Annemiek van Vleuten: “Nederland is gebaat bij een harde wedstrijd”
Interview Annemiek van Vleuten blaakt van het vertrouwen aan de vooravond van de olympische wegrit. De 38-jarige renster behoort in Tokio opnieuw tot de topfavorieten. “Het maakt mij extra trots dat ik met zo’n dreamteam mag rijden.”
In tegenstelling tot haar Nederlandse teamgenoten koos Van Vleuten, die vijf jaar geleden bij de Olympische Spelen van Rio de Janeiro door een zware val de titel misliep, voor een voorbereiding met minder wedstrijden en meer training. De laatste koers die ze reed was het NK wielrennen (elfde). Om de conditie aan te scherpen ging ze daarna twee keer op hoogtestage.
“Ik heb de ervaring dat ik koersen niet per se nodig heb om goed te zijn. Sommigen hebben koersritme nodig en ik heb ik totaal niet nodig. En daarnaast fietsen we ook met een wattagemeter. Het is niet dat ik er veel op kijk, maar als je daar veelbelovende wattages zie, kan je daar ook vertrouwen uit putten”, vertelt Van Vleuten.
“En ik weet dat ik harder kan trainen dan de wedstrijden zijn. Ik moet wel zeggen dat ik ook wat hulp heb gehad van Tom Dumoulin. Ik ben een paar keer met hem op hoogtestage mee geweest en ik kan je vertellen dat zes uur in zijn wiel trainen zwaarder is dan een wedstrijd.”
Nederland
Naast Van Vleuten starten zondag namens Nederland ook Anna van der Breggen, Marianne Vos en Demi Vollering. Alle vier maken ze kans op de gouden medaille. “Een dreamteam. Ik ben supertrots dat ik er voor de derde Olympische Spelen op rij bij ben. En dat ik van dit team onderdeel mag uitmaken.”
Maar met een volledig Nederlands podium houdt ze absoluut geen rekening. “Dat vind ik ook een onderschatting van het niveau. Ik moet wel zeggen dat het peloton dat bij ons aan de start staat niet representatief is. Het niveau van het vrouwenwielrennen ligt een stuk hoger dan wat hier aan de start staat.”
“Eens in de vier jaar hebben we een beetje een gekke wedstrijd, dat zijn de Olympische Spelen. Dat heeft het laagste kwaliteit peloton, want veel goede rensters zitten helaas thuis. In WorldTour-wedstrijden ligt het niveau veel hoger. In dat opzicht is de kans op winnen hier een stuk hoger”, aldus de kopvrouw van Movistar.
Parcours
Waar de mannen een echt klimparcours kregen voorgeschoteld (234 kilometer en 4.865 hoogtemeters), is het parcours voor de vrouwen een stuk minder geschikt voor de pure klimmers (137 kilometer en 2.692 hoogtemeters). Als Van Vleuten tussen beide routes had mogen kiezen, was ze voor die van de mannen gegaan, geeft ze aan.
“Dit kan ik op twee manieren uitleggen”, zegt ze. “Als ik spreek voor eigen parochie: ja, dan had het zwaarder mogen zijn. Dan had ik liever een parcours zoals bij de mannen gehad. Bij ons ligt het meer open en gaat niet per se een klimmer winnen.”
“Als ik de vraag op een tweede manier beantwoord, denk ik dat wij wel een interessantere wedstrijd kunnen krijgen. Doordat het veel meer open ligt zijn er meer kanshebbers, en met Demi en Marianne hebben wij ook twee supersnelle meiden in de ploeg die het in een sprint kunnen afmaken.”
Tactiek
Naast teamgenoten zijn de Nederlandse dames zondag ook elkaars grote concurrent. Maar Van Vleuten ziet ook een bindende factor: alle vier de rensters zijn gebaat bij een harde wedstrijd. “Meiden als Lotte Kopecky, Marta Bastianelli en Coryn Rivera moet we zien te lossen en dan hebben wij nog Marianne en Demi, die snel zijn maar ook goed kunnen klimmen. Het mooie is dat wij met hetzelfde doel aan de start staan. Niemand bij ons is gebaat bij een makkelijke wedstrijd waar we op het einde een sprintje gaan doen.”
Reacties zijn gesloten.