Baansprinters in extase: “Het moet nog wel gebeuren, en dan heb je olympisch goud”
foto: Cor Vos
dinsdag 3 augustus 2021 om 14:29

Baansprinters in extase: “Het moet nog wel gebeuren, en dan heb je olympisch goud”

De Nederlandse baansprinters hebben Nederland de zesde gouden medaille van de Olympische Spelen in Tokio bezorgd. Na afloop waren de kersverse kampioenen erg blij, maar bij sommigen moest het nog even indalen. “Het besef komt nu binnen. Het gaat zo snel, omdat je zit in een focus en in een waas zit”, vertelt starter Roy van den Berg bij de NOS.

“Maar dit is fantastisch en het heeft super uitgepakt. Er is zoveel werk aan vooraf gegaan, maar dat dit zo mocht gaan is vet mooi”, aldus de 32-jarige Van den Berg. Harrie Lavreysen deelt die mening. “Dit is fantastisch. We zijn drie keer wereldkampioen en waren de grote favoriet. We waren hier perfect op voorbereid en we wisten wat we moesten doen, maar dan moet het wel gebeuren. En dan doen we het ook en heb je olympisch goud. Bij mij is het besef nog niet echt binnengekomen.”

Matthijs Büchli reed namens Nederland de kwalificatie als derde rijder, in de eerste ronde en de finale was het de beurt aan Jeffrey Hoogland. “Eerlijk gezegd stond ik best ontspannen in de finale”, zegt Hoogland, “Wetende dat ik het nog beter kon doen dan in de eerste ronde. In het verleden gebeurde dat ook. Ik reed hard, maar had het idee dat het nog harder kon. Ik stond daar vol vertrouwen in iedereen. Met een stapje erbij kon het niet mis gaan.”

Even leek het erop dat Matthijs Büchli, die door TeamNL als vierde renner aan de sprintploeg was toegevoegd, geen medaille zou ontvangen. Er werd zelfs gedreigd om hem uit de uitslag te halen als hij toch op het podium ging staan. Uiteindelijk kreeg Büchli toch een gouden plak omgehangen.

Harrie Lavreysen start woensdag in het sprinttoernooi – foto: Cor Vos

Hugo Haak: “Dit succes is binnen, maar er is nog veel meer dat kan komen”
Ook bondscoach Hugo Haak, zelf oud-baansprinter, kon zijn geluk niet op. “Ongelooflijk”, zegt hij bij de NOS. “Hier droom je al jaren van, zelf eerst als atleet en daarna als coach. Je hebt al jaren het idee dat je de jongens naar het allerhoogste niveau wil brengen. Dat is nu gebeurd. Het is compleet onwerkelijk en ik heb nog steeds kippenvel.”

Voor Haak, maar vooral voor Lavreysen en Hoogland moet de knop nu om. Woensdag start het individuele sprinttoernooi namelijk. “Die overgang is ook moeilijk”, erkent Haak. “Het is zaak dat ze goed de medaille vieren. Vanaf morgen is het een nieuwe dag en dan beginnen we opnieuw. Dat is ook zo op WK’s en EK’s, dus dat zijn ze gewend. We gaan ons stinkende best doen om elke rit weer te knallen. Dit succes is binnen, maar er is nog veel meer dat kan komen.”