De Nederlandse ploeg zal zondag op het WK voor elite aanvallend moeten koersen. Dat is de opdracht die bondscoach Johan Lammerts zijn mannen meegeeft. “Wij moeten het hebben van renners die de aanval durven te kiezen. Anders worden we naar de slachtbank van de sprinters geleid”, vertelt hij aan De Telegraaf.

Als kopman is Niki Terpstra naar voren geschoven, maar Nederland heeft meerdere ijzers in het vuur. “Er zijn wat andere renners die daar vlak achter een belangrijke rol kunnen spelen”, zegt Lammerts. “Dan denk ik aan Tom Dumoulin, Lars Boom en Sebastian Langeveld. En misschien kunnen ook Robert Gesink en Bauke Mollema nog een belangrijke rol spelen.”

Het parcours dat de renners zondag voorgeschoteld krijgen, moet volgens de bondscoach zeker niet worden onderschat. “Let op, dit gaat een lastig WK worden”, voorspelt hij. “Het is geen klimparcours, maar je moet wel een heuvel kunnen oprijden.” Het is volgens hem niet de bedoeling om te gaan wachten tot de laatste ronde. “We zijn gebaat bij een harde en open wedstrijd. Daar zullen we ook naar streven.”

Tom Dumoulin
Hoewel Dumoulin ook de wegwedstrijd rijdt, ligt zijn prioriteit bij de tijdrit van woensdag. “Hopelijk is hij goed hersteld van de Ronde van Spanje en kan hij in de tijdrit meedoen voor de medailles”, zegt Lammerts, die net als de rest van Nederland heeft genoten van de prestaties van Dumoulin in de Vuelta. “Dat had ik niet verwacht, maar ik denk hijzelf ook niet. Dat hij stappen heeft gezet is mooi voor Tom en voor het Nederlandse wielrennen.”