De mooiste monumentale klassieker van 2020
Eindejaarslijstjes In de maand december blikt WielerFlits traditioneel terug op het afgelopen wielerseizoen met de reeks Eindejaarslijstjes. Wat waren de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar en welke renners verdienen nog een eervolle vermelding voor 2020? Elke werkdag is er een nieuwe lijst met bijbehorende poll. Vandaag staat centraal: de mooiste monumentale klassieker van het seizoen.
Milaan-San Remo (8 augustus)
Andrei Tchmil was lange tijd de laatste Belgische winnaar van de eerste van vijf wielermonumenten: Milaan-San Remo. Alhoewel, veel mensen beschouwen de in Moldavië opgegroeide en in Italië groot geworden Tchmil niet als een echte Belg. Ook al besloot de bonkige rauwdouwer uit de voormalige Sovjet-Unie zich tijdens zijn wielercarrière te naturaliseren tot Belg. In 1999 wist de klassiekerspecialist op een Belgisch paspoort de sprinters te verrassen met een late uitval.
Fons De Wolf, winnaar van La Primavera in 1981, dat was voor veel mensen de laatste Belgische triomfator van de lenteklassieker. Dit jaar kreeg De Wolf echter een opvolger met Wout van Aert, die zijn rentree na een zware beenblessure extra in de verf wist te zetten door op een magistrale manier de wedstrijd te winnen. De coureur van Jumbo-Visma begon niet geheel toevallig als topfavoriet aan de klassieker, na zijn eerdere zege in Strade Bianche.
Ook de 111e editie van Milaan-San Remo heeft, ondanks enkele opvallende wijzigingen in het parcours, iets weg van een processietocht naar de voet van de Cipressa. Op deze beroemde helling schieten de sprintersteams, puncheurs en andere klassiekerspecialisten vaak wakker, aangezien het hier wel eens wil scheuren in het peloton. Zo moet titelverdediger Julian Alaphilippe na mechanische pech een flinke inspanning leveren om weer vooraan te postvatten.
De Fransman van Deceuninck-Quick-Step is, met hulp van zijn ploeggenoten, in een vloek en een zucht weer terug in het peloton. Net op tijd voor ‘la grande finale’ op de Poggio. Met een lengte van net geen vier kilometer aan amper 4% is het eigenlijk een helling van niks, maar voor Alaphilippe is het lastig genoeg om eens flink aan de boom te schudden. De springveer, naar eigen zeggen niet in topvorm, doet de koers ontploffen en krijgt Van Aert met zich mee.
De Kempenaar ziet echter sterretjes in het wiel van Alaphilippe en moet al snel voor zijn eigen tempo kiezen. Alaphilippe weet meter voor meter uit te lopen en komt met beperkte voorsprong boven op de top van de Poggio. Van Aert beperkt de schade tot een drietal seconden en heeft nog kans om in de afdaling aan te sluiten. Voor Mathieu van der Poel en kompanen zal het een hele klus worden om de twee aanvallers nog bij de lurven te vatten.
Waaghals Alaphilippe schuwt de risico’s niet in de snelle en verraderlijke afdaling van de Poggio, maar kan de terugkeer van Van Aert niet verhinderen. Met twee matadoren trekken we naar de laatste kilometers richting San Remo, waar wellicht het pokeren kan beginnen voor de zege. Alaphilippe en Van Aert moeten daarvoor echter wel flink doorknallen, aangezien de voorsprong (zo’n tien seconden) op een achtervolgend groepje zeer klein is.
Snelle mannen als Van der Poel, Michael Matthews en Peter Sagan mogen in de finale nog even hopen op een samensmelting, maar uiteindelijk blijven Van Aert en Alaphilippe buiten schot. Pas in de laatste honderden meters is er tijd om de benen stil te houden en te linkeballen. Wat volgt is een spannende sprint. Alaphilippe lijkt heel even op weg naar een tweede opeenvolgende zege in San Remo, maar het is Van Aert die de zege naar zich toetrekt.
“Om zo te beginnen aan het tweede deel van het seizoen is echt fantastisch. Ik win gewoon twee grote wedstrijden op rij. Ik heb er geen woorden voor. De overwinning van vorige week (Strade Bianche) zorgde ervoor dat de druk eraf was. Ik kon vrijer koersen, maar ik had gelukkig ook de benen van vorige week”, zo vertelde winnaar Van Aert vlak na de finish. Wielerland België is sinds dit jaar een winnaar van Milaan-San Remo rijker.
Milaan-San Remo 2020 (8 augustus)
Milaan-San Remo (305 km)
1. Wout van Aert (Jumbo-Visma) in 7u16m09s
2. Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step) z.t.
3. Michael Matthews (Team Sunweb) op 2s
4. Peter Sagan (BORA-hansgrohe) z.t.
5. Giacomo Nizzolo (NTT Pro Cycling) z.t.
6. Dion Smith (Mitchelton-Scott) z.t.
7. Alex Aranburu (Astana) z.t.
8. Greg Van Avermaet (CCC Team) z.t.
9. Philippe Gilbert (Lotto Soudal) z.t.
10. Matej Mohorič (Bahrain McLaren) z.t.
Ronde van Lombardije (15 augustus)
De Ronde van Lombardije is traditioneel de laatste topklassieker van het seizoen, maar door de coronapandemie stond de wedstrijd dit jaar nog voor Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Vlaanderen op het programma. De Koers van de vallende bladeren moest dit jaar ook concurreren met het Critérium du Dauphiné, voor veel ronderenners de ideale voorbereidingskoers op de Tour de France.
En dus kozen renners als Alejandro Valverde (vorig jaar nog tweede in Lombardije), Primož Roglič, Julian Alaphilippe en Egan Bernal ervoor om de Ronde van Lombardije te skippen. Gelukkig voor de organisatie van ‘Il Lombardia’ waren titelverdediger Bauke Mollema, Jakob Fuglsang, tweevoudig winnaar Vincenzo Nibali en wonderkind Remco Evenepoel wel van de partij en gemotiveerd om er wat van te maken in het noorden van Italië.
Vooraf werd er reikhalzend uitgekeken naar de prestatie van Evenepoel, die in aanloop naar de Ronde van Lombardije al zijn rittenkoersen (vier uit vier) winnend wist af te sluiten. In de eerste wedstrijduren weten enkele vroege vluchters nog de camera op zich gericht, maar op de Madonna del Ghisallo zijn de laatste aanvallers eraan voor de moeite en is het aan de favorieten om de koers hard te maken. Dat gebeurt op de flanken van de Muro di Sormano.
Op de steilste stroken van de muur van Sormano (met percentages tot ver boven de 20%) bepaalt Aleksandr Vlasov het tempo en de Russische rondesensatie weet in dienst van kopman Jakob Fuglsang de favorietengroep flink uit te dunnen. Girowinnaar Richard Carapaz, schaduwfavoriet Maximilian Schachmann en een sterke Mathieu van der Poel moeten lossen en vooraan blijven er slechts zeven renners over: Vlasov, Fuglsang, Nibali, Mollema, Evenepoel, George Bennett en Giulio Ciccone.
Deze zeven wereldtoppers komen gezamenlijk boven op de Sormano en beginnen vervolgens aan de razendgevaarlijke afdaling richting het meer van Como. We zien bijna jaarlijks wel renners een foutje maken in de afzink en ook nu is het helaas weer schrikken, als we in een flits een fiets langs een muurtje zien staan. Het blijkt de fiets van Remco Evenepoel, die even daarvoor al een gaatje moest laten onder het daalgeweld van Nibali.
De jonge Belg kan niet meer corrigeren in een bocht en kukelt het ravijn in. Minutenlang leven de televisiekijkers en familieleden van Evenepoel tussen hoop en vrees, maar uiteindelijk brengt televisieomroep RAI Evenepoel in beeld, op het moment dat ploegleider Davide Bramati en enkele reddingswerkers naar hem toe zijn gesneld. De klimmer is bij bewustzijn, maar kan door een bekkenbreuk niet meer opstaan en moet met een brancard naar boven worden gebracht.
Evenepoel wordt uiteindelijk afgevoerd naar het ziekenhuis, een week na de verschrikkelijke valpartij van zijn ploeggenoot Fabio Jakobsen in de Ronde van Polen. Zonder topfavoriet Evenepoel trekken de overgebleven kanshebbers naar de laatste beklimmingen van de dag, de Civiglio en San Fermo della Battaglia. Op de Civiglio schudden de Astana-mannen nog harder aan de boom en blijkt alleen Bennett in staat om mee te gaan.
De voor Jumbo-Visma uitkomende Bennett maakt een uitstekende indruk en blaakt van het zelfvertrouwen, na zijn eerdere zege in de Gran Piemonte. Toch blijkt de Nieuw-Zeelander niet sterk genoeg om op de flanken van de San Fermo della Battaglia een aanval van Fuglsang te beantwoorden. De ervaren Deen rijdt weg van Bennett en Vlasov, bouwt een mooie voorsprong uit en heeft geen enkele moeite om de laatste kilometers solo af te werken en zijn tweede monumentale zege ooit te boeken.
Ronde van Lombardije 2020
Bergamo-Como (231 km)
1. Jakob Fuglsang (Astana) in 5u32m54s
2. George Bennett (Jumbo-Visma) op 31s
3. Aleksandr Vlasov (Astana) op 51s
4. Bauke Mollema (Trek-Segafredo) op 1m19s
5. Giulio Ciccone (Trek-Segafredo) op 1m40s
6. Vincenzo Nibali (Trek-Segafredo) op 3m31s
7. Maximilian Schachmann (BORA-hansgrohe) op 4m31s
8. Diego Ulissi (UAE Emirates) op 5m20s
9. Ben Hermans (Israel Start-Up Nation) op 6m00s
10. Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) op 6m28s
Luik-Bastenaken-Luik (4 oktober)
Een week na de wereldtitel in het Italiaanse Imola staat Julian Alaphilippe aan de start van Luik-Bastenaken-Luik. De Fransman is er erop gebrand om voor de eerste keer te zegevieren in zijn regenboogtrui, maar zal wel moeten afrekenen met de Slovenen Primož Roglič en Tadej Pogačar en Waalse Pijl-winnaar Marc Hirschi. En wat kan Mathieu van der Poel in zijn eerste La Doyenne, één dag na zijn one-man-show in de BinckBank Tour?
In de eerste koersuren zorgen de nodige valpartijen voor tumult. Schaduwfavorieten Greg Van Avermaet en Adam Yates halen de finish niet na een botsing met een verkeerseiland, en in de afdaling van de Côte de Wanne zien we een grote valpartij met als bekendste slachtoffers Damiano Caruso, Warren Barguil, Michael Valgren en Alaphilippe. De wereldkampioen kan zijn weg echter weer vervolgen en zit al snel weer op de eerste rij.
Voor het echte spektakel is het wachten op de Roche-aux-Faucons, ondanks de nodige schermutselingen en enkele speldenprikken op de Côte de Stockeu, Col du Rosier en Côte de la Redoute. Op de Roche-aux-Faucons zien we Tom Dumoulin het tempo bepalen voor zijn kopman Roglič, maar op vijfhonderd meter van de top ziet de Nederlander Julian Alaphilippe een eerste pijl afvuren. De wereldkampioen versnelt en zorgt voor een eerste serieuze schifting.
Het is de beloftevolle Hirschi, die op de woensdag voor Luik-Bastenaken-Luik al met verve de Waalse Pijl wist te winnen, die met zwier naar het achterwiel van Alaphilippe rijdt. Roglič heeft iets langer nodig om zijn wagonnetje aan te haken, maar rijdt op de power het laatste gaatje dicht. Ook Tourwinnaar Pogačar en ex-wereldkampioen Michal Kwiatkowski zitten niet ver en weten op de uitloper het verschil te overbruggen.
Op deze uiterst vervelende uitloper van de Roche-aux-Faucons blijft het onrustig in de zojuist ontstane kopgroep, zeker na een versnelling van Hirschi. De talentvolle Zwitser van Team Sunweb weet zijn rivalen op het rooster te leggen. Alaphilippe volgt gezwind, al trekt hij af en toe een grimas. De twee Slovenen moeten daarentegen enorm diep gaan om het tempo van Hirschi te volgen. Kwiatkowski kan het allemaal niet meer aan en waait terug.
Hirschi, Alaphilippe, Roglič en Pogačar zijn aan elkaar gewaagd en rijden gezamenlijk naar de wat troosteloze industriewijken van Luik. Op goed vijftien seconden van de vier koplopers draait een achtervolgende groep aardig rond, met als belangrijke passagiers Kwiatkowski, Michael Woods, Tiesj Benoot en Mathieu van der Poel. De Nederlandse kampioen weet in zijn eerste ‘LBL’ te verrassen en mag zelfs nog even dromen van de overwinning.
Het verschil tussen beide groepen is met nog enkele kilometers te gaan namelijk nog speelbaar, zeker als ze vooraan naar elkaar beginnen te kijken. Matej Mohorič voelt het moment goed aan, springt weg uit de achtervolgende groep en komt in de laatste kilometers nog gevaarlijk opzetten. De renner van Bahrain McLaren slaagt er zelfs in om nog aan te sluiten. Met nog enkele honderden meters te gaan pakt Mohorič gelijk de kop, in de hoop de grote kanonnen te verrassen.
Wat volgt is een sprint van Hitchcockiaanse proporties. Alaphilippe ziet Mohorič komen, springt op zijn wiel en begint al vrij vroeg aan zijn sprint. De Fransman is bijzonder nerveus en merkt richting de finishstreep dat renners hem links en rechts proberen te passeren. Alaphilippe gooit zijn hele lichaam in de strijd om toch maar als eerste over de streep te komen, begint te zwiepen en hindert de opkomende Hirschi. Die laatste moet vol in de remmen en dat geldt ook voor Pogačar.
Hirschi ziet een zege in Luik-Bastenaken-Luik in een seconde verdampen, terwijl Alaphilippe zijn handen in de lucht steekt. In de veronderstelling dat hij als wereldkampioen de Waalse klassieker heeft gewonnen. Wat de Fransman echter te laat beseft, is dat Roglič optimaal profiteert van het gehannes in de sprint en er met een ultieme jump in slaagt om Alaphilippe van de zege te houden. Die laatste juicht dus te vroeg, Roglič is de eerste Sloveense winnaar van Luik-Bastenaken-Luik.
Na de finish zijn de druiven extra zuur voor Alaphilippe, die door de jury alsnog wordt gedeclasseerd en zo wordt teruggezet naar de vijfde plaats in de daguitslag. Van der Poel besluit zijn debuut in Luik overigens als zesde, maar na afloop gaat het toch vooral over die knotsgekke sprint in het centrum van Luik.
Luik-Bastenaken-Luik 2020
Luik-Luik (257 km)
1. Primož Roglič (Jumbo-Visma) in 6u32m02s
2. Marc Hirschi (Team Sunweb) z.t.
3. Tadej Pogačar (UAE Emirates) z.t.
4. Matej Mohorič (Bahrain McLaren) z.t.
5. Julian Alaphilippe (Deceuninck-Quick-Step)* z.t.
6. Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) op 14s
7. Michael Woods (EF Pro Cycling) z.t.
8. Tiesj Benoot (Team Sunweb) z.t.
9. Warren Barguil (Arkéa-Samsic) z.t.
10. Michał Kwiatkowski (INEOS Grenadiers) z.t.
Ronde van Vlaanderen (18 oktober)
Bijna alles wat Mathieu van der Poel aanraakt, verandert in goud. Dat was het geval in 2019, maar dit jaar begon de alleskunner van Alpecin-Fenix niet al te best aan het tweede deel van het seizoen. Na de lockdown moest Van der Poel het doen met top-15-plaatsen in Strade Bianche, Milaan-Turijn en Milaan-Sam Remo. Voor een gemiddelde wielerprof is dat zeker niet slecht, maar een wereldtopper als Mathieu van der Poel gaat voor meer. Veel meer.
In de Ronde van Lombardije (tiende, na een sterke wedstrijd) volgt de ommekeer voor MVDP, die een week na Lombardije op indrukwekkende wijze de Nederlandse titel weet te veroveren op de VAM-berg. Vervolgens werkt Van der Poel toe naar de klassiekerperiode in Vlaanderen, met als absolute hoogtepunt de Ronde van Vlaanderen op zondag 18 oktober. Het moet voor de Nederlander een orgelpunt worden, de kers op een al vrij aardige taart.
De 104e editie van ‘Vlaanderens Mooiste’ begint vroeg in Antwerpen, voor een editie over een hertekend traject met zeventien hellingen. Na een razendsnelle openingsfase formeert zich een traditionele vroege vlucht met (natuurlijk) enkele Belgen, een paar buitenlanders en Nederlander Danny van Poppel. Deze vlucht is een lang leven beschoren, maar de aanvallers worden ook weer netjes op tijd ingerekend. Voor het grote spektakel kan beginnen tussen de favorieten.
Voor de finale wordt de koers opgeschrikt door een valpartij van Wout van Aert op weg naar de Kortekeer, maar de kopman van Jumbo-Visma slaagt erin om weer helemaal vooraan aan te sluiten. Op de Kortekeer, Leberg en de Valkenberg zien we meerdere renners ten aanval trekken, maar deze pogingen zijn allemaal van korte duur. Op weg naar de Koppenberg stijgt de nervositeit in het peloton en zien we de grote kanonnen naar voren schieten.
Op de steile kasseien van de Koppenberg ontploft de koers dan toch na een versnelling van debutant Julian Alaphilippe. De wereldkampioen heeft in zijn eerste Ronde van Vlaanderen duidelijk geen last van plankenkoorts en gaat er met een rotvaart vandoor. Topfavorieten Van Aert en Mathieu van der Poel ruiken het gevaar en rijden naar het achterwiel van Alaphilippe. De overige (semi)favorieten moeten passen en rijden vanaf dat moment achter de feiten aan.
Richting de Taaienberg probeert Alaphilippe het nog maar eens en dit keer is Van der Poel vrijwel direct mee. Van Aert krijgt heel even af te rekenen met een tegensputterende ketting, volgt op een klein gaatje en moet vervolgens alle zeilen bijzetten om de scheve situatie recht te zetten. Op de Taaienberg krijgen Alaphilippe en Van der Poel het gezelschap van de Belg en zo hebben we drie absolute wereldtoppers aan kop in de Ronde van Vlaanderen.
Op 35 kilometer van de streep schreeuwen de commentatoren het plots uit. Alaphilippe komt spectaculair ten val na een botsing met een motard. Van Aert rijdt op dat moment op kop en stuurt handig langs de motor, Van der Poel kan de bestuurder nog maar net ontwijken, maar voor Alaphilippe is het te laat. De wereldkampioen ligt languit op de grond en schreeuwt van de pijn: exit Alaphilippe. De renner van Deceuninck-Quick-Step wordt afgevoerd naar het ziekenhuis.
Zonder Alaphilippe trekken we met Van Aert en Van der Poel over de laatste passages van de Oude Kwaremont en de Paterberg. De twee kemphanen besluiten elkaar niet meer te testen op de hellingen, werken in de finale goed samen en weten zo uit de greep te blijven van een achtervolgende groep. In de laatste kilometer in Oudenaarde dwingt Van Aert Van der Poel de kop op, maar die laatste blijft ijzig kalm en weet als een ware pistier Van Aert op te vangen.
Van der Poel weet er een bijzondere korte sprint van te maken, zet op een krachtige manier aan en Van Aert slaagt er niet in om de Nederlander nog te remonteren. Het verschil is bijzonder klein, maar voor Van der Poel groot genoeg om de Ronde van Vlaanderen te winnen. Na de streep is de ontlading groot bij de renner van Alpecin-Fenix. “Dit is echt een onbeschrijfelijk gevoel.” In 1986 was Adrie van der Poel de beste in Vlaanderen, 34 jaar later is Mathieu aan beurt.
Ronde van Vlaanderen 2020
Antwerpen-Oudenaarde (243,3 km)
1. Mathieu van der Poel (Alpecin-Fenix) in 5u43m17s
2. Wout van Aert (Jumbo-Visma) z.t.
3. Alexander Kristoff (UAE Emirates) op 8s
4. Anthony Turgis (Total Direct Energie) z.t.
5. Yves Lampaert (Deceuninck-Quick-Step) z.t.
6. Dimitri Claeys (Cofidis) z.t.
7. Oliver Naesen (AG2R La Mondiale) z.t.
8. Dylan van Baarle (INEOS Grenadiers) z.t.
9. John Degenkolb (Lotto Soudal) z.t.
10. Tiesj Benoot (Team Sunweb) z.t.
Parijs-Roubaix, de vijfde monumentale klassieker, ging dit jaar niet door vanwege de coronapandemie. De wedstrijd stond gepland voor 25 oktober, een week na de Ronde van Vlaanderen.
MSR is sowieso vrij saai, behalve het laatste stukje. Het laatste stukje was wel leuk overigens. Mmm, de reden dat ik op RVV heb gestemd is precies het laatste stukje!
Lombardije was an sich ook vrij mooi maar slecht in beeld gebracht. Luik brak te laat los om de mooiste te zijn.
Maar dit jaar voor het eerst Lombardije zeer aandachtig gevolgd ( wat moest je anders doen in coronatijden) en er eigenlijk best van genoten. Is eigenlijk wel een mooie koers.
Jammerlijk dat het deelnemersveld wat minder was in aanloop van de TdF en de val van Evenepoel die de race beïnvloede, maar ik ben wel fan geworden van de koers en het parcours.
LBL spreekt me ook iets minder aan en de jammerlijke finale van dit jaar deed er ook geen goed aan.
Waar heb jij het nou over?
Internationaal gezien is PR nog altijd de grootste klassieker. Als je een Amerikaan die wel is wielrennen kijkt vraagt naar wielerkoersen komt hij waarschijnlijk met de Tour, P-R en misschien het wk. En er zijn juist heel veel verschillende renners die PR kunnen winnen, van net-niet pure sprinters (Degenkolb) tot lange duurgozers (politt). Ook puncheurs als Alaphillipe zijn zeker niet kansloos.
Ik kijk overigens met plezier naar PR of soms zelfs ook naar veldrijden, maar mijn hartslag gaat er wel eerder van omlaag dan omhoog. Soort sportive versie van Rail Away eigenlijk :)
De Ronde is een koers waar de sterksten de schiftingen overleven. Sportief gezien wordt daar het kaf van het koren gescheiden. Ook hier iets te weinig koers vanwege het grote niveauverschil tussen MvdP en Wout en de rest in dit werk. Sport zoals sport hoort te zijn, maar het grote publiek zal niet op het puntje van zijn stoel hebben gezeten.
Luik was dan de koers waar veel meer samen kwam: breder sterk veld met Hirschi, van der Poel, Woods en zelfs Mohoric op afspraak. Spannende finale en dramatische finish. Niet de mooiste overwinning van Roglic, maar wel een van zijn meest memorabele.
Meest interessante koersverloop: zonder twijfel Lombardije. Jammer van de Italiaanse regie.
Meest voorspelbare koersverloop: zoals ieder jaar MSR: eigenlijk alleen het kijken waard vanaf de Cipressa.
En LBL had misschien wel het mooiste deelnemersveld. Ik had graag gezien dat de verschillen op de top van La Roche aux Faucons net wat kleiner waren, dan hadden we helemaal nog een schitterende finale kunnen zien. Legendarische finish ook met de zwiep van Alaphillippe, het juichen in de regenboog en Roglic die nog onder zijn arm door piept.
Wat ik wel bijzonder vindt, is dat sommige mensen nu zeggen dat de RVV saai was, omdat de drie grote renners al vroeg weg waren. Terwijl als er niks gebeurde en een grote groep naar de meet reed, er waarschijnlijk weer werd afgegeven op deze renners, dat ze niet eerder gingen.
Nu hadden de andere 3 ook geen erg spectaculair verloop, maar daar waren hier en daar nog een paar onverwachte details die toch net wat interessanter maakten dan Vlaanderen.
Op de Ronde gestemd dus :)
MSR, RvV en LBL ook indrukwekkend, maar LBL vooral vanwege de laatste honderd meters, RvV vanwege de crash van alaphilippe en MSR liep zoals wel vaker.
De vrouweneditie is wel te zien op Dailymotion.
Van mij mogen ze Strade in 2070 zeker een monument gaan noemen. Nu is het gewoon een hele mooie WT wedstrijd en daar is niets mis mee.
De RVV is normaal gezien mijn favoriete klassieker, hoewel ik Parijs-Roubaix eigenlijk een nog mooiere koers vind. De sfeer rond De Ronde en het parcours (waar ik zelf veel fiets) maken het evenwel dé koers van het jaar voor mij. Alleen was van die sfeer dit jaar uiteraard weinig te merken en waren ook de val van Alaphilippe en de Trofeo Baracchi van de 2 een beetje een domper. Wel een ijzingwekkende laatste kilometer gezien. PR is niet verreden, dus komt niet in aanmerking. Eens met CechRepublic dat het aantal wereldtoppers daar aan de start minder is dan in pakweg LBL, maar anderzijds kan je ook zeggen dat de favorieten in PR er wel hun hoofddoel van maken in het seizoen en in absolute topvorm verkeren. LBL is voor veel ronderenners leuk om mee te pikken, maar de echte doelen liggen vaak later op het jaar voor veel toppers. Sowieso vind ik PR de tofste koers om naar te kijken, met ruim 100 km aan spektakel.
De Ronde van Lombardije werd voor mij ontsierd door de val van Evenepoel. Leek op dat moment 1 van de sterksten in de koers en het duurde wel érg lang voor we een verlossend bericht kregen dat hij nog in leven was. Van de rest van de koers heb ik minder kunnen genieten, ook omdat de val van Jakobsen nog zo vers in het geheugen lag en ook Schachmann aan het slot nog werd omver gemaaid door een wagen.
LBL zat zoals hierboven al aangehaald wel heel lang op slot en de ontsierde sprint zorgde ook niet echt voor een voldaan gevoel. Memorabel wel, maar niet het soort van ontknoping waar ik echt van hou.
Menig rit in de Tour was dit jaar vele malen boeiender dan de monumenten.
En kom je waarschijnlijk tot de conclusie dat jij een andere mening hebt. En da's prima!
1 rvv: simpel Nederlandse winnaar;-)
2 lbl: verreweg het sterkste deelnemersveld en mooie koers en ontknoping
3 msr
4 lombardije: verreweg het zwakste deelnemersveld
LBL - typisch standaard saaie editie met een kokderieke laatste kilometer
MSR - typisch MSR
LBL - afgeslankte editie maar mooie editie waar veel in zat. Evenepoel die een daallesje krijgt van de gehaaide patron, met spannende val tot gevolg - nadat de koers al vroeg is opengebroken. Trek die de situatie ondanks 3 kleppers echter totaal onmachtig is en wellicht sterkste man in koers Vlasov geeft zn kopman Fuglsang het voordeel tegen de verrassende Bennett. Als die laatste 2 er om hadden gesprint was het nog evidenter deze koers geweest.
Vai Lombardia.
Daaronder zijn er dan nog een paar mooie klassiekers waarvan de Strade zeker 1 van de meest speciale is, maar bv. ook de Amstel, Gent-Wevelgem en San Sebastian. Die staan voor mij allemaal wel wat op hetzelfde niveau.
Wat waarschijnlijk wel meespeelt:
- is jarenlang het aanhangsel aan het ardense luik geweest en dus nagerecht ipv hoofdmenu
- het is in Nederland en niet in de 3 klassieke wielerlanden.
- Mss mede door de punten hierboven, maar itt de monumenten kan ik me niet meteen historische edities van de AGR voor de geest halen.
- de Cauberg aankomst gaf de koers een hoog Waalse Pijl gehalte wat je ook niet als monument gaat beschouwen.
- organisatie (in de brede zin): straatmeubilair, geparkeerde wagens, te smalle straten & dorpskernen geven het snel een cachet van amateurisme bij kijkers.
- herhalen van hellingen en lussen zijn altijd een zwaktebod in een klassieker. Zie ook de heisa toen de RVV die weg opging.
De Strade is zeker nog geen monument, wel een klassieker. De koers is nog te jong, de koers heeft niet de lengte van een monument en rijdt pas sinds een paar jaar met de WT ploegen. Het heeft wel de potentie, maar is het zeker nog niet.
Los daarvan, hoewel ik de AGR graag kijk kan het natuurlijk in helemaal niets tippen aan de Strade. Dat is niet erg, dat kunnen zeer weinig koersen. Maar om de Gold Race bij de monumenten te rekenen vind ik incorrect. Dan eerder de Waalse Pijl. Hoewel normaal een zaadkoers tot de laatste beklimming heeft die ook een prachtige erelijst en ook meer historie dan AGR.
er zijn nu eenmaal weinig niet-nederlanders voor wie de agr een hoofddoel is in 't begin van het seizoen, voor wie dat een seizoen of zelfs een carrière geslaagd maakt of voor wie het een jeugddroom is om dat ooit te winnen. dat geldt wel (of althans veel meer) voor de erkende monumenten. mogelijk zal de agr dat ooit behalen, maar het lijkt erop dat de strade daar veel minder moeite mee zal hebben
MSR & gdl eveneens aardige uitgaves, de ronde was zowel esthetisch als qua koersverloop een dieptepunt.
Lombardije werd aan anticlimax door het wegvallen van Remco; de finale tussen B-figuren deed er niet eens meer toe.
LBL was weer een draak van een koers; alle ballen op de RaF en vervolgens dat geknoei in de spurt.
MSR was MSR, 15min vuurwerk maar tenminste een boeiende en eerlijke strijd.
Kan ik het helpen dat Remco de garnituren herdefinieerd?
Dat is inderdaad de enige uitkomst van Gelei zijn betoog, vaak zie je echter dat fans bij een overwinning van hun favoriet de tegenstand ineens ophemelen. Dus Nibali is nu een B-garnituur renner maar had Evenepoel gewonnen, dan was hij waarschijnlijk weer een divisie naar boven opgeschoven. Nibali B-garnituur noemen is gewoon een belediging. Zijn erelijst is de feitelijke ontkenning van dat statement.
Remco krijgt vaak veel bagger over zich heen ook op dit forum, maar er zijn zeker ook mensen die een waas voor ogen krijgen bij het kleinste beetje kritiek op hem en dat gelijk verbinden aan de Holland-België strijd die kennelijk populair is hier.
overhypet of niet, het is elk jaar een van de puurste stukjes oldskool no-nonsense wielrennen.
Het feit dat er bij kijkers telkens klachten zijn dat de uitzending niet vroeger begint, zegt genoeg.
Met name LBL, Lombardije en ook AGR worden denk ik qua zwaarte erg onderschat. Als je kijkt hoe uitgewoond veel renners daarin over de streep komen, durf ik gerust de stelling aan dat deze klassiekers zwaarder zijn dan de RVV.
Qua uitstraling is het echter een ander verhaal. Hoewel het ook weer afhankelijk is van welk land je komt. RVV is groots in Vlaanderen, maar daarbuiten is het toch een iets genuanceerder verhaal. PR is internationaal gezien de meest aansprekende, en daarna ontlopen RVV, MSR en LBL elkaar toch echt niet zoveel. Het is vooral in Vlaanderen dat het klassieke seizoen ophoudt na de kasseiklassiekers.
Monumenten, klassiekers: who cares, is een defintiekwestie. Strade is in korte tijd een klassieker geworden, en tot nu toe ook qua spektakel nog geen enkele maal teleurstellend geweest.
Puur kijkend naar de heuvelspurt waar het veelal op uitdraaide ala Waalse Pijl denk je, mwah stelt allemaal niet zoveel voor. Maar dat doet het toch wel. Voor mij zou de AGR om die reden ook dicht tegen de traditionele klassiekers aan zitten, qua aanzien. Is qua type parcours en de opeenvolging van kortere hellende stukken, de ene keer venijnig dan weer licht(er) oplopend en de smalte van diverse wegen heel anders dan de meeste wegwedstrijden.
In Vlaanderen worden de kasseiklassiekers overigens niet als zwaarste beschouwd, er is gewoon meer interesse voor.
Dat hangt samen met dat het de koersen van hier zijn (in Nederland zal ook meer interesse zijn voor de Amstel dan voor San Sebastian), waar Vlamingen het traditioneel goed doen en die ook meestal spectaculair verlopen.
Kasseiklassiekers waarbij de koers pas in de laatste 10km losbarst, zijn eerder uitzondering dan regel. Ook omdat het parcours er zich toe leent uiteraard, terwijl een koers als LBL het eerder van de afmatting moet hebben en het dan aankomt op wie er aan het einde nog een punch in de benen heeft.
Indien je het denigrerend vindt Beer, dan moet je proberen inhoudelijk tegengas te geven in plaats van te huilen. Check je de feiten dan kan je bovenstaande uitspraak enkel bekrachtigen.
https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160223_02145404
Geef de ronde Geraardsbergen terug als klapstuk en poog het meermaals dezelfde hellingen rijden uit te sluiten en je hebt de ronde weer terug.
Een heel simpel voorbeeld: Het Vlaamse wielerpraatprogramma Vive le velo heeft (of had) haar laatste uitzending na Parijs Roubaix. Als pure illustratie van hoe ze bij de Vlaamse zender Sporza aankijken tegen Brabanse pijl (daar kun je nog wat van begrijpen), AGR, WP en LBL.
Waarschijnlijk zie jij het als denigrerende en generaliserende opmerkingen over Vlamingen. Maar als er in Vlaanderen ECHT interesse was in de heuvelklassiekers, dan was Sporza voor de kijkcijfers zeker op die kar gesprongen.
Verder ben ik heel regelmatig bij de koersen geweest. En waar je in PR struikelt over (soms behoorlijk dronken) Vlamingen, zijn ze in LBL en de AGR bijna op 1 hand te tellen. Reisafstand? Of pure desinteresse? Ik denk het laatste.
Misschien moet je eens net doen als Domestique. Die is het ook niet met mij eens, maar zet niet zijn Vlaamse calimero ei op, en komt terug met argumenten waarom het toch anders zou zijn. Wie weet lucht het op!
Laat om het even welke username hier iets opschrijven over VL/BE wat hem niet aanstaat en het valt niet eens op.
Maar deze heeft een soort obsessie in de negatieve zin. Hij verwijt anderen idolaterie maar hij heeft het zelf het vaakst van iedereen hier over Remco Evenepoel in zijn opmerkingen.
MSR heeft gebracht wat je ervan mocht verwachten: ontglippers op de Poggio en spanning of de 2de achtervolgende groep ze zouden terugpakken. 5 minuten op het puntje van je stoel. Als een laatste ronde op het WK. Maar omwille van die korte spanningsduur kan het nooit het beste monument zijn.
RVV: doodzonde dat de joker ervantussen viel. Daarna heb ik 2 jongens gezien die reden om er vooral niet afgereden te worden en voorbeeldig beurtjes zien doen. Ze attaqueerden niet op de hellingen uit schrik voor de counter. En zo was dat een lamme laatste 30km.
LBL wast best opwindend maar ook weer van te korte duur en met een wel heel vreemde climax.
Daarom misschien nog GDL, het kruipen op de Sormano, de waaghalzerij in de afdaling, het spel Bennett-Astana. Maar daar had je ook dat een hoogst interessante protagonist letterlijk uit de race viel en een andere met dubbel pech af te rekenen had. (Mollema)
Al bij al voor mij geen grote winnaar aan te duiden hier.
MSR is altijd saai, RvV en LBL hadden wat mij betreft beiden een anti-climax en die eerste miste ook peper en zout en Lombardije had een matig deelnemersveld en werd belabberd in beeld gebracht. Qua koersverloop wel de leukste, met wisselende kansen, attractief rijdende renners en Trek die ondanks 3 man bij de eerste 6 het podium alsnog missen. LBL door de anticlimax op het eind 2de.