Beslissing WK 2023 valt door positionering, explosiviteit, techniek én… (heel veel) suikers
Special Er is al heel veel gezegd en geschreven over het WK-parcours in Glasgow van komende zondag. Stempels als ‘criterium’ en ‘veldrit’ vliegen je de laatste dagen om de oren. Fysieke kwaliteiten als explosiviteit, het vermogen om je goed te positioneren en (bochten)techniek zijn onmisbaar in de jacht op de regenboogtrui. Toch is het mogelijk voeding dat zondag de doorslag kan geven. WielerFlits legt uit.
In een analyse van het Belgische magazine Knack valt te lezen dat niet Wout van Aert en Mathieu van der Poel de grote favorieten voor de wereldtitel zijn, maar Tadej Pogačar en titelverdediger Remco Evenepoel. De reden? Hun gewicht. De Sloveen weegt naar schatting van ProCyclingStats zo’n 66 kilogram, de Belg zou schoon aan de haak 61 kilogram wegen. MVDP doet het volgens dezelfde gegevens met 75 kilogram, zijn eeuwige Belgische rivaal aan 78 kilogram. De optelsom van explosieve inspanningen, zorgt ervoor dat een renner anaerobe krachten aanboort. Dat wil zeggen dat een lijf meer suikers verbrandt vanwege de opeenstapeling van lactaat in de spieren.
Hoe lichter een renner is, hoe minder watt hij hoeft weg te duwen om boven te geraken op een helling. En dus ook: des te minder energie je hoeft te verbruiken in de vorm van suikers (in kilocalorieën). Hoe langer een wedstrijd duurt, hoe hoger het verbruik en dus ook het verschil in verbruik tussen lichte en relatief zware renners. “Zij moeten vóór de koers echt wel heel wat meer koolhydraten eten ten opzichte van de lichtgewichten”, zegt Jana Camphens. Zij is performance nutritionist bij Intermarché-Circus-Wanty. “Jongens als Mathieu van der Poel en ook Wout van Aert hebben heel wat spiermassa, waardoor ze ook nog eens meer koolhydraten verbruiken.” Net door die spiermassa kunnen ze echter ook meer koolhydraten opslaan, zegt Asker Jeukendrup. Hij is professor inspanningsfysiologie en voeding bij verschillende partijen, ook in het wielrennen.
Suikervoorraad is van essentieel belang in Glasgow
Het is voor de zwaardere renners – relatief gezien, uiteraard – zaak om hun de reserves maximaal aan te vullen. “Het gaat serieus laden zijn”, stelt Camphens. “Dat begint zaterdagavond al. Het ontbijt zal zondag heel hoog zijn qua glucose en minder vet en eiwitten. Daardoor kan de gehele portie aan koolhydraten volledig opgenomen zijn tegen de start. Zondagochtend zal er dus waarschijnlijk rijst of pasta aan het ontbijt staan, gecombineerd met ontbijtgranen, een beetje yoghurt, fruit, smoothies en pannenkoekjes. Althans, dat zouden wij voorschotelen. Het is niet te onderschatten. Sterker: landen kunnen op basis van voeding zondag een koerstactiek maken.”
Dat heeft volgens Camphens namelijk te maken met het parcours en intensiteit: veel tijd om te eten is er niet. “We gaan veel snelle suikers zien: sportdrank en gels, minder vaste voeding. Dat is ook nodig, omdat het koolhydratenverbruik ontzettend hoog gaat zijn. Snelle koolhydraten zijn nodig zodat de spieren die vlot kunnen opnemen. Ik vermoed dat renners geconcentreerde drankvarianten gaan nemen. Dan heb je voldoende aan één of twee gels ter waarde van 110-120 gram suiker of glucose per uur.” Jeukendrup voegt daaraan toe: “Het is zaak niet met krachten te smijten. Aan het einde zijn renners zeer afhankelijk van de koolhydraten uit de voeding.”
Landenteams die hun koolhydraathuishouding op orde hebben, kunnen de concurrentie onder druk zetten om drinkbussen en etenszakken te missen. “Daar schuilt gevaar, want het is niet zo dat je dan later een dubbele hoeveelheid kan nemen om het glucosetekort te compenseren. Dat levert maag- en darmklachten op. In volle inspanning kan je lijf glucose en fructose (die combinatie is belangrijk boven een inname van 60 gram koolhydraten per uur, legt Jeukendrup tussendoor uit) namelijk niet zo snel verwerken. Mis je qua energie net iets, dan kun je op een cruciaal moment net dat kleine beetje energie tekortkomen om te versnellen. Ik ben er zeker van dat er landen zijn die dat gaan proberen, door druk te zetten in de bevoorradingszone.”
Wellicht is een van die landen België, want die hebben met uittredend kampioen Evenepoel een lichtgewicht in huis. “Lichtere renners kunnen in het voordeel zijn”, denkt Camphens. “Omdat ze lichter zijn, verbruiken ze doorheen de koers minder energie en is de kans kleiner dat je te weinig binnen krijgt. Al is dat ook weer afhankelijk van hun type metabolisme en koolhydraatverbruik. Dat is voor ieder mens anders. Toch gaat het verschil in gebruik bij Evenepoel en Pogačar in deze koers vanwege de anaerobe inspanningen toch al gauw een verschil opleveren van 800 tot 1000 calorieën in vergelijking met Van Aert en Van der Poel. Maar dat kunnen zij dus deels counteren door hun inname voor de koers aan te passen.” Goed eten en drinken is voor hen dus het devies.
Voedingsstrategie van Nederland
Op het lokale circuit zijn daar twee plekken voor: net na het kilometer 0-punt op St. Vincent Street en na zo’n elf kilometer op Cathedral Street. “Als je een bidon mist, kan je wel eens lang zonder zitten”, is Mathieu van der Poel op zijn hoede. “Teruggaan naar de auto is zeker geen optie, omdat er heel weinig inhaalmogelijkheden zijn. Terwijl goed eten en drinken enorm belangrijk is, want je gaat met al die korte inspanningen redelijk wat energie verbranden. Meer dan anders. Je verbrandingssysteem staat steeds in volle gang. Ik denk dat je suikers er met zulke inspanningen redelijk snel doorvliegen. Al moet je in iedere klassieker tegenwoordig goed eten en drinken.”
Ondanks dat het parcours in Glasgow een aanslag op de suikerreserves van zijn renners is, laat bondscoach Koos Moerenhout weten dat Nederland niet met een bepaalde voedingsstrategie van start gaat. “Dat is een ontwikkeling van de laatste jaren. Ik verwacht dat de betere commerciële teams daar zeker wel naar kijken. Of dat dan vervolgens allesbepalend is, is natuurlijk een tweede. Onze renners bepalen zelf wanneer ze wat precies willen hebben qua eten. Dat doen ze samen met onze verzorgers. De renners staan in contact met hun ploeg, die ongetwijfeld wel een idee hebben over een voedingsstrategie. Dat proberen we als bond zo goed mogelijk te faciliteren.”
Van der Poel laat weten graag met een open vizier te koersen. Toch doet hij er suikerspiegel-technisch misschien wel goed aan om niet te kwistig met zijn krachten te smijten. En vooral te hopen de Evenepoels en Pogačars van deze wereld hem en ook Van Aert niet te vroeg uit de tent lokken. Daarin is dan weer een belangrijke rol weggelegd voor de sluwe Dylan van Baarle. “Het is mijn eigen recept om een beetje het goede moment te kiezen”, verraadt de aanvaller, die zeer scherp lijkt te staan. “De koers is 275 kilometer lang en op een gegeven moment is de tank bij meerdere jongens leeg. Dát moment moet ik zien te vinden. Daar ga ik zeker naar op zoek.”
Andere marginal gains
Het eerste bevoorradingspunt is na een kleine 90 kilometer op Crow Road, de lange klim in de aanlooproute van Edinburgh naar Glasgow. Mocht je daar je etenstas missen, dan is er nog alle ruimte om heen en weer naar de ploegleiderswagen van Moerenhout te gaan. Eenmaal op het lokale rondje lijkt dat – zeker wanneer de koers ontbrandt – mission impossible. “Er is ook geen communicatie op het WK, dus vanuit de volgauto is het ook lastig om te weten te komen of iedereen wel goed drinkt en eet. We voeren dit weekend nog overleg of we ook – binnen de regels van het WK – op andere plaatsen buiten de ravitaillering bidons of eten kunnen aangeven.”
De truc zal hem volgens Jeukendrup vooral zitten in de concentratie van de renner zelf. “Dé belangrijkste factor gaat zijn wie er in volle koers en in de diepe finale nog op zijn voeding kan blijven letten. Daar gaat het namelijk vaak fout. Het is ook enorm lastig, want de gedachte van renners gaat vaak uit naar: ‘het zal wel goed komen’ of ‘ik neem later wel wat’. Renners die hier getraind in zijn en dat goed kunnen, hebben in Glasgow een sterk voordeel.”
Dat de opeenvolging van de vele korte klimmetjes en de ontelbare bochten stof tot nadenken oplevert, is duidelijk. Ook logistiek. Pech kan funest zijn. Wat dat betreft is het rekenen geblazen in de matrix tussen voeding én bandenspanning. “Om de kans op pech te verkleinen, kijken we wel naar de druk in de banden”, legt Moerenhout uit, die in auto zeven zit. Een lagere bandendruk kan echter extra weerstand opleveren en dus moet je dan hogere wattages leveren. Lees: meer suikers verbruiken. “Veel hangt af van laatste weerbericht zondag. Vier dagen geleden zou het nog abominabel slecht zijn. Nu ziet het er droog uit. Laten we dat hopen, voor een eerlijke koers.”
On topic: heerlijk veel gelletjes erin. Dit zal toch niet veel anders zijn als een RvV of amstel(met draaien en keren).
Benieuwd wat dat morgen in de praktijk geeft.
"Het is ook de reden waarom Van Aert in de jongste Ronde van Vlaanderen tekortschoot tegen de (naar schatting) veertien kilo lichtere Tadej Pogacar, en de vijf à zes kilo lichtere Mathieu van der Poel.
Dat bevestigde de Kempenaar ook in de jongste Tourgids van Knack Sport: ‘In de Ronde van Vlaanderen had ik dit jaar het gevoel dat ik heel lang hard kon fietsen, maar in de finale had ik niet meer de kracht en explosiviteit om gedurende één minuut nóg een extra versnelling te plaatsen. Ik kan een of twee keer een demarrage van Pogacar beantwoorden, maar als hij in het laatste halfuur van de Ronde van Vlaanderen een vierde of vijfde maal versnelt, dan wordt het moeilijk. Dat heeft niets te maken met vorm, wel met energieverbruik. Met mijn gewicht (van bijna tachtig kilo, nvdr) is dat verbruik in zo’n lange koers met meerdere korte hellingen veel hoger.’"
Dan is het dus zaak voor Van Aert om ervoor te zorgen dat hij in het voorjaar op lager gewicht staat, wil hij de RVV winnen. Dat betekent snoeien in het veldritseizoen (wat zijn spiermassa en zijn gewicht doen toenemen - aldus zijn trainer) en voor het voorjaar wellicht een gelijkaardige voorbereiding doen zoals op de Tour.
En waarom Pidcock hier niet start is een almaar groter raadsel…
Het gaat er volgens mij vooral ook over hoe groot iemands motor is, en wat deze constante intervallen uiteindelijk doen met je lichaam. Het kleine menneke trapt minder watt naar boven, maar als de motor niet groot genoeg is voor dit soort korte hevige inspanningen, dan gaat de toerenteller te vaak in het rood. En ploft de motor, terwijl er misschien wel voldoende brandstof aan boord is.
Maar he, zij is de expert... Hoe dan ook zou ik als ik Matje of Wout was gewoon standaard 2 of 3 gelletjes in mijn achterzak steken. die paar gram gaan het hem uiteindelijk niet doen.
Maar waar je heel panisch iedereen ieder grammetje overboord ziet gooien, lijkt me dit bij uitstek een parcours om altijd een gelletje achter de hand te hebben.
En inderdaad, bidons worden superbelangrijk. Niet enkel voor die koolhydraten in de sportdrank, ook voor het vocht dat je nodig hebt om alle koolhydraten te verwerken.
Die 60g/h waar ik het over heb zijn de kh die ze via gels opnemen (dat kan afhankelijk van het moment in de race ook 20 of 80 zijn ja).
Gewoon om te zeggen dat ze wel heel wat meer gelletjes nodig hebben dan de 2 a 3 die hier gesuggereerd werden.