Bikepacken in Nederland: op ontdekkingstocht
foto's: Michiel Maas, Rodrick de Munnik

Bikepacken in Nederland: op ontdekkingstocht

Fietstoerisme Bikepacken is hot. Het is avontuurlijk en je kunt doen wat je wilt. Er zijn geen regels, behalve die van het verkeer. Beperkingen bestaan alleen in je eigen hoofd. De redactie van RIDE Magazine ging deze zomer op pad. Terwijl Ties hardcore door de Dolomieten trok, liet Rodrick Nederland zien aan zijn oudste zoon en gravelde over de Veluwe.

Dit artikel was eerder te lezen in het najaarseditie van RIDE Magazine. Gravel, kasseien, modder, zand, met tassen, zonder tassen: dat zijn de thema’s van het 172 pagina’s tellende najaarsnummer van RIDE.
Bestel nu deze editie online en krijg ‘m binnen enkele dagen thuisbezorgd.

Met windkracht 3 pal in de snoet rijd ik op de dijk naar Spakenburg. In het wiel zit Leen. Het is een graadje of 35 en met deze tegenwind kan ik er maar een ding van maken: het is ploeteren geblazen. Maar honderd meter voor het plaatsnaambordje hoor ik ‘klik-klik’ van een versnelling, en weg is hij. Zijn bikepack slingert achter hem aan.

Doe wat je wilt, voel je vrij op de fiets. Haal de snelheidsmeter eraf en koppel jezelf los van alle conventies, en zeker de conventies die gelden op Strava. Dat is bikepacken. Zo trok ik met mijn oudste zoon Leen op pad. 

Dat je niet alle conventies achter je hoeft te laten, demonstreert Leen. Plaatsnaambordjessprinten mag gewoon blijven. Hij is een goede fietser. Hij rijdt zijn wedstrijdjes in Utrecht bij wielervereniging Het Stadion en dat doet hij met veel plezier. Hij ligt weliswaar nog een of twee groeispurtjes achter op zijn leeftijdsgenoten, maar van fietsen krijgt hij goede zin. Zeker als hij me eraf kan sprinten. Het lukte hem op vakantie met zekere regelmaat bergop, vooral als ik geen zin had om me bovenmatig in te spannen. Maar dat hoeft hij niet allemaal te weten, natuurlijk.

We racen, we mountainbiken, we gravelen en we kijken samen naar wielrennen. Maar bikepacken is een stiel die hij nog niet kent. Hij fietst van A naar A en als we naar oma gaan ook nog wel eens van A naar B, maar dan doorfietsen en een paar dagen later terugkomen is een nieuw concept. Daarbij kent hij Nederland helemaal niet. Ja, hij heeft de topografie geleerd en we gaan wel eens ergens heen. Maar er is een verschil tussen het land zien en het land voelen. Peter Winnen zei dat ooit zo mooi: als je het land bereist met de fiets, voel je het ook met je benen en sla je alles beter op.

Dat is het onderliggende doel van de trip, naast dat het gewoon heel leuk is om met je zoon dingen te doen. Ons plan is een rondje IJsselmeer te maken. Welke variant we kiezen laten we bepalen door de stemming van de dag. We kunnen er doorheen, via de dijk tussen Lelystad en Enkhuizen, maar ook de veerboot in Stavoren behoort tot de mogelijkheden. Het belangrijkste is: go with the flow. We zien wel wat op ons pad komt.

Wijze lessen
Bij het bordje Spakenburg speel ik een boel misbaar. Mij laten werken en dan de punten pakken. Leen lacht me smakelijk uit. We sluiten vrede bij de supermarkt, waar we koude drankjes kopen en die op een stoeprandje bij de fietsen samen opdrinken. We proeven van elkaars drankjes en bespreken de route. Het is nog 40 kilometer naar de slaapplek en dat is pal tegen de wind. Net als de afgelopen 40 kilometer naar Spakenburg. En o ja, net als de kilometers van morgen, als we ons plan uitvoeren.

Nou ja, first things first. Ik heb een kamer geboekt in Biddinghuizen, dus laten we daar maar heen fietsen en dan verder kijken. We bekijken het dag per dag en Parijs is nog ver, dat werk.

Langs het water leer ik alvast een paar lessen over bikepacken met een puber: Ten eerste: plan niet meer dan een dag vooruit. Je weet van jezelf wat je kunt en kent de grenzen van je doorzettingsvermogen. Maar dat van een puber wisselt van dag tot dag. Daarna: plan je routes zo dat ze niet de hemelsbrede lijn tussen A en B volgen. Leg de overnachtingsplekken dichtbij elkaar en maak een route daartussen die je makkelijk langer en korter kunt maken. Tot slot: plan je route niet te veel tegen de wind in. Dat is ongezellig en vreet krachten.

We zitten er een beetje door als we de golfbaan bereiken waar we gaan slapen. De ontvangst is hartelijk en de plek mooi, dat helpt. We slepen de tassen mee naar onze kamer, nadat we de fietsen in de speciale afgesloten ruimte hebben gezet. “Wat is de wifi-code, papa?” hoor ik als ik onder de douche sta. Tijdens het fietsen is Leen bij mij, maar zodra we ergens geland zijn is contact met zijn vrienden, digitaal dit keer, van het grootste belang. Zo werkt het, accepteren.

Spontane vakantiedates
Tijdens het eten stel ik voor het plan aan te passen en niet door of om het IJsselmeer te fietsen, waar we vol in de wind en de zon zullen rijden, maar de luwte en de schaduw van de Veluwe op te zoeken. Weer een wijze les: wij volwassenen kunnen doelen hebben als in: die route is gaaf. Maar voor Leen is alles nieuw. Hij is net zo vaak bij Radio Kootwijk geweest als in Stavoren: niet.

Dag 2 is daarom een stuk relaxter. Ik plan een route van honderd kilometer, terwijl de volgende slaapplek veertig kilometer verderop ligt. We kunnen ook ‘s ochtends vertrekken, waardoor we meer breaks hebben.

De eerste is al meteen in Elburg, waar we Mike van Shimano onderweg treffen. Mike is meer dan een zakenrelatie en via app bleek dat we zijn fietsroute terug van zijn vakantie zouden kruisen. Daar houden we van: spontane vakantiedates. Het is gezellig en we fietsen samen een stukje op. Waar Mike rechtdoor gaat richting huis, buigen wij af de bossen in.

De route is prachtig, zoals de Veluwe kan zijn. Radio Kootwijk is door Leens ogen een vreemd fenomeen. Maar we merken hier ook wel de drukte. Hoe? Als we bij een meertje hebben liggen chillen in de schaduw, is er wat verwarring over onze plek in het verkeer. Het fietspad is een richting en niet de onze. Een klein paadje leidt ons naar de hoofdweg, waar stippellijnen een fietspad suggereren en een alternatief zien we niet. Dus rijden we die vijftig meter naar de volgende kruising hier, op de weg, zoekend naar onze weg. Maar dat belieft een vrachtwagenchauffeur niet. Die kent geen mededogen en rammelt onbarmhartig op zijn claxon. Scheldend komen twee buurtbewoners uit hun huizen, om de vrachtwagenchauffeur bij te vallen. ‘Je mag niet dit en je mag niet dat en altijd weer die wielrenners’.

“Jongens,” zeg ik, “verplaats je eens in ons. We kennen het hier niet. De weginrichting is verwarrend. Doe eens relaxed. Geef ons even een paar seconden ruimte om onze plek te vinden. Toeteren gaat daarbij niet helpen.” Maar onze vakantiemodus is niet aan hen besteed. Ze kiezen ervoor boos te zijn en in verwarring fiets ik door. Leen heeft het al direct van zich afgeschud, dus dat is prima.

Zere kont
Slaapplek twee blijkt het hotel te zijn dat wordt uitgebaat door het Leger des Heils. De vriendelijkheid is er onovertroffen en de ligging is weer prachtig in de bossen. Weer bij het eten bespreken we de route van de volgende dag, de terugrit naar huis. Ik stippel slingerdeslang een weg om Ede en Veenendaal, naar de zuidkant van de Lek. Daar kunnen we met de wind mee lekker naar huis fietsen en de route zo lang maken als we willen. We kunnen bij elke zwemplek een plons maken in de Lek. Kortom: de wereld ligt aan onze voeten.

Maar het fietsen gaat niet lekker. Het zijn niet de benen, niet het hoofd, maar het is het zitvlak dat ons pijnigt. Zoveel fietsen is het niet gewend. Leen staat, zit, gaat weer staan. We besluiten lekker het pontje te pakken bij Wijk bij Duurstede en naar huis te fietsen. Of het 60 of 80 kilometer wordt, is niet van belang: het is gaaf zoals het is. En dat is trouwens meteen de essentie van bikepacken: wat je ook doet, het is gaaf zoals het is.

Tassen en kleding
Voor dit avontuur kozen we voor de bikepacktassen van Agu. Het iconische merk uit Alkmaar heeft onlangs een nieuwe collectie geïntroduceerd met de naam Venture, waarin een mooi assortiment bikepackkleding is gebundeld. Want waar je na een training op de racefiets snel omschakelt naar een burgertenue, zul je als fietstoerist vaak ook met fietskleding de avond doorbrengen. Je hebt immers maar beperkt ruimte om kleding mee te nemen. Daarnaast brengt Agu een complete tassenlijn voor de bikepacker van elk niveau. Je kunt, afhankelijk van je avontuur, kiezen of je een superstevige waterdichte versie of een prachtig uitgevoerde spatwaterdichte retro-variant.

Als beginnende bikepacker zijn drie tassen essentieel: een frame tas, zadeltas en stuurtas. Een complete bikepacking uitrusting wordt aangevuld met een snack pack en een kleiner tasje voor op de bovenbuis, de top-tube tas. De frame tas is beschikbaar in drie verschillende maten, zodat voor bijna alle frames de juiste tas te vinden is. Uiteraard is iedere combinatie mogelijk. Klinkt het onmogelijk om al deze tassen mee te nemen? Geen zorgen, alle AGU tassen passen op verschillende fietsen. Of je nu op de gravel bike, mountainbike of racefiets gaat. Met de nieuwe Venture collectie ga jij goed voorbereid op pad. Zelfs als je veel bagage mee wilt nemen.

Welke tassen je precies nodig hebt, hangt af van je avontuur en de weersomstandigheden. Toen ik zag dat gedurende de drie dagen dat ik met Leen op pad zou gaan het weer stabiel droog en warm bleef, kon ik de bagage beperken tot het hoogst nodige: een setje fietskleding en een setje avondkleding. Daarnaast een tandenborstel en wat spullen om pech te verhelpen: klaar! De speciale kleding van Agu is erop gericht snel droog te worden en dat bleek ook. Wassen met zeep, uitspoelen, uithangen en twee uur later was de boel weer droog, klaar om te gebruiken. Dat maakt het leven van een fietstoerist een stuk eenvoudiger.

Echt, je hoeft niet meteen de wereld over te fietsen om jezelf bikepacker te voelen. Die vrijheid kun je ook ervaren als je een weekend weggaat. Er zijn geen beperkingen. Het fijne is dat Agu je met een handige keuzehulp en uitleg over bikepacken een klein duwtje in de rug geeft. Venture betekent niet voor niets zoiets als: onderneem! Ontdek!

Meest gelezen

Om te reageren moet je ingelogd zijn.