BEAT in de zomerstop getraind op de ploegentijdrit. “We kwamen er alleen achter dat die tijdrit op de wegfiets is”, zegt Budding. “Dus we komen deze week weer bijeen om op de wegfiets te oefenen. De eerste training ging wel goed. Stel dat we aan de leiding komen, dan hebben we wel de selectie om te controleren.”

Selectie BEAT voor Kreiz Breizh Elites (2-5 augustus)
flag-nl Daniel Abraham
flag-nl Martijn Budding
flag-nl Luuc Bugter
flag-nl Piotr Havik
flag-nl Alex Mengoulas
flag-be Guillaume Seye


Nieuwstips of opmerkingen?

[email protected]


Metec-TKH trekt met sprint- en klassementsambities naar Kreiz Breizh Elites

Metec-TKH reed in de Grand Prix Pino Cerami voor het eerst sinds de korte zomerstop weer een wedstrijd. Aankomende week gaat de ploeg verder met het seizoen in Frankrijk. Daar staat de Kreiz Breizh Elites op het programma. De 2.2-wedstrijd biedt kansen aan meerdere Metec-TKH-coureurs.

Stef Krul en Lars van den Berg zijn de speerpunten voor het klassement: zij zien tot hun eigen genoegen dat de Franse etappewedstrijd vrijdag wordt afgetrapt met een ploegentijdrit in Ploumagoar. In de heuveletappes kunnen zij vervolgens een hoge klassering veiligstellen.

“Ik ga voor een goed klassement”, is Krul duidelijk. “We beginnen met een ploegentijdrit op de gewone fietsen en ik denk dat wij daar met de ploeg zeker kort kunnen eindigen. We hebben er niet voor getraind, maar op gewone fietsen is het rijden van een ploegentijdrit wat minder ingewikkeld.”

Arvid de Kleijn is de aangewezen man voor de sprint. De Gelderlander besloot de Grand Prix Pino Cerami op een teleurstellende dertiende plaats, maar heeft dit seizoen alweer vier UCI-zeges op zak. In Frankrijk hoopt hij een vijfde zege te boeken.

Selectie Metec-TKH voor Kreiz Breizh Elites (2-5 augustus)
flag-nl Arvid de Kleijn
flag-nl Stef Krul
flag-nl Rick Ottema
flag-nl Sjoerd Bax
flag-nl Lars van den Berg
flag-nl Thijs de Lange


Alex Molenaar zegeviert in koninginnenrit Tour of Qinghai Lake

foto: Léon van Bon/Topcompetitie

Alex Molenaar heeft in de Chinese Tour de France zijn eerste profzege geboekt. De 20-jarige Oud-Beijerlander van Monkey Town-á Bloc was in de koninginnenrit over 224 kilometer de beste vluchter in een kopgroep van acht. Op de slotklim bleef hij alleen over, waarna hij met ruim anderhalve minuut voorsprong op de eerste klassementsrenners solo over de meet kwam in Qingshizui. “Dit is het mooiste wat me tot nu toe overkomen is“, jubelt hij vanuit China over de telefoon aan WielerFlits. Eerder won hij ook een rit in de Oberösterreich Rundfahrt (2.2) en won hij het jongerenklassement in de GP Beiras (2.1) in Portugal.

Het duurde lang voordat de ontsnapping op 21 juli tot stand kwam, in achtste etappe in deze 2.-HC-rittenkoers uit de Asia Tour. “We pakten al snel een aantal minuten op het peloton”, legt de jonge klimmer uit. “Daarvan bleven er zo’n vier over aan de voet van de slotklim. Toen geloofde ik erin dat het zou lukken. De aanvallen die toen kwamen, kon ik goed volgen. Er waren een aantal duo’s, dat maakte het lastig. Maar uiteindelijk bleven we met drie man over. Daarna ben ik zelf gegaan en besloot ik alles of niet te spelen, omdat het peloton toch rap dichterbij kwam. Gelukkig had ik nog veel over en na een snelle afdaling won ik!”

De dertien etappes tellende Tour of Qinghai Lake noemt Molenaar de zwaarste koers die hij ooit reed. “Ja, zonder twijfel!”, lacht hij. Het Qinghaimeer ligt op een hoogvlakte van 3205 meter. “Het is heel lastig, vooral omdat de gehele koers zich op die grote hoogte bevindt. De top van de klim in die rit die ik won, lag bijvoorbeeld op 3799 meter boven zeeniveau. Maar ook het niveau van de aanwezige renners was hoog. Maar het is wel een leerzame onderneming geweest. Ik besef dat ik meer kan dan wat ik soms denk. Natuurlijk, ik wist wel dat ik goed bergop kon – al merk ik wel dat ik hier niet met de beste meekon.”

Met zijn resultaten van dit jaar, hoopt Molenaar als klimmer op een uitnodiging van bondscoach Adriaan Helmantel voor de Ronde van de Toekomst. “Die wil ik echt heel graag rijden”, geeft hij nogmaals aan. “Met deze overwinning op zak, durf ik toch te hopen. Ik weet niet wat ik nog extra zou moeten presteren, om in Frankrijk te mogen starten.” Ook voor 2019 hoopt de jongeling dat er deuren voor hem zijn opengegaan. “Hopelijk lukt het om een stap omhoog te maken. Dat zou ook op Continental-niveau kunnen zijn, als het programma beter bij me past. Hagens Berman Axeon doet volgend jaar een stapje terug, bijvoorbeeld.”

 


Eekhoff en Kooistra mogen zich als stagiairs bewijzen bij Team Sunweb


Ide Schelling beloont goede vorm in Giro Valle d’Aosta: “Heel mooi”

foto: Giro della Valle D’Aosta-Mont Blanc 2019

Ide Schelling hikte al heel het seizoen tegen een mooie overwinning aan, maar afgelopen maand was het dan eindelijk raak. De derdejaars belofte van SEG Racing Academy uit Den Haag wist namelijk een dubbelslag te slaan in de eerste rit van de Giro Ciclistico della Valle d’Aosta-Mont Blanc, een van de zwaarste rittenkoersen uit het beloftencircuit. Uiteindelijk werd de 21-jarige coureur achtste in het eindklassement. “Het was gaaf om met zulke goede benen te kunnen rondrijden”, vertelt Schelling vanuit het Spaanse Girona aan WielerFlits.

Na een tiende plek in de proloog, wist hij een dag later meteen dat het goed zat. “Ik voelde me goed en ik dacht echt: ‘ò, dit zijn echt lekkere beentjes’. We hadden afgesproken dat er een mannetje van ons in de vroege vlucht zou zitten. Dat lukte perfect met Adam Hartley, die samen met een mannetje of elf à twaalf weg was. Het peloton viel daarna flink stil. En daar zat ik een beetje mee, want wat moest ik nou met mijn goede benen. In de afdaling van de Cormet de Roselend zat ik van voren en toen zag ik Cristian Scaroni wegrijden.”

Schelling besloot de Italiaanse sterkhouder van Groupama-FdJ U23 te volgen. “Opeens waren we los van het peloton”, schets hij de situatie. “Na een paar bochten hadden we best een groot gat. Toen dacht ik: ‘Weet je, waarom ook niet?’. Toen zijn we er samen voor gegaan. Na een heel goede afdaling en kop-over-kop in de vallei, kregen we op de eerste meters van de volgende klim de volgwagens van de kopgroep al in het vizier. Bleek dat we in een mum van tijd het gat van ruim drie minuten hadden dichtgereden! Een heerlijk gevoel.”

Scaroni – de nummer dertien uit de Giro d’Italia U23 – moest zijn inspanningen bekopen en werd door Schelling los gereden. “Niet veel later kwam ik bij de kopgroep aan. Ik dacht eerst nog om er meteen overheen te knallen, maar toen heb ik de tijd genomen om bij te komen van onze achtervolging. Twee kilometer later ging ik er toen wel vandoor en door die aanval bleven er nog maar vier man in mijn wiel over. Toen ik vervolgens nog een keer hard doortrok, was ik weg. Net voor de top sloten Mauri Vansevenant en Maxime Chevalier aan.”

Kevin Inkelaar (links) in conclaaf met Schelling – foto: Giro Valle d’Aosta

De drie werkten vervolgens goed samen tot aan de finish. “Ik had geprobeerde in de afdaling weg te rijden, maar dat lukte niet. Daardoor gingen die andere twee pokeren op vijf kilometer voor de streep, waardoor ik een beetje zenuwachtig werd. In de laatste vijfhonderd meter dwongen zij me ook de kop op, maar ik wist dat ik de laatste bocht – die tweehonderd meter voor de meet lag – sowieso als eerste door moest. Dat lukte, waarna ik de sprint vol aanging. En dat bleek genoeg! Daardoor pakte ik ook nog eens de leiderstrui!”

Eventjes leek Schelling zelfs in aanmerking te komen voor het eindklassement, want in het peloton gebeurde namelijk iets raars. “Zij werden verkeerd gestuurd, op dertig kilometer voor de streep. Wij waren op dat moment al op twintig kilometer van de streep”, legt de jongeling uit. “De koers werd geneutraliseerd. Maar het peloton kreeg op twintig kilometer van de streep dezelfde achterstand op ons als op dertig kilometer. Dat vonden ze oneerlijk – omdat ze minder tijd hadden om ons terug te halen – en Kometa besloot toen de koers lam te leggen. Daardoor kwamen ze op bijna zeventien minuten achterstand binnen.”

De enige renners die het niet eens waren met de rest van het peloton, waren Schellings ploeggenoten Alex Evans, Barnabás Peák en Daan Hoole. Uiteindelijk kon Schelling – door onder meer een hongerklop – de eindzege niet binnenslepen. Na zijn zesde plek in de Ronde de l’Isard nu dus een achtste plek in Aosta. “Heel mooi natuurlijk, maar ik zou mezelf niet omschrijven als een klimmer. Maar wat ik wel echt ontdekt hebt: afdalen ging opnieuw absurd goed. Ik daal een stuk beter dan de gemiddelde renner in ons peloton.”


Kevin Inkelaar eindigt als best-of-the-rest in zware klimkoers: “Eindelijk!”

foto: Giro della Valle D’Aosta-Mont Blanc 2019

Tijdens de Tour de France staat jaarlijks een van de zwaarste rittenkoersen bij de beloften op het programma. In de Giro Ciclistico della Valle d’Aosta-Mont Blanc komen de meest getalenteerde klimmers bovendrijven. Een daarvan was voor het derde jaar op rij Kevin Inkelaar. De 22-jarige Zuid-Hollander van Groupama-FdJ U23 toonde zich veelvuldig, pakte een ritzege en hij werd derde in het eindklassement. Vorig jaar werd-ie hier al tweede. “Dat ervaar ik door omstandigheden niet meteen als slechter”, zegt hij tegen WielerFlits.

Zoals het beeld in de passage bij Schelling net geschetst is, verloor de jongeling in de eerste etappe meteen een kleine zeventien minuten. “Natuurlijk baal je daar heel erg van”, stelt de Zuid-Hollander. “Ik ging voor het eindklassement en ik dacht echt: ‘Wat is dit nu weer?!’. Maar samen met de ploegleiding hebben we al snel de knop omgedraaid, zodat we de dagen erna alles eruit konden halen. Dat is ook wel in de etappes van daarna te zien geweest. Zeker in de eerste rit na dat incident waarbij we dus zo veel tijd verloren. Die ging echt erg lekker.”

“Ik denk dat een aantal renners toch redelijk geprikkeld waren”, vertelt Inkelaar over die dag. “Iedereen begon vanaf het begin als een malle te rijden. De klassementsmannen die al veel achterstand hadden, die demarreerden meteen. Hoewel het vrijwel onmogelijk leek om die achterstand weg te poetsen, probeerden ze dat toch. En anders konden we voor de etappezege gaan. Het parcours leende zich daar ook perfect voor, met al die beklimmingen.” De Ronde van de Aosta-vallei kenmerkt zich door veel (steile) bergen; dat maakt het zwaar.

De jongeling van Groupama-FdJ kende meteen succes in die tweede rit in lijn, want onze landgenoot pakte er de etappezege. En niet zomaar: bijna met drie minuten voorsprong op de nummer twee in de daguitslag. “Samen met Stefano Oldani (van Inkelaars oude ploeg Kometa, red.) reed ik naar de kopgroep, waar ook Jérémy Bellicaud in zat. Hij was een dag eerder mee in de vlucht en stond er daardoor goed voor in het klassement. Op de voorlaatste klim sloten vervolgens Einer Augusto Rubio en Juan Pedro López aan.”

De Colombiaan en de Spanjaard behoren tot de betere klimmers in het U23-circuit. “Op de slotklim explodeerde onze kopgroep”, legt Inkelaar uit. “Ik bleef aanvallen, waardoor we met vier of vijf man overbleven met twee man van Kometa daarbij. Na een paar pogingen kreeg ik eindelijk een gat en toen ben ik vol doorgegaan. Ik was heel blij toen ik de ritzege kon pakken. Opgelucht ook, dat het nu wel lukte. In de Ronde l’Isard en de Giro d’Italia U23 kwam ik ten val. Daarna ging het wel goed, maar ik miste een echt topresultaat.”

Inkelaar nam de puntentrui mee naar huis – foto: Giro Valle d’Aosta

Met een ritzege en top 10-notering in de laatste drie bergetappes (waardoor hij en passant ook het puntenklassement pakte), werd Inkelaar derde in het eindklassement. De beste van de rest, want de twee man voor hem (winnaar Mauri Vansevenant en Adam Hartley) zaten tijdens de eerste rit in de vroege vlucht die de ruime bonus kreeg. “Hier kon ik eindelijk laten zien dat het lekker gaat. Ik wil niet zeggen dat ik de beste klimmer was, want zonder die achterstand is de koers anders. Maar ik was constant en heb veel aangevallen. Dat is mooi.”

De 22-jarige Inkelaar is laatstejaars belofte en hoopt zodoende deze winter de overstap naar de profs te maken. “Er komen nog een paar mooie koersen aan, waarin ik me kan laten zien. Ik ga in ieder geval niet ergens als stagiair aan de slag, want het U23-programma wat ik nu heb past goed bij me. Ik rijd bijvoorbeeld Tour Alsace en daarna hopelijk de Tour de l’Avenir. Verder volgen sowieso nog de GP de Wallonie, Tour de Jura (Zwitserland, red.) en de Ronde van Lombardije voor beloften. In iedere koers ga ik voor het hoogst haalbare.”


Olympia’s Tour staat weer open voor eliterenners


Ploegwatchers

Alecto – Maxim Horssels

BEAT – Nick Doup

Metec-TKH – Julian Dubbeld

Monkey Town-à Bloc – Youri IJnsen

SEG Racing Academy – Youri IJnsen

Vlasman CT – Maxim Horssels

Nieuwstips: [email protected]