Bas Tietema: ”Ik was blij dat ik kon aanvallen in de finale”
zaterdag 23 augustus 2014 om 10:12

Bas Tietema: ”Ik was blij dat ik kon aanvallen in de finale”

foto: Nick Doup

Bas Tietema reed gisteren in de Arnhem-Veenendaal Classic zijn tweede profkoers uit zijn carrière. De renner van het BMC Development Team droeg het tenue van de nationale selectie en wist zich in de finale zelfs te tonen. ”Ik merk wel verschil met renners uit de WorldTour”, vertelt Tietema direct na de finish in Veenendaal tegen WielerFlits.

De wedstrijd viel na de start in Arnhem letterlijk in het water. ”Er was echt heel veel regen”, kijkt Tietema terug. Over de wedstrijd zelf zegt hij: ”Er reden er een paar weg, maar die werden gecontroleerd. De finale begon eigenlijk pas tijdens het laatste rondje op de Grebbeberg. Toen reed ik weg en zat ik mee met iemand van Movistar en Cannondale, maar we werden teruggepakt.”

Direct na de aanval van Tietema aanval raakte de beslissende ontsnapping weg. ”Op een smal stukje reden toen, redelijk vreemd, ongeveer tien renners weg”, aldus de pas 19-jarige renner van de opleidingsploeg van BMC. Daarna zag het peloton de koplopers, waarvan Yves Lampaert de sterkste bleek, niet meer terug.

Tietema maakte deel uit van de nationale selectie. Hij reed samen in een ploeg met Kenny van Hummel, Wouter Wippert, Wouter Mol, Eddy van IJzendoorn en Reinier Honig. Wippert gooide bij de eerste passage van de finish de handdoek in de ring. ”We hadden allemaal een redelijk vrije rol”, beschrijft Tietema, ”maar mocht het een sprint worden, dan zouden we voor Kenny van Hummel rijden.” Uiteindelijk sprintte Van Hummel, in 2009 nog winnaar van de eendagskoers, naar een vierde plek in het peloton, waarmee hij als veertiende eindigde.

Tietema zelf bolde als zeventigste over de eindstreep, als laatste renner van het peloton. ”Ik voelde mezelf heel goed. Ik merk alleen dat de mannen van WorldTour-niveau nog iets meer over hebben in de finale. Maar ik was blij dat ik mee kon doen in de finale en dat ik kon aanvallen. Dus dat belooft nog wel wat”, besloot de Zwollenaar met een knipoog.