Hij kan er geen tassen aan bevestigen en ook de rubberen beschermkap is voor Joris Nieuwenhuis van de onderbuis verwijderd. De Cervélo Aspero waarop hij deze winter in het veld rondrijdt, blijft in essentie echter een gravelfiets. Wel één die al vanaf het begin van de ontwikkeling bedoeld was om competitief te zijn.

Gravel is al een tijdje hot. Op Youtube zien we de ene na de andere gelikte reportage over bikepackingtrips die zich niet alleen tot asfalt beperken. Sportieve pendelaars verkiezen steeds vaker een fiets die meer opties heeft dan alleen maar over de weg rijden. En Laurens ten Dam lijkt na zijn carrière als wegcoureur de smalle bandjes definitief te hebben ingeruild voor een iets breder, grover profiel.

Logisch dus dat veel fietsmerken inmiddels een gravelfiets ontwikkeld hebben. Waar het ene merk gaat voor een comfortabele fiets waarbij snelheid van ondergeschikt belang is, kiest Cervélo ook op gravel voor een competitief model waarmee je vroeger dan je collega’s op je werk verschijnt. Cervélo noemt zichzelf een performancemerk en wil dat niet alleen op de weg, maar ook offroad uitdragen.

De ontwikkeling van de Aspero was al in volle gang, toen in de loop van 2018 duidelijk werd dat het merk als materiaalsponsor een partnerschap zou aangaan met Team Sunweb. En dat partnerschap leverde een extra uitdaging op voor de ontwikkeling van de nieuwe gravelfiets. Team Sunweb heeft met Joris Nieuwenhuis namelijk een renner die in de winter in het veld actief is. Een crossfiets was dus noodzakelijk.

Richard Keeskamp van Cervélo – foto: Henri Santing

“De ontwikkeling van een nieuw frame kost al gauw 18 tot 24 maanden”, legt Richard Keeskamp, bij Cervélo onder meer verantwoordelijk voor de samenwerking met Team Sunweb, uit. “Het werd dus vrij snel duidelijk dat we in de ontwikkeling van deze nieuwe gravelfiets ook het veldrijden mee moesten nemen. Gelukkig was het sowieso al de bedoeling dat de Aspero een echte “performance”-fiets zou worden. In overleg met de ploeg hebben we een aantal specifieke zaken kunnen aanpassen waardoor de fiets nu zowel voor de cross als voor gravel optimaal uitgerust is. We hebben in beide gevallen geen compromissen hoeven te sluiten.”

De Flip-Chip voor een langere wielbasis
Dat proces heeft Nieuwenhuis een bijzondere fiets opgeleverd. Keeskamp toont ons de meest opvallende innovatie die specifiek voor de veldrijders werd ontwikkeld en de fiets multi-inzetbaar maakt. Op de plaats waar het voorwiel in de voorvork bevestigd is, heeft Cervélo wat het zelf de Flip-Chip noemt geplaatst. Die chip kan worden omgedraaid, waardoor de wielbasis met 6 millimeter kan worden verlengd of ingekort.

“Joris kiest er als crosser voor om de wielbasis te verlengen”, weet Keeskamp. “Hij stuurt daardoor directer. Als je de Flip-Chip omdraait heb je meer comfort, wat de fiets geschikter maakt voor gravelrijders. Joris zou de Chip zelfs per wedstrijd kunnen omdraaien, afhankelijk van het parcours. Hij doet dat echter niet, omdat hij de fiets nu zo gewend is.”

De Flip-Chip is een op het oog eenvoudige, maar zeer effectieve aanpassing. Keeskamp maakt zich sterk dat de fiets met de dankzij de Flip-Chip aangepaste geometrie niet afwijkt van hoe je een crossfiets zou bouwen die niet ook nog een gravelfiets moet zijn. “Dit is zo echt een crossfiets”, beaamt Nieuwenhuis’ mecanicien Ed Bekhuis. “Natuurlijk was het even spannend omdat je weet dat dit ook een gravelfiets is. Maar de aanpassingen die Cervélo in overleg met ons gedaan heeft, maken het een echte crossfiets.”

Het feit dat de fiets ook geschikt is om het veld in te gaan, maken dat hij ook voldoet aan de UCI-richtlijnen. “Dat zie je niet vaak bij gravelfietsen”, aldus Keeskamp.

Dyneema in plaats van rubber
Naast de Flip-Chip is de onderbuis de grootste aanpassing die werd gedaan met het oog op het veldrijden. De gravelvariant heeft daar een rubberen beschermplaat zitten tegen steenslag en ander geweld dat je in de bossen kunt tegenkomen. Om het veld in te gaan, werd die plaat verwijderd en in overleg met Team Sunweb-partner DSM een andere manier bedacht om de onderbuis te verstevigen.

Tom Stamsnijder ging na zijn sportieve carrière bij Team Sunweb aan de slag bij DSM. Hij moet het chemieconcern helpen in het vinden van toepassingen voor hun producten in de wielersport. Een van die producten is Dyneema: “We gebruiken dat al onder meer in de kleding van de renners om ze te beschermen bij valpartijen”, vertelt de ex-coureur. “Maar je kunt het ook in het carbon van de fietsen verwerken. Dyneema heeft als voordeel dat het heel licht is, het blijft drijven op water, maar tegelijkertijd sterker is dan carbon. Het eerste wat we gedaan hebben toen de samenwerking met Cervélo op gang kwam, was kijken of we die Dyneema-fibers in het carbon konden verwerken.”

Dat bleek mogelijk, waardoor Dyneema de rubberen plaat kon vervangen. “Bij een crossfiets is het noodzakelijk om de onderbuis te versterken”, zegt Keeskamp. “Niet alleen tegen steenslag, maar ook bijvoorbeeld tegen de houten balken waar de renners overheen moeten. Andere merken moeten daarvoor misschien een andere lay-up of dikker carbon gebruiken, wij hebben nu een oplossing door Dyneema in het carbon te verwerken.”

Typhoon en Rhino
Naast de Flip-Chip en de verstevigde onderbuis, werden er kleine aanpassingen gedaan aan de fiets van Nieuwenhuis. Zo rijdt hij uiteraard zonder bidonhouders en werden de bevestigingsplaatsen daarvoor waar mogelijk verwijderd. Alleen op de bovenbuis bleek dat niet haalbaar. Een uitneembaar kunststof plaatje vult daar de plaats op waar een bidonhouder kan zitten.

Verder zijn uiteraard de wielen en banden van Nieuwenhuis niet dezelfde als die van gravelrijders. Zeker de banden en bandenspanning zijn voor veldrijders van cruciaal belang. Iedere crossvolger heeft Michel Wuyts en Paul Hereygers al eens horen praten over Rhino’s of Grifo’s, maar voor de duidelijkheid legt Nieuwenhuis’ mecanicien Bekhuis nog eens uit wat de tweevoudig wereldkampioen veldrijden bij de beloften wanneer gebruikt.

Bekhuis: “Wij rijden met tubes van Dugast. Voor normale omstandigheden en in lichte modder rijdt Joris met het Typhoon profiel. Rhino’s gebruikt hij in zware modder. In het geval van de Typhoon is dat een 33 millimeter brede band, dat is het breedste profiel dat toegestaan is. Bij de Rhino’s gaan we meestal voor 32 millimeter, omdat dat wat beter door de modder snijdt. En dan heb je nog de Pippistrello voor de zandcrossen, al zijn die er niet veel meer. Die banden hebben we misschien maar twee keer in een seizoen nodig.”

Unieke uitvoering
Net als Bekhuis is Nieuwenhuis zelf inmiddels volledig aangepast aan zijn nieuwe rijtuig. “Ik vind het heel tof dat ze deze fiets bijna speciaal voor mij gebouwd hebben”, zegt hij. “Ik was natuurlijk heel erg gewend aan mijn vorige fiets, waar ik jaren op gereden heb. We hebben wat aanpassingen moeten doen en dat duurt altijd even, maar nu ben ik er heel tevreden over.”

Dat de fiets bijna speciaal voor Nieuwenhuis gemaakt werd, mag je letterlijk nemen, want er werd slechts een tiental in deze versie geproduceerd, bevestigt Keeskamp. De dief die er voor het EK veldrijden twee van Nieuwenhuis stal, zal veel moeite hebben om niet op te vallen wanneer hij de unieke fietsen probeert te verkopen.

De Cervélo Aspero van Joris Nieuwenhuis
Frame: Cervélo Aspero
Groepset: Shimano Dura Ace 9170 Di2
Pedalen: Shimano XTR M9100
Stuurpen: Pro Vibe
Stuur: Pro PLT
Wielen: Shimano Dura Ace 9100 c40
Banden: Dugast
Zadel: Pro Turnix of Griffon
Gewicht zonder pedalen: 7,2 kg
Prijs:€ 8.899,-

Verantwoording:
WielerFlits heeft Cervélo gecontacteerd voor het maken van een artikel, waarna wij een uitnodiging hebben ontvangen om langs te komen bij het service course van Team Sunweb. Er is geen bedrag betaald voor plaatsing of productie hiervan.