De Eyserbosweg is de ware kuitenbijter van Zuid-Limburg

De Eyserbosweg is de ware kuitenbijter van Zuid-Limburg

Verscholen in het bos geeft de berg zijn lijden niet snel prijs. Voor het oog van de camera’s is het op de Eyserbosweg tijdens de Amstel Gold Race té donker om de schermutselingen te regisseren, zodat alleen aan de top de balans kan worden opgemaakt.

De Keutenberg en Cauberg hebben de naam en de historie, maar de Eyserbosweg is de ware kuitenbijter. Jarenlang was het een anonieme klim in het traject van de Amstel Gold Race, maar sinds de aankomst in 2003 naar Valkenburg verhuisde en de kuitenbijter op 18 kilometer van de streep kwam te liggen, is het steevast hét breekpunt.

‘Ik ben het levende brood’ is de tekst bij het kruisbeeld dat op de top van de Eyserbosweg staat. De wielrenners hebben op hun kruistocht geen oog voor de christelijke boodschap. Overleven lijkt hier vaak belangrijker dan presteren.

“Ik ken geen andere beklimming die zo slopend is”, benadrukt Michael Boogerd. De eerste zeshonderd meter vanuit het schilderachtige Eys is het nog aanklampen, maar dan bij in het indraaien van het bos is er ineens die knik van meer dan 18%. Berekeningen op basis van het stijgingspercentages geven Boogerd gelijk. Gemiddeld 9% stijgingspercentage maal 85 meter hoogteverschil geeft een index van 765. De Keutenberg komt daarentegen met 12,1 maal 52 slecht op 629. De Eyserbosweg is dus ontegensprekelijk de zwaarste beklimming van Nederland.

Boogerd tijdens de beklimming in 1997 – foto: Cor Vos

“Het is een berg voor de echte klimmers”, vervolgt Boogerd die jarenlang steevast zijn aanval inzette in de Amstel Gold Race op deze klim “Al in het dorp Eys loopt de weg steil omhoog, maar de klim wordt alsmaar steiler. Het is zoals de Côte de la Redoute in Luik-Bastenaken-Luik onmiskenbaar het zwaartepunt in de Limburgse klassieker. Hier kunnen alleen de besten ten strijde gaan.”

Parochianen

Volgens de overleveringen moet de weg rond 1500 zijn ontstaan toen de parochianen van het boerengehucht Eyserheide hun eucharistie in Eys gingen vieren. Het grindpad liep toen nog dwars door het bos. In de Tweede Wereldoorlog werd er zwaar gevochten. In het Eyserbos hadden de Duitsers zich verscholen in loopgraven. Vier dagen beschoten de Amerikanen vanaf de Gulpenerberg het gebied, voordat de Duitsers capituleerden.

“Dagenlang hebben we in de schuilkelders geleefd”, vertelde de geboren en getogen Eysenaar Jef van der Krogt. “Op 16 september 1944 werden we om kwart over drie bevrijd. Ik was destijds veertien jaar en weet als de dag van gisteren dat het bos bezaaid lag met tientallen Duitse lijken. Als kwajongens namen wij toen allerlei spullen mee, waaronder de revolvers van de gestorven soldaten. Die waren geld waard.”

Radarinstallatie

Daarna werd het gebied rond de Eyserbos maandenlang hermetisch afgesloten voor de bevolking. De Amerikanen richtten er een militaire basis in, maar niemand wist wat er zich daadwerkelijk afspeelde. “Pas tegen het einde van de oorlog vertelden de soldaten ons dat er een grote radarinstallatie stond. Van hier uit werden de voedseldroppings in Noord-Nederland en de bombardementen in het Duitse Roergebied gecoördineerd”, aldus Van der Krogt.

Het tekent de mystiek van een berg, die zijn geschiedenis niet gauw prijsgeeft. De eerste wedstrijden die er georganiseerd werden, waren geen wielerwedstrijden. Een heerboer ging in 1956 voor honderd gulden de weddenschap aan dat zijn knecht Huub Sintsen met een zak met honderd kilogram bovenop de top zou geraken. “Het was een hels karwei, maar ik was in die tijd beresterk”, zei Sintsen in een interview in 2005 (toen al een krasse zeventiger) nog met bravoure. Enkele dorpelingen grepen dit voorval aan om het Nederlands kampioenschap zaklopen op de Eyserbosweg te organiseren. Met een zak met honderd kilogram zand moesten de deelnemers de duizend meter klimmen.

Renners van Vacansoleil verkennen de Eyserbosweg in 2012 – foto: Raymond Kerckhoffs

“Scheepslossers en zelfs mensen uit de polder kwamen deelnemen”, blikte Sintsen terug. “Ik oefende nooit, maar wist dat ik in mijn eigen dorp onverslaanbaar was. Twee jaar achter elkaar werd ik Nederlands kampioen.”

Daarna werd deze titelstrijd afgeschaft, omdat niemand zich aansprakelijk wilde stellen. De risico’s voor ernstige ongelukken waren te groot. Wel werden er in die tijd over de grindweg diverse mijnwerkersrondes georganiseerd. De zogenaamde ‘koalpieten’ uit de wijde omgeving fietsen er hun rondjes.

Rondeboeken

Amstel Gold Race-oprichter Herman Krott wist later niet meer in welk jaar hij de Eyserbosweg voor het eerst opnam in het parcours. Zelfs een bestudering van de rondeboeken geeft geen duidelijkheid. “In de eerste jaren ging ik vaak een week naar Limburg om nieuwe wegen te ontdekken. De berg van de televisiemast had ik snel ontdekt. Maar ik wist niet eens dat het de Eyserbosweg heette. Jarenlang zijn we hier ook naar beneden gereden. Daarna lag de berg op honderd kilometer van de finish en speelde hij geen grote rol in de wedstrijd.”

In 1985 (het jaar dat Gerrie Knetemann won) vond de ontsnapte Adri van der Poel er zijn Waterloo. In de stromende regen en barre kou was de Brabander ontsnapt en bouwde een steeds grotere voorsprong op. Totdat hij op de Eyserbos de beruchte man met de hamer tegenkwam. Een paar honderd meter verder in het gehucht Elkenrade moest hij zelfs ‘kotsend’ van de fiets. “Die dag had ik alleen maar vloeibaar voedsel genomen. Door de kou viel dat als een blok ijs in mijn maag. Dat speelde me daar op.”

Zeven jaar later legde Frans Maassen er de basis voor zijn zege. Twee dagen voor de Amstel Gold Race werd tot grote verrassing van Krott de provinciale weg in Eys opengebroken. “Gelukkig wilde men de weg egaliseren, zodat het peloton er toch over zou kunnen”, vertelde Krott later. “Alleen liet men ook alle verkeer de hele dag over die weg, waardoor er overal grindslag lag. Het was erger dan Parijs-Roubaix.”

Aan de voet van de Eyserbosweg regende het dan ook tientallen lekke banden. Maassen overleefde de tegenslag en had als enige een antwoord op de demarrage van Maurizio Fondriest.

Puinhoop

“Zodoende konden wij nog aansluiten bij de eerder ontsnapte Dirk de Wolf”, kijkt Maassen terug. “In Eys was het een echte puinhoop. Drie dagen eerder had ik het parcours verkend, maar toen was er niets aan de hand. In het peloton wist niemand dat die strook eraan kwam. Ik had geluk en kon zodoende ten aanval trekken. Dat de Eyserbosweg loodzwaar is, staat vast. In de Amstel Gold Race is het vooral de combinatie met de Kruisberg die velen nekt. Daar komen de betere klimmers al naar voren. Dan volgt een korte en smalle afdaling naar Eys, waarna men meteen aan het Eyserbos begint. De goede mannen zitten meteen ideaal geplaatst.”

“Aan de televisiemast aan de top van het Eyserbos weet je of je de Amstel Gold Race kunt winnen”, benadrukt Boogerd nog eens. “Dat was in mijn jaren zo en dat zal ook zo blijven nu de finish een stuk verder van die klim ligt.”

Meest gelezen
1 Reacties
27-12-2020 00:40
Leuk verhaal!

Om te reageren moet je ingelogd zijn.